Categoriearchief: Duitsland

De ‘Grande Finale’

 Zaterdag, 30 augustus, 2025, Terschelling

Als we zondagmorgen, 24 augustus, rond zeven uur vertrekken van de steiger bij de Gieselausluis, hangt er een mistlaag boven het water, dat ongekend warm is. Het is nog vroeg en zodra de zon goed doorkomt verdwijnt die mist al snel.

Het lange kanaal heeft niet veel verrassingen voor ons, behalve dat er toch wel hele grote schepen, precies op een smal stuk willen passeren.

Vroeg in de middag komen we aan in Brunsbüttel, het haventje aan het eind van het Kielerkanaal. Er is genoeg plek en we meren aan de bakboordkant af, dicht naast het water waar de reuze schepen langskomen op weg naar de sluis. Het blijft lekker zonnig en we doen wat klusjes aan boord.

   

De Anna Caroline met Janneke en Wietze aan boord, laat weten dat zij versneld door het kanaal naar ons toekomen en of ze tegen ons aan kunnen liggen. Het is niet heel druk, dus dat lukt. Ze stappen bij ons aan boord en we drinken wat om het weerzien te vieren.

De volgende morgen willen we vroeg door de sluis om de Elbe op te varen. Maar dat zit niet mee. Om half 6 horen we via de marifoon dat we naar de sluis kunnen varen. Als we daar aankomen blijft die dicht en we draaien een uur lang rondjes voor de deur. Er was een ander schip, dat voorrang kreeg. Een bijzonder gezicht, al die bootjes in het donker op een kluitje.

Als we eindelijk naar binnen kunnen, is het een rommeltje, want het water in de sluis is nog flink in beweging. We meren langszij een mooie Hutting 40. De schutting gaat snel en zodra de sluisdeuren opengaan, haast iedereen zich naar buiten. Alsof dat wat uitmaakt!

Wij starten onze tocht over de Elbe om 7 uur en het gaat als een speer. We hebben de stroming flink mee en halen soms bijna 10 knopen.

   Als we bijna de Elbe uit zijn keert de stroming om, maar is niet zo sterk. Er is wind gekomen uit de goede hoek en we zeilen met alle zeilen bij halve wind richting Spiekeroog. Dan neemt de wind af en gaat de motor bij. Nog steeds hebben we een fantastische snelheid.   Als we de nacht ingaan motorzeilen we op een vlakke zee. Het gaat geweldig. Schertsend noem ik deze tocht onze ‘Grande Finale’, omdat het waarschijnlijk de laatste keer is dat we een grote tocht maken. We genieten ervan. We slapen om de beurt in de achterkajuit en ondanks het motorgebrom lukt dat prima.

Maar het venijn zit in de staart. Rond een uur of negen, als we boven Terschelling varen, is het tij gekeerd en hebben we wind tegen. Dat zou vlak water moeten geven, maar dat doet het niet. Het is een echte klotsbak. De wind trekt aan tot bijna 6 Beaufort. We besluiten op te gaan kruisen, waardoor de tocht een stuk langer gaat duren. Er staan flinke kuilen in de zee en soms gaan we maar tweeënhalve knoop.

Ook dat hoort bij onze ‘Grand Finale,’ om niet te vergeten wat we op de oceanen hebben moeten overwinnen. Eindelijk komt de uiterton bij Vlieland in zicht. Die ligt op een andere plek dan op de kaart en we moeten ons even opnieuw oriënteren.

Dan zien we de brede geul, die ons via Vlieland naar het Schuitengat brengt. Dat vaarwater is al een poosje weer bevaarbaar en brengt ons snel naar Terschelling. Het is gelukkig niet druk in de haven en we vinden een plek langs de op één na laatste steiger.

Nog geen uur later komt de Atlas eraan met Peter en Marjan. We vangen ze op als ze tegen ons aan komen liggen. Een stille droom van Jakob, die nu uitkomt. Zijn vriend en hij, naast elkaar afgemeerd! Ieder in hun eigen schip! We drinken een biertje in de kuip en praten bij over van alles. Wij hebben nog een maaltijd in de koelkast, die we opwarmen en lekker opeten. Rond acht uur vallen onze ogen dicht en we gaan snel onder zeil. Lekker bijslapen om weer in het gewone ritme te komen.

Als er een dag later een plekje vóór ons vrij komt, schuift de Atlas door en wij keren Jonas om zodat die met de neus in de wind ligt. Er komen een aantal dagen met harde wind aan en wij liggen hier goed.

   We gaan de benen strekken na al die zitmijlen en komen via de kade met de ‘bruine vloot’ bij het ‘Groene Strand’ uit. We lopen een stukje het wad op en drinken daarna thee bij ‘De Walvis’. Er valt een klein motregentje, maar dat deert ons niet. Heerlijk om hier te zijn en te weten dat we voorlopig niet weg kunnen vanwege de harde wind de komende dagen.

Donderdagmorgen arriveert de Anna Caroline. Zij zijn een nacht in Cuxhaven gebleven en hebben een pittige tocht achter de rug. Zij vinden een plek aan dezelfde steiger als wij. Een goede reden om met elkaar te borrelen aan het eind van de dag.

Zowel Peter en Marjan als Janneke en Wietze wonen in Schoonhoven. Leuk om elkaar hier te leren kennen. Het is wat regenachtig en we zitten gezellig in de kajuit van Jonas. Weer gaan we op tijd naar bed, want het plan is gemaakt om vrijdag de wandeling over het ‘Groene Strand’ te maken.

Om half tien zijn we de volgende morgen present bij het havenkantoor. De zon schijnt uitbundig en de wind waait al pittig. Wat heerlijk om op dat wijdse strand te wandelen. We korten de oorspronkelijke lengte van veertien kilometer (iets te veel voor ons) in tot een kilometer of acht. De zon schijnt, het is laagwater en we hebben flink de pas erin. Er wordt wat afgekletst onderweg. Een groepsfoto mag natuurlijk niet ontbreken. De koffie met Cranberry-cheesecake smaakt daarna voortreffelijk bij de Walvis, de gezellige strandtent met uitzicht op het groene strand.

Die middag kunnen we uitrusten. Koken hoeft niet, want Janneke heeft ons gevraagd om bij hen aan boord te komen eten. Daar hoeft niemand over na te denken. Om zes uur wandelen we naar hun boot en stappen aan boord. Er is ‘Cocq au Vin’ met van alles erbij, een verrassend toetje en een heerlijk likeurtje bij de koffie. We rollen daarna ons bed in en slapen weer geweldig.

Vandaag is het alweer mooi weer vanaf het middaguur. Jakob heeft de fietsjes uit de schuur gehaald en we fietsen naar het zwembad, Niet om een duik te nemen, maar om ons in een huifkar door de duinen te laten vervoeren. Een prachtige middag om dat te doen. Het licht is zo helder, waardoor de kleuren van de bomen, de hei, de duinen, de zee en de lucht bijna onnatuurlijk aan doen.

De tocht is heel anders dan die we op Vlieland maakten. De karren zijn klein met maar twee paarden ervoor en het heeft iets intiems met maar acht mensen aan boord.

Na afloop zijn er eindelijk de bitterballen bij de Walvis. Jakob heeft zich daar zo op verheugd. Zonder een drankje smaken ze niet, dus dat nemen we er maar bij. En alweer hoef ik niet te koken. We zijn bij Peter en Marjan op de Atlas gevraagd voor de overheerlijke Terschellinger vissoep. Daarbij stokbrood en heerlijke kaasjes, druiven en een toetje met ook nog eens slagroomtruffels en versgebakken bitterkoekjes. Wat een feest!

Buiten is de wind opgestoken en we genieten van het geluid als we weer lekker in ons bed liggen. Dit is toch wel een hele mooie manier om onze zeilreis af te sluiten.

Gezien het weer blijven we hier nog wel een weekje. 🙂

 

 

 

Afscheid van de Oostzee

Zaterdag 23 augustus 2025, Gieselau kanaal

We verlaten Warnemünde zaterdag 16 augustus rond een uur of acht. Ons doel is een ankerplek op het schiereiland Fehrmann, vlak bij de haven van Orth. De wind komt uit de verkeerde hoek en we varen eerst een heel stuk hoog aan de wind naar het westen met de hoop dat we na de overstagmanouvre de brug over de Fehrmansund kunnen halen. Dat lukt voor geen meter en we zijn gedoemd om de tweede helft van de tocht op de motor tegen de wind in te varen. Gelukkig zijn we aan hogerwal en zijn de golven laag.

De lokale zeilers genieten van het mooie weer. Gezellig om te zien, maar soms lastig omdat we voor ze moeten uitwijken. De smalle ondiepe geul onder de brug door is spannend vanwege de tegenliggers. Maar alles gaat goed en we varen naar de ankerplek waar we precies twee maanden geleden ook lagen. Prachtige plek in een natuurgebied achter een klein duintje en de vuurtoren. Er staat nog best wat wind, maar Jonas ligt doodstil. Heerlijk.

De volgende morgen koersen we naar Laboe. We komen bij de Schietgebieden die verboden zijn op weekdagen in augustus. Dat wordt een stuk omvaren, maar de zon schijnt, geen probleem dus.

Er komt een onderzeeër langs met zijn schoorsteen boven water. Hij wordt geëscorteerd door drie bewakingsboten. Zijn het de Russen??

In Laboe aangekomen, krijgen we een grote plek naast een catamaran. Wat een joekel is dat. Maar wij liggen daardoor lekker beschut. We blijven hier een paar dagen vanwege de wind en ondernemen weer van alles.

We beginnen met het ontdekken van het dorp. Echt een vakantieplaats met heel veel strandliefhebbers en bijbehorende souvenirwinkeltjes. Niet echt ons ding, maar het ziet er gezellig uit.

We wandelen verder naar de duinen en de zee. Er is een strand waar je na een halve kilometer nog maar tot je knieën in het water staat. De strandstoelen zijn eigenlijk het leukste.

We zoeken een plekje in het zand en genieten van het uitzicht op het water. We drinken wat bij een tentje in de duinen (nou ja, het zijn eigenijk hele kleine bergjes zand met wat helmgras erop) en wandelen weer op ons gemak naar huis. Het is warm vandaag. We hebben al zolang mooi weer, dat kan vast niet nog veel langer duren.

Tijdens het eten vertelt Jakob dat hij veertien jaar geleden met zijn Jonas solo op vakantie was hier. Zijn vrienden Rob en Peter hadden hem door de Duitse bocht en het Kielerkanaal vergezeld en hij had ze ’s morgens vroeg in Kiel op de trein naar huis gezet. Ze hadden hem nog niet alleen gelaten of hij belandde in het ziekenhuis, na een val met zijn vouwfiets, waarbij hij op zijn hoofd terecht gekomen was. Na twee dagen ziekenhuis en vijf dagen rustig aan doen op zijn boot in de haven, ging hij gewoon weer solo verder. Wat stoer he? Nu willen we nog een keer in Kiel gaan kijken om te zien wat hij zich herinnert.

We nemen de ferry, die in een uur vanaf Laboe in het centrum van Kiel aankomt. Het is een heerlijke tocht en we genieten ervan.  

 

 

 

 

 

In Kiel aangekomen, doen we ons best om het een leuke stad te vinden, maar meer dan de herinneringen van Jakob vinden we er niet. De boottocht terug is weer heerlijk en we sluiten de dag af met heel lekker eten in het havenrestaurant.

Nu moeten we gaan plannen hoe we verder gaan. We puzzelen en puzzelen, spelen met de weerkaart en de stroomkaartjes en het lukt niet echt om een mooi weergat te vinden. Of het waait hard bij Cuxhaven, of het waait hard bij Vlieland. De stroming op de Elbe komt ook op het verkeerde moment langs. Nou ja, we zijn lekker bezig.

We besluiten om vrijdag Laboe te verlaten en het Kielerkanaal op te gaan tot aan een mooie overnachtingsplek aan een steiger bij de Gieselausluis,die toegang geeft tot de rivier de
Eider.

Om half zes gaat de wekker af. Het is eigenlijk nog niet echt licht, maar we gaan er wel uit, want later op de dag is er weer te veel wind om naar de sluis te varen. Om zes uur maken we los en om zeven uur liggen we in de sluis. Die stond al open en we konden zo naar binnen varen. Hier nemen we echt afscheid van de Oostzee. We hebben er echt van genoten, mede door het mooie weer.

In tegenstelling tot de afgelopen tijd is het vandaag koud, een graad of twaalf. Dat zijn we niet meer gewend. Gelukkig hebben we warme kleren aangetrokken. Zelfs de zeiljas komt eraan te pas.

Bij de overnachtingsplek bij de Gieselausluis liggen we op een idyllisch beschut plekje in het groen. Ik loop een stukje in de omgeving en voel me in Friesland. De vakantie loopt nu toch echt op z’n eind.

We blijven nog een extra dagje aan de steiger bij de sluis en Jakob is zo stoer om nog even de mast in te gaan.

We varen morgen door naar Brunsbüttel, waar we in de haven blijven liggen tot we in één keer door kunnen zeilen naar Terschelling. Wie weet gaat dat dinsdag of woensdag lukken.

PS. Ik realiseer me dat het weer een uitgebreid verhaal is geworden, met weinig spectaculairs, maar soms is het gewoon lekker om zomaar een beetje te vertellen. Als we straks echt oud zijn, lezen we dit vast met plezier terug!

Bornholm

Zondag, 17 augustus 2025, op zee

We installeren ons in Nexo aan de zuidkust van Bornholm om de harde wind uit te zitten (nou ja, zitten..). Al is de haven dan niet zo luxe en is het een gedoe om stroom te krijgen, het is een prima uitgangspunt voor het verkennen van het eiland Bornholm. We bekijken het sanitair en de wasmachine. Ik had hier een was willen doen, maar de machines zien er niet zo geweldig uit, dus ik wacht nog maar even.

Tot onze vreugde is er een Lidl om de hoek. Onze voorraden zijn aardig opgegaan in Hanö. We kunnen dus weer flink inslaan. Maar daar vullen we dag niet mee. We gaan natuurlijk weer wandelen. Wikiloc, de wandelapp, geeft ons een goeie suggestie. De haven uit en dan linksaf. We worden verrast door een natuurgebied met een heuse uitkijkpost. Het barst er van de (water-)vogels. Het pad gaat verder door een bos en komt uit bij een strandje, waar gesurft wordt. Het water is er erg ondiep, dus ideaal daarvoor.

Er staat een koffietruck in de buurt, die een prachtige koffiemachine herbergt. Jakob geniet van de cappuccino en ik neem een ijsje. Heerlijk. Gelaafd door het lekkers wandelen we terug en komen langs een heideveld. Hoe kan je dat allemaal in een wandeling van 7 km verstoppen. We genieten ervan. Van de harde wind hebben we al wandelend geen last.

Ik had gelezen dat er in Rønne een oude keramiek fabriek is, die nu als museum dienst doet. Dat lijkt ons leuk. We stappen in de bus waar nog zone-kaarten worden gebruikt die je zelf in een machine moet afstempelen. Het werkt en een uur later zijn we in Rønne. Inderdaad geen gezellig stadje, maar de Hjorts Fabrik is geweldig. Alle verschillende werkruimtes zijn nog intact, waardoor het hele proces van af de ruwe klei tot het geglazuurde eindproduct te zien is.

We treffen een pottenbakker, die achter z’n draaischijf zit. Hij werkt hier al 44 jaar en vertelt dat dit niet alleen werk is, maar ook een verbinding met het hele leven en de oudheid, waarin gebakken potten al heel gewoon waren. Een bijzondere man! Wat zijn we blij dat we hier naar toe zijn gegaan. De rest van de stad is niet veel en tegen drieën gaan we weer met de bus terug naar de boot.

In Gudhjem staat het Kunstmuseum en dat willen we ook graag bezoeken. Al vroeg stappen we de volgende dag weer in de bus. Gudhjem is het enige dorp dat op een berg gebouwd is, dus we kunnen onze beenspieren weer gebruiken. Het dorp ziet er leuk uit, maar heeft wel een hoog toeristisch gehalte. Daar zijn wij niet zo van. We gaan op zoek naar het Kunstmuseum, maar dat ligt een heel stuk verderop, anderhalf uur lopen. Dat is ons te veel, want je moet ook weer terug.

Als het Bornholm museum in het dorp gesloten blijkt te zijn, stappen we weer in de bus en gaan naar Swaneke, dat niet op de weg terug naar Nexo ligt. Dat blijkt inderdaad een heel leuk dorp te zijn. Ook toeristisch maar op een gematigde manier. We lunchen op een terras en krijgen een mooi bordje voor ons neus, met roggebrood, gebakken scholfilet en garnalen.

Het ziet er prachtig uit en smaakt ook goed. We kijken nog wat rond bij de haven. Op het moment dat de bus eraan komt, bedenk ik ineens dat we de rugzak met onze truien erin bij het restaurant hebben laten staan. Dag bus! Die tas is toch belangrijker. Een uur later gaat er weer een en tevreden over deze dag drinken we een biertje aan boord. Morgen vertrekken we vanhier. We hebben genoeg gezien van dit eiland. We gaan oversteken naar Duitsland.

   De tocht naar Sassnitz is geweldig. De wind komt uit de goeie hoek en we hebben een mooie zeildag. Daar genieten we extra van, want die zijn er niet zoveel. Als we in de buurt van de haven komen zien we een heleboel oranje boeien. We zoeken onze weg er tussendoor tot er een motorboten met volle snelheid op ons afkomt. “Weg, weg,” schreeuwt een vrouw. Hoe of wat moeten we zelf maar raden.

Het blijkt een wedstrijdveld te zijn waar de Monstercatamarans getraind hebben. We varen om en er komt weer zo’n bootje naar ons toe. De man begint een gezellig praatje en geeft aan dat we gewoon naar de haven kunnen varen, want de training is klaar. Mooi zo! Wat een verschil in benadering.

Als we in de haven komen, blijken alle boxen een rood bordje te hebben, dat betekent dat je er niet mag liggen. De hele haven is leeg! We hebben er 70 mijl opzitten en zijn niet van plan om weg te gaan. Jakob manoeuvreert de boot tussen de palen door en we worden opgevangen door iemand van de organisatie. Die zegt niks, dus wij maken lekker vast. Op het havenkantoor horen we dat de hele haven is leeggemaakt voor het evenement dat vrijdag begint. Deze nacht kunnen we gewoon blijven. Of het komt omdat de haven leeg is weten we niet, maar er staat een flinke deining en we hebben een onrustige nacht.

De volgende morgen zijn we vroeg uit bed en vertrekken maar meteen. Koffie en ontbijt komen onderweg wel. We gaan op weg naar de ankerplek bij Dasser Ort, dat is 50 mijl varen.

We hebben de hele dag, dus we kunnen lekker spelevaren. De wind is matig, de zee is vlak en we genieten van de relaxte zeiltocht. Op de ankerplek is het water onrustig, maar dat gaat vast afnemen gedurende de nacht. Jakob steekt de bbq aan en we genieten van ons eten.

We doen nog één hopje (zeemijlen naar een volgende plekje) voordat we een dag rust nemen. Nu de wind oostelijk is, moeten we die benutten. We besluiten naar Warnemünde te gaan. Dat is niet zo ver en daar kunnen we tanken. Het wordt een rare tocht. De wind klopt niet echt met de voorspelling en de golven staan verkeerd. Maar goed, we komen er wel.

Helemaal achter in de haven is een klein tankstationnetje waar twee mannen op ons zitten te wachten. De pomp is langzaam, dus het duurt even voor we de 250 liter erin hebben. Hier komen we wel mee thuis. We meren daarna af aan de binnenkant van de oostpier. Een mooi plekje. Het is wel ver lopen naar de douche en de wasmachine, maar dan lopen we tenminste weer wat kilometertjes.

En alweer is het zaterdag geworden. De tijd vliegt en we doen de was en wat schoonmaakwerk aan boord. Alsof we thuis zijn ……

’s Middags gaan we nog even met de pont naar de stad om boodschappen te doen. Als we langs een worstenkraampje lopen kan Jakob het niet laten om een Bratwurst te kopen. Daar had hij bij ons vorige bezoek al zin in. En het smaakt hem nu heerlijk!

We gaan weer met de pont terug naar de haven en lopen via het kleine strandje  naar Jonas.

Morgen varen we weer verder. Héél langzaam richting Terschelling.

 

Van Vlieland naar Warnemünde

Vrijdag 20 juni 2025, Warnemünde

Het eiland Vlieland blijft een feest. Na de wandeldag naar het dorp en het strand, volgt de fietsdag door de duinen. Jakob houdt niet van fietsen, maar met een elektrische fiets is hij wel te paaien. Vlak achter de haven is de fietsverhuur en rond een uur of tien stappen we op.

    Wat is het heerlijk om door de duinen te fietsen. Gelukkig is het nog rustig en worden we niet steeds ingehaald. In een mum van tijd zitten we aan de koffie met cranberry taart bij het Posthuis, aan de westkant van het eiland. Wat fijn voor Jakob dat het een klein eiland is.

Dan verschijnen ineens Donald en Annelies van de Navaho. Gister zaten we nog gezellig bij Han en Helma op hun motorboot te borrelen en nu zien we ze alweer. Wat leuk, zo’n klein eiland. We drinken samen een kopje koffie en fietsen daarna terug naar het dorp om nog wat boodschappen te doen voor de komende dagen die we op zee gaan doorbrengen. De Duitse Bocht staat voor de deur!

Zaterdagmorgen rond 8 uur vertrekken we. Er is eerst nog wat tegenstroom als we bovenlangs Vlieland naar de vaargeul gaan, maar daarna spuiten we met een flinke gang richting de Elbe. We hebben alle zeilen bij en de windvaan stuurt Jonas de goede kant uit.

Maar helaas, na een aantal uren zakt de wind in en gaat de motor bij. Die bromt genoeglijk en zorgt voor onze snelheid. Ons wacht-systeem van 3 uur op 3 uur af gaat in en het werkt weer vlekkeloos. Om beurten slapen Jakob en ik in de voorpunt, want de zee wordt steeds vlakker en dan is het daar goed te doen.

We genieten van de ruimte van de zee, de rust van het grote water en de bijzondere‘zeevonk’. Dat blijft toch een bijzonder fenomeen. Donald en Annelies hebben ons intussen ingehaald en in het donker zien we hun schip schuin achter ons. Zij maken deze bijzondere foto met Jonas in nachtgewaad.

Bij Borkum merken we dat we te snel gaan en moeten echt gaan afremmen, anders zijn we veel  te vroeg bij de ingang van de Elbe. Met de motor op nog geen 1000 toeren en een vlakke zee brengen we de snelheid terug tot een knoop of vier, zodat we ongeveer bij laagtij de Elbe op gaan varen. Intussen zijn we met een groepje van vijf boten die allemaal proberen af te remmen. Het lijkt alsof de tegenstroom een stuk minder was dan de stroom mee, waardoor we met z’n allen te vroeg aankomen.

Zodra we de Elbe op varen bij de ton Elbe 1 pakken we een stroming van ruim drie knopen op en we schieten de rivier in.Intussen is het gaan miezeren en we zijn blij met onze vaste buiskap, die ons lekker droog houdt. Zonder dat we het weten wordt er een foto van’ Jonas op de Elbe’ gemaakt en op de Faceboek-site ZeilNoord gezet. Neef Dennis, die in Noorwegen vaart, maakt ons erop attent. Leuk toch?

We komen bij de sluis van Brunsbuttel en moeten wel een uur lang rondjes draaien voordat we naar binnen kunnen. Best weer spannend, want het is voor ons allebei dertien jaar geleden dat we hier waren. Na wat gedoe liggen we tegen een ander schip aan en gaat de sluisdeur dicht. In Brunsbuttel gaan we het kleine haventje in om de nacht door te brengen. We hebben er  ruim dertig uur  opzitten en verlangen naar een warme douche. Tot onze verbazing is die er. Prachtig schoon met heerlijk warm water. We gaan op tijd naar bed, het is mooi geweest. De Duitse Bocht zit erop.

De volgende morgen ben ik vroeg wakker en ga een stukje wandelen, het dorp in. Even de benen strekken. Onderweg zie ik de eerste Duitse strandstoel staan op het dorpsplein.

Ik kan het niet laten om er een foto van te maken. Daarna zie ik een bakker, waar de warme broodjes al klaar liggen voor de verkoop, terwijl het nog voor zeven uur is. Gelukkig heb ik geld bij me en koop wat van die broodjes en iets lekkers bij de koffie, voor straks als we het Kielerkanaal door gaan motoren.

Terug aan boord wordt Jakob net wakker. Hij had me gelukkig niet gemist. Om negen uur vertrekken we voor de lange motortocht tot aan Rendsburg. Het is goed weer, er is weinig scheepvaart en de omgeving is mooi groen. Geen straf dus. We ankeren iets voorbij Rendsburg in een soort binnenmeertje en genieten van de rust.

Het tweede deel van het kanaal is iets drukker met grote schepen, maar de sluis bij Holtenau daarentegen is erg stil. Met nog één andere zeilboot worden we geschut en ligt de Kielerbocht op ons te wachten.

Heerlijk, de zeilen kunnen weer omhoog en we gaan op weg naar een ankerplek bij het dorpje Orth op het Duitse schiereiland Fehrman. Het is een mooie avond en als de zon ondergaat liggen we daar met vijf boten.

Het zou een rustige nacht worden, maar dat gaat anders. Om een uur of twee wordt ik wakker van de harde wind. Ik ga mijn bed uit om buiten te kijken. We liggen nog goed en de ander boten ook. maar de wind giert door het want. Op de “Boating app” zie ik dat we nog precies op de plek liggen waar we het anker hebben laten vallen. Geen probleem dus. Ik ga terug naar bed, doe mijn oordoppen in en slaap tot de volgende morgen.

Het waait nog steeds hard als we om negen uur ankerop gaan. Jakob spoelt het anker, waar dikke vette klei aan zit, schoon met de dekwash en met de kluiver op, speren we de Fehrmansund door. De vaargeul daar is smal en we zijn er niet alleen. Alles gaat goed en de windvaan doet zijn werk. Het water is knobbelig, maar daar kunnen we wel tegen. In de middag zakt de wind eruit en gaat de motor weer aan. Die heeft het nog steeds naar zijn zin.

Na een uur of tien varen hebben we 54 mijl afgelegd en komen aan in de buitenhaven van Warnemuende. We vinden een mooi plekje aan een kopsteiger.

Als we naar het havenkantoor gaan om ons te melden krijgen we bericht dat we daar niet mogen liggen en moeten verkassen naar een hele grote ligplaats tussen palen. Dat wordt een heel geknoei met lijnen. Bovendien staan de bolders op de steiger op onmogelijke plekken. We mopperen op elkaar, dat komt zeilers vast bekend voor.

Jakob hangt ons nieuwe steigertrapje op, zodat ik kan afstappen om de lijnen vast te maken.  En dan liggen we eindelijk goed vast. Er gaat veel wind komen.

Nu eerst maar een biertje. Het wordt half negen als ik ga koken. Zo laat eten we nooit. Maar morgen kunnen we uitslapen en gaan daarna Warnemuende verkennen.