Categoriearchief: Med Italië

Alghero, we komen er niet weg!

Donderdag 29 september 2022

We hebben een gekke week achter de rug, met plannen die per dag anders werden. Vorig weekend lagen we nog heerlijk voor anker in de baai van Torre del Conte, met uitzicht op een van de torens die je hier overal in het landschap ziet staan. Jakob repareerde de ankerlier, waarvoor hij inderdaad op z’n rug de ankerkluis in moest en van alles moest vervangen. En Jakob zal Jakob niet zijn of hij kreeg het voor elkaar. Het werkt weer!

Het plan was om zondag naar Stintino te varen. Dat ligt in het noorden van Sardinië en is de moeite van het bekijken waard, hadden we ons laten vertellen.  Ook wilden we gaan genieten van het mooie stuk water in de ‘Passagio della Pelosa’, dat net zo blauw is als het water in de Carieb. Maar het mag niet zo zijn. Er komt eind van de dag stevig onweer aan en wind uit de verkeerde richting. We besluiten toch maar niet weg te gaan, want we liggen lekker beschut achter de Torre del Conte en durven het onweer wel aan.

Het bootje, wat we al aan dek hadden gehesen, gaat het water weer in en we maken een mooie wandeling naar de imposante toren op het schiereilandje. Bij het lezen van het informatie bord aldaar, blijkt dat de baai in 1937 een basis was voor watervliegtuigen die van het vaste land van Italië hier naar toe vlogen.

Nu huisvest de toren een museum ter nagedachtenis aan Antoine de St. Exupery. Onze leeftijdsgenoten kennen die naam vanwege het boek ‘Le Petit Prince’, dat je moest lezen voor Frans. Hij was piloot en oorlogsvlieger en schreef het boekje in 1943, een jaar voor zijn dood. Bijzonder om dit soort dingen tegen te komen terwijl je ze niet verwacht.

Het onweer aan het eind van de dag is pittig; we kunnen het hebben. Ons anker ligt stevig in de zandbodem en we maken ons geen echte zorgen.

De volgende morgen schijnt de zon weer en we krijgen bezoek van de douane, die met een beetje oud motorbootje naar ons toe komt. Het is mooi weer, dus ze doen er extra lang over om bij ons in de buurt te komen. Als je niet beter wist zou je denken dat een van de mannen voorop een tonijn wil gaan opvissen, maar niets is minder waar. In het schepnet moeten we de bootpapieren en het eigendomsbewijs stoppen, zodat ze dat aan boord kunnen bekijken. Ik vind dat ieder keer weer doodeng, want als die man zijn evenwicht verliest liggen onze kostbare papieren in het water en hebben we een echt probleem.

Gelukkig gaat alles goed en nadat ze er een heel lange tijd over gedaan hebben om de documenten te bekijken en bovendien nog een flink stuk bij ons vandaan gevaren zijn, komen ze eindelijk terug met de mededeling dat alles in orde is. Alweer houd ik mijn hart vast of dat allemaal goed gaat met dat schepnet. Ik ben blij als ik de papieren weer veilig in handen heb.  

We kijken nog een keer naar het weerbericht en het wordt er niet beter op. We zijn er helemaal klaar voor om maandag te vertrekken, maar schrikken van de harde wind die voorspeld wordt. Tja, wat nu? De ankerplek is niet meer comfortabel met wind uit het zuidwesten en om naar Stintino  te varen is ook niet handig. We moeten daar een ondiepte door om er te komen en die waait leeg bij harde wind.

En dan krijgt Jakob een heel goed idee. Waarom gaan we niet gewoon terug naar de haven van Fertilia of Alghero? Daar liggen we beschut en kunnen we de kant op als we willen. We kiezen voor Alghero waar we in ieder geval het stadje kunnen bekijken en een terrasje pikken. Briljant idee. De haven vlak voor de muur van de vesting heeft nog plek. en we reserveren voor drie nachten. Niet goedkoop, maar wel comfortabel met een warme douche.

Maandagmorgen zetten we koers naar Alghero, dat 8 mijl terug ligt, in de richting van waar we een paar dagen eerder vertrokken. Het is nog rustig weer, maar dat zal aan het eind van de middag veranderen. We kunnen met dit rustige weer makkelijk aanleggen in de marina en zijn blij met ons besluit. We liggen hier veilig en zijn van plan om na 3 dagen, als het weer rustig wordt, toch nog  naar Stintino te varen.

Het mag niet zo zijn. Er komt na 3 dagen het slechte weer uitzitten, nog meer onweer met harde wind en heel veel regen. We hebben geen keus en blijven maar gewoon liggen tot het allemaal voorbij is. De harde wind, fikse regen en onweer wisselen elkaar af. En dat is voorlopig nog niet voorbij. Het zij zo! We liggen ‘verwaaid’, maar wel op een hele mooie plek.

Op de droge momenten wandelen we door de kleine straatjes en over de vestingmuur. We bekijken de kathedraal en genieten van de terrasjes op momenten dat de zon schijnt en het even niet te hard waait.

We maken er wat van. Dat hebben we wel geleerd de afgelopen jaren. In Stintino komen we dit jaar niet meer. In de 10 dagen dat we nu terug zijn op Sardinië hebben we in totaal maar 16 mijl gevaren. Dat schiet niet erg op. Gelukkig ligt ons doel voor de winter nog steeds niet vast. We zien wel hoe ver we komen. Het moet ook nog leuk blijven :-).

             

Dinsdag (4/10) wordt het waarschijnlijk rustig weer en gaan we oversteken naar Menorca. Dat is ongeveer 200 mijl, dus een dag of drie wind uit de goede richting moeten we zeker niet laten schieten.

Het zal gek zijn om Sardinië te verlaten, want Jonas is hier al vanaf half mei en we hebben het hier erg naar ons zin. De sfeer is prettig, de prijzen betaalbaar en er is heel veel te zien. Het is een prachtig eiland om zeker nog eens terug te komen. Maar je weet niet wat er nog komt, we zijn nog niet weg…

     

We zijn er weer, terug op Sardinië…

Fertilia op Sardinië, donderdag 22 september 2022

De wind giert om onze oren en de zon brandt op onze huid. Zo hoort het ook als je in September in de Middellandse zee onderweg bent. We hebben net het anker laten vallen in de baai van Torre de Comte ongeveer een kilometer of 8 vanaf de haven van Fertilia, waar Jonas drie maanden heeft gelogeerd zonder ons.

Wij waren druk in Nederland aan de slag. Jakob hielp zijn vriend Peter met het werken aan diens boot en ik was een paar weken bij mijn dochter, waar het niet zo goed mee ging. Het waren rare maanden, waarbij Jakob en ik elkaar weinig zagen en we ieder ons ding deden in een zonovergoten Nederland. Het is bijna al die maanden mooi weer geweest en dat is best bijzonder.

Toen we bijna weer zover waren om terug te gaan naar onze Jonas, deed de gelegenheid zich voor om een project in Israel te doen, wat tien dagen zou duren. Nou, reizigers als wij zijn laten zo’n kans niet lopen en zo zagen we op de valreep nog een aardig stuk van het Bijbelse land.

In Tel-Aviv zaten we in een hotel midden in de stad. Dat was vooral voor Jakob handig, dan kon hij te voet overal naar toe, terwijl ik aan het werk was. Gelukkig viel er een weekend in en konden we samen op ontdekkingstocht.

We bezochten Jaffa, deden een toertje door de ‘witte stad’ en zochten het strand op. We liepen veel door de verschillende wijken om zodoende de sfeer wat beter aan te voelen. Het is een drukke stad, maar heeft veel te bieden.

Er moest ook een deel van het werk in Jeruzalem gedaan worden en dat gaf ons de kans om ook daar rond te kijken. Dat deden we met een gids die ons ook naar Bethlehem in het Palestijnse deel van het land bracht. We bezochten natuurlijk de klaagmuur en de geboorteplek van Jezus. We waren niet de enigen. Wat een toeristische trekpleister is dat allemaal geworden.

Toch hadden we het niet willen missen. Gelukkig voelden wij geen spanning daar, maar mijn contactpersoon gaf aan dat ze regelmatig checkte of alles nog veilig was.

Het project ging goed en tevreden keerden we terug naar Nederland om onze tassen voor de boot in te pakken. Drie dagen na terugkeer uit Israel stond het vertrek naar Sardinië gepland. Best even druk, maar het lukte allemaal. 

Maandagavond kwamen we op het vliegveld van Alghero aan. Helaas ontbrak er een tas aan onze bagage. Dat was vervelend, want al Jakob zijn kleren zaten erin en ook nog wat lekkere kaas, waar we ons bij aankomst op verheugd hadden. Maar geen nood. De restaurantjes in het dorp waren erg uitnodigend en we genoten van het heerlijke Italiaanse eten.

Nadat we een dag flink gepoetst hadden om de boot weer ‘van ons’ te maken verkenden we de omgeving van Fertilia. Er bleek een heerlijk strand te zijn en ook een mooi natuurgebied om te wandelen. De boodschappen, om een week aan boord te kunnen overleven, werden tussendoor gedaan. Het werd een heerlijke start van ons ‘oude leven’.

       

Gelukkig werkte de Lostandfound service van ITA airways goed en op woensdag werd de verloren tas bij de marina afgeleverd. De kaas was niet helemaal vers meer, maar gelukkig nog wel eetbaar. En.. Jakob kan gelukkig ook weer schone kleren aan.

Jonas had er zin in om weer uit zijn touwen te worden bevrijd. Er was heel goed voor de boot gezorgd door de marinebaas BoBo en zijn personeel. Ook de kosten vielen erg mee, waarbij hij aangaf dat we beter op de kant hadden kunnen staan. Dat was goedkoper geweest. Helaas hadden we daar bij vertrek geen tijd voor, want  we moesten snel naar huis. Het bracht ons toch wel op het idee om misschien volgende zomer zoiets te doen.

Het was toch wel weer spannend vanmorgen om te vertrekken met de boot. Er stond natuurlijk een stevige wind schuin van achter, waardoor het met een langkieler niet zo makkelijk is om weg te varen, maar dat lukte goed.

Nu moest er getankt worden in de haven van Alghero. We hadden op de kaart het tankstation gezien, maar het duurde tot we vlakbij waren, voor we zagen dat de dieselpomp om de hoek stond van de plek waar we hem verwacht hadden. Met 325 liter verse diesel voor een redelijke prijs konden we vertrekken. Het doel voor vandaag was niet ver. De wind was gaan liggen, maar we wilden toch wel een stukje zeilen. Met een gangetje van 2-2,5 knopen kropen we richting ankerbaal. Al snel werden we er aan herinnerd dat de wind hier doet wat hij wil, want na een korte windstilte, loeide hij ineens uit een heel andere richting. Dus, zeilen neer en motor aan, op naar de beschutte baai.

Tot nu toe had alles nog goed gewerkt en waren er geen onverwachte storingen. De motor liep als een zonnetje en de energievoorziening via de zonnepanelen en de windgenerator zorgden voor volle accu’s. We hadden ook geen enge beesten aangetroffen in kastjes of achter deurtjes. Gelukkig!!

Aangekomen in de baai ging Jakob het anker voorbereiden en de elektrische bediening aansluiten. En je raad het al, die deed niks. Nou ja, dan maar kijken of we het anker gewoon met de handbediening kunnen laten vallen; hoe we weer wegkomen is van later zorg. Zo’n storing hebben we niet voor de eerste keer. Meestal rommelt Jakob wat aan het contact, maakt het schoon en het werkt weer. Vandaag niet. Dat wordt dus op zijn rug de ankerkluis in om van onderaf te gaan zoeken waar het euvel zit. Hoe dat verder ging lezen jullie later.

Vervroegde zomerstop

Dinsdag 21 juni 2022, Fertilia –Sardinië

Regelmatig vragen vrienden en familie hoe onze plannen eruit zien voor de komende tijd. We vertellen dan wat we bedacht hebben en vinden het leuk om dat te delen. Jammer genoeg gaat het soms anders. Zoals nu. Maar om met Cruyff te spreken, ieder nadeel heeft zijn voordeel. En dat wordt straks duidelijk.

Langzaam kruipen we zaterdag voor Pinksteren de oostkust van Sardinië omhoog en zijn in de buurt van Olbia om daar het anker in een mooie baai te laren vallen. Dan komt er het bericht dat er bij het thuisfront iets mis is. Dat klinkt dusdanig serieus dat ik besluit om naar huis te vliegen. We parkeren Jonas in de Marina di Olbia en boeken een ticket voor zondag. De ongezellige peperdure marina, waar Jonas en Jakob achterblijven, heeft wel het voordeel dat het vliegveld op loopafstand is.

Zondagmorgen vroeg vlieg ik naar Amsterdam en reis door naar Alphen. De toestand is heel serieus en na een dag of tien hopen op verbetering, voelt het toch niet goed om terug te gaan naar Jakob en Jonas en door te varen naar Valencia, waar we de zomerstop hadden gepland.

Jakob en ik overleggen telefonisch wat we zullen doen en besluiten de boot op Sardinië achter te laten. Maar natuurlijk niet in die peperdure ongezellige haven van Olbia. Bevriende zeilers hadden ooit Alghero genoemd. Daar is ook een vliegveld. Het wordt Marina di Fertilia, daar vlakbij. De haven doet ons een acceptabel aanbod voor twee maanden en we hakken de knoop door.

Na twee weken Alphen vlieg ik terug naar Sardinië, waar ik met warmte door Jakob ontvangen wordt. We maken Jonas klaar voor vertrek en zondagmorgen vroeg zeilen we naar het noorden. Wat een cadeautje wordt deze tocht.

We varen tussen het vasteland en de Maddalena eilanden door en genieten van de prachtige natuur.

    Rond 7 uur pm valt het anker bij Isla Rossa. Een rustige baai, waar we genieten van een heerlijke avond op het achterdek.

 

  Maandag varen we verder en passeren de prachtige smalle doorgang bij Fornelli. Wat een mooi gebied. Het is een warme dag met weinig wind en nauwelijks verkoeling.

We buigen naar het zuiden af en besluiten nog een nacht op anker te liggen. We varen de baai Torre del Conte in en vinden opnieuw een mooie plek. Hier gaan we zeker terugkomen. Het blauwe water lonkt en Jakob gaat te water. Even wennen, maar daarna is het heerlijk. Ik houd nauw contact met het thuisfront en kan de sprong in het koude water nog even niet aan. Dat komt wel weer als we hier over een maand of twee weer terug zijn.

We vertrekken naar de haven van Fertilia en maken daar de boot verder zomerklaar. Morgen vliegen we naar Nederland. We zijn heel blij dat we Sardinië gevonden hebben. Het spreekt ons aan en in september gaan we hier nog eens een poosje lekker rondscharrelen. Alweer een plan dus. Maar eens zien of dat nog gaat veranderen.

Voorlopig is dit weer het laatste blog voor dit seizoen. Zodra we onze reis weer oppikken gaan we onze avonturen weer met jullie delen.

Iedereen een mooie zomer toegewenst!

PS. Het was een heel gedoe met de verhuur maatschappij van de boot die wij schade hadden bezorgd. Gelukkig neemt de verzekering dat al snel over. En mijn verjaardag? Tja, die viel een beetje in het water. Volgend jaar beter 🙂

Mooi Sardinië

Zondag 5 juni, Olbia

Na de onrustige dagen van vorige week is het nu echt vakantieweer. Rustig windje, zon en een lekkere temperatuur. We verlaten Porto Corallo op zondag, intussen een week geleden. We hebben lekker veel eten en drinken aan boord en het voelt alsof we weer een oversteek gaan maken, maar dat is niet zo. We willen met een rustig tempo naar het noorden van Sardinië varen en genieten van de mooie kust.

   Er is voor vandaag nog veel wind verwacht, maar we varen aan hoger wal, dus dat is geen probleem. Eind van de middag laten we het anker vallen voor een mooie kust naast het dorp Arbatax. Daar had ik van alles over gelezen en we wilden dat met eigen ogen zien. We varen met de dinghy naar de haven en gaan op verkenning. Oei, dat valt tegen. We komen in een verlaten dorp aan zonder enige sfeer. Wat gek. Zou dat allemaal gekomen zijn door Covid? Of een niet gemotiveerde nieuwe burgemeester? We waren snel uitgekeken, dronken nog een drankje bij de jachtclub en gingen maar snel weer terug naar Jonas.  De wind zou draaien naar het noorden en daar wilden we nu net naar toe. Wat een pech! De ankerplek zou wat onrustiger gaan worden door deining, dus we moeten wat. Een kleine drie mijl verderop ligt de haven van Santa Maria di Navarrese. Dat wordt onze nieuwe bestemming! Lekker klein stukje varen….

   Wat een gouden greep was dat. De haven blijkt heel gezellig te zijn met veel reuring en activiteit. We krijgen een mooie plek en gaan op verkenning. Het dorp ligt wat hoger dan de haven dus de beenspieren worden weer lekker getraind. Het dorp is gezellig en blijkt een centrum te zijn voor wandelaars en liefhebbers van boottochtjes. Er zijn leuke terrasjes en er is lekker brood. Hier blijven we een paar dagen!

   We maken een pittige wandeling langs de kust richting Pedra Longa, een hoge puntige rots, die vanaf zee goed te herkennen is. Via het land duurt het wat langer tot we hem kunnen zien. Het pad door het bos is leuk en spannend met soms aardig steile stukken. Onderweg komen we een gezin tegen waarvan de kinderen op een ezel mogen zitten en zo op de manier van vroeger hun weg gaan vinden. Prachtig.

   

Terug in het dorp genieten we van een heerlijke kop koffie en een ijsje. Dat Italiaanse ijs is zelfs voor mij niet te weerstaan. Het is steeds weer moeilijk om de lekkerste smaken uit te kiezen.

We wandelen verder en zien veel reclame voor mooie boottochtjes. De kust hier is bezaaid met mooie strandjes en grotten. Die zijn het makkelijkst te bereiken met een toeristenboot, dus we boeken een tochtje voor de volgende dag. Het blijkt dat we niet de enigen zijn. Volle bak aan boord. Ondanks dat is het erg de moeite waard.  

We stoppen op veel plekken en kunnen ook de beroemde Grot van Fico bezoeken.  We gaan zelfs even dompelen in het voor ons nog best koude water. Het is zo verleidelijk helder en blauw, dan moet je wel. Tevreden en best een beetje moe van de warmte en alle indrukken komen we terug op onze eigen boot en maken plannen voor de volgende dag.   

We besluiten verder naar het noorden te varen en kunnen af en toe zelfs een paar uurtjes zeilen. Rond een uur of 5 komen we aan op een mooie ankerplek bij Capo Comino.  Daar is niks, maar de omgeving is prachtig om naar te kijken. Er zijn nog een aantal andere zeilboten en tijdens de nacht liggen we lekker met z’n allen zachtjes te rollen op de deining, die niet echt voorspeld was. Na het ontbijt gaan we ankerop  richting Olbia.

We hebben gezien dat we in het gebied van de Maddalena eilanden komen. Dat is een natuurgebied waarvoor je een vergunning nodig hebt. We doen ons best via internet om die te bemachtigen, maar stranden bij de betaling. Niks aan te doen. We hebben het geprobeerd.

Ik heb ’s morgens alvast een appeltaart gebakken voor mijn verjaardag. Later op de dag is het veel te warm om ook de oven nog aan te hebben. Hij is mooi gelukt en gaat vast lekker smaken.

Als we in Olbia aankomen staat er een flinke wind. We worden in een smal plekje gedirigeerd door de havenman. Die heeft niet in de gaten, dat je met een langkieler niet zo makkelijk kleine bochtjes draait en geeft ons net te laat een duwtje met zijn dinghy in de goede richting. Met het anker pikken we een scepterpaaltje van de buurman op. Hmm, daar wordt je niet vrolijk van. Gelukkig is het een vriendelijke schipper, die het nogal laconiek opneemt. Hij heeft de boot gehuurd en gaat in contact met de verhuurder. Hoe dat allemaal afloopt en ook hoe mijn verjaardag was, lees je de volgende keer

 

Onrust op zee …..

Zondag 29 mei 2022, Sardinië

Na een week in de Marina di Ragusa te hebben vertoefd verlaten we op maandag de veilige haven om de eerste hop naar de zuidwestpunt van Sicilië te maken. Het weer is goed als we vertrekken en na twee uurtjes op de motor kunnen de zeilen omhoog. We hebben een tocht van 140 mijl voor de boeg, een dag, een nacht en een ochtend varen. Het is mooi om langs de zuidkust van Scicilie te varen. Het ene na het andere vissersdorpje gaan we voorbij.

Als de avond valt zien we de vissersboten als groene scheepjes op de AIS. Overdag probeerden ze nog een ontmoeting te regelen, door recht op ons af te varen, maar in het donker houden ze netjes hun voorgenomen koers. Er wordt heel veel gevist hier bij de kust.

Tijdens de nacht valt de wind weg en de motor gaat aan. Maar gelukkig kunnen we de volgende morgen weer zeilen. Het weerbericht heeft harde wind voorspeld voor dinsdagmiddag en woensdag, dus doen we ons best om een veilige plek te bereiken voor die tijd.

Rond 3 uur op dinsdagmiddag lopen we de haven van Trapani binnen. Het is een haven met druk verkeer, maar er is een hoekje waar je mag ankeren. We roepen Port Control op, die ons vertelt waar we mogen liggen en als we net geankerd zijn aangeeft dat we nog een stukje verder naar het zuiden moeten gaan liggen. En dat doen we natuurlijk. Er gaat flink wat ketting in het water, zodat we ons geen zorgen hoeven te maken als de harde wind komt.

   Woensdagmorgen begint het te blazen, een dikke 6 Beaufort. We hebben gelukkig niet veel last van de bijbehorende golven omdat we in de beschutte havenkom liggen. Ons eten begint op te raken, maar we zien het niet zitten om de dinghy in en uit het water te doen bij zoveel wind. Ik struin de voorraad kasten af en vindt nog het een en ander. Ik bak weer een brood en maak creatieve maaltijden.

Er komt nog meer slecht weer aan en dat willen we voor zijn op weg naar Sardinie. Donderdagmorgen om 6.15 gaat het ankerop en varen we de haven van Trapani uit. Het anker zat stevig vast in de modder na een dag harde wind en wordt afgespoten met de ‘dekwash’. Er staat een mooie wind en we hijsen alle zeilen. Een relaxed begin van een tocht van ruim 160 mijl. We genieten van de rust en de ruimte. Hoe lang zal dat duren?

De wind neemt af en om 4 uur is de wind helemaal weg en gaat de motor aan. We zetten een derde rif in het grootzeil om het klapperen tegen te gaan. Het helpt niet echt en we proberen van alles. Tevergeefs.  Dan komt er ineens heel veel wind. Dat duurt een half uurtje en wat er overblijft zijn akelige golven. Jakob gaat een poosje slapen en om half 8 serveer ik soep. De boot blijft erg schommelen. Als het mijn tijd is om te slapen, verbouw ik de kajuit en ga tussen de tafel en de tv op de bank geklemd liggen. Dit plekje is midden in het schip en daarom het rustigst. Ik slaap een uurtje. Mijn volgende wacht van 12 tot 3 uur is gelukkig rustig. De motor bromt, ik lees een boek en drink warme thee. De nacht is pikzwart. De hemel is bewolkt. Geen sterren dus.

Om 3 uur draag ik de wacht over en kruip weer op de bank. Na een uurtje voel ik dat we zeilen. De motor is uit. Ha, denk ik, nu kan ik nog een poosje voorin liggen. Ik val in slaap maar wordt gewekt door een gek geluid. Ik ga naar buiten en daar zit Jakob in een hoekje. Het stormt! We scheuren over het water met een snelheid van bijna 8 knopen. Ik kleed me aan en blijf buiten. Wat een geweld. Ik moet een paar keer rustig ademhalen om mezelf onder controle te krijgen. De wind verdwijnt na een uur of twee en de hele hoge golven blijven achter. De motor gaat aan, de fok moet weg en het grootzeil neutraal. Maar de windvaan moet ook nog neutraal gezet worden. Het schip helt heel erg bij iedere golf. Jakob kruipt op zijn knieën naar het achterdek om alles daar te stabiliseren. We maken weer een schuiver.

   Gelukkig loopt het goed af. Als Jakob een poosje later in zijn hoekje in de kuip zit zegt hij: ‘Ik vind dit toch echt niet leuk meer. Ik troost hem dat niemand dit soort weer leuk vindt. ‘Oh gelukkig’, zegt hij, ‘ik dacht al dat het de leeftijd was…’.

De wind speelt een spelletje met ons en draait van noord via oost naar zuid en weer terug. De motor blijft aan en sleurt ons door de onvriendelijke golven. Nog een uur of 5, dan zijn we er.

Wat begon als een prachtige zeiltocht, eindigt in een tocht waarbij we alleen maar onze bestemming willen bereiken! Tja, zo gaat dat!

We varen rond twee uur de haven van Porto Corallo binnen en krijgen een plekje langszij. We zijn best moe en verlangen naar een warme douche. En die is er. Heerlijk. We sudderen de rest van de dag door en gaan op tijd naar bed. We hebben een nieuw probleem(pje). Eer blijkt hier in de buurt geen winkel te zijn en de bus naar het volgende dorp stopt alleen in het seizoen. In bed probeer ik te bedenken wat we nu nog kunnen eten de komende dagen, maar dat is niet veel. Er is wel een pizzeria, dus verhongeren hoeven we niet.

De volgende dag loop ik naar kantoor voor muntjes voor de wasmachine. De mevrouw achter de balie vertelt dat de enige manier om naar het dorp te komen een taxi is. Nou ja, voortuit dan maar. Dat deden we aan de andere kant van de wereld ook. Rond 1 uur lopen we naar het Taxibord en bellen een nummer. De man aan de andere kant van de lijn spreekt alleen Italiaans. Ik loop naar iemand op de kade en druk hem mijn telefoon in de hand. Ik vraag hem om uit te leggen dat we naar het dorp willen.Wat een pech, deze man spreekt ook alleen Italiaans. Ik loop naar het havenkantoor en vraag de mevrouw of zij wil bellen. Haar lunchpauze begint toevallig net en ze woont in het dorp verderop. We mogen met haar meerijden. Hoe lief is dat

In het dorp Villaputzu gaan we eerst maar eens lekker rondkijken en lunchen. De taxi terug komt niet voor half 4 had de mevrouw gezegd. Het dorp is uitgestorven en we zien veel ‘street-art’.

 

We vinden een restaurantje met een mooi uitzicht op de bergen, waar wat mensen zitten en sluiten ons aan.

Hier moet je vis eten had de mevrouw gezegd. Dus dat doen we. Ik neem kreeft met grote garnalen en Jakob tonijn. Dat werd smullen.

Met onze buikjes vol lopen we naar de supermarkt en laden allerlei zware dingen in onze kar, zoals water, bier en melk, en eten voor een week.  Als we afgerekend hebben vragen we de kassiere of zij de taxi wil bellen. Ze krijgt contact, maar de eerste komt niet want die is te ver weg. Ze belt het tweede nummer. Die komt ook niet want zit ook te ver weg. In het dorp blijkt geen taxi te zijn en daar staan we dan met vijf grote tassen vol boodschappen, een tray bier en 10 liter water.

De dorpsgemeenschap leeft met ons mee en er wordt gezocht naar een oplossing. Jakob stelt nog even voor om terug te gaan lopen, maar dat is onmogelijk, 7 kilometer met al die spullen in de brandende zon. De klant die net heeft afgerekend begint te gebaren dat ze ons wel wil brengen. Nou, dat is geweldig! We lopen mee naar haar auto, die eruit ziet of ze erin woont. De zooi wordt opzij geschoven, onze tassen gaan achterin en op schoot en daar gaan we. Als een dolle scheurt ze over de provinciale weg naar de marina. Als een coureur haalt ze auto’s in en gelukkig gaat dat allemaal goed.

Bij de slagboom van de marina halen we onze tassen uit de auto en bedanken haar. Het geld voor de taxi krijgt zij. Dat heeft ze wel verdiend. Want wat hadden we moetende als zij dat niet had aangeboden??

Tevreden pakken we alles uit en voelen ons goed met zoveel proviand aan boord. Nu kunnen we er weer een weekje tegen.