Zaterdag 9 augustus 2025
Wat een geluk dat we op dit mooie eilandje terecht gekomen zijn. Het is er heel bijzonder. Dat begint al met de haven. De havenmeester is Lotte, en ze dirigeert iedereen op een plek, zodat er heel veel boten kunnen afmeren. Dan het sanitair. Dat zijn allemaal aparte hokjes voor douche of toilet en zijn brandschoon. Bij de dames staan er geurstokjes en bloemetjes.
Op de kade staan picknick banken of ronde tafeltjes met rieten stoelen. Zo verzorgd. De beschutting van de haven is ook veel beter dan we verwacht hadden. De muur van de golfbreker houdt veel wind en zeker water tegen.
Op zondag beginnen we met een wandeling naar de vuurtoren en de Engelse begraafplaats. Leuke paadjes wisselen elkaar of met grote stenen. En overal staan bankjes. De zon schijnt uitbundig en op het eiland zelf merk je weinig van de wind.
Nog even lijkt het erop dat we maandag naar Simrishamn op het vasteland gaan, maar we besluiten dat niet te doen. Dan lig je daar nog vier dagen verwaaid en we kennen die omgeving al. Hier op Hanö zijn we nog lang niet uitgekeken.
Maandag kiezen we voor de wandeling om het eiland heen. Oei, dat is niet zo’n mooi plat paadje als naar de vuurtoren. Dit is een keienpad en dat vindt mijn heup niet zo lekker. Er staan ook geen bankjes om dat been even rust te gunnen. Maar het is zo bijzonder hier met de stenen en de doorkijkjes op zee, dat de kiezen op elkaar gaan en we stappen lekker door. Wat een afwisselend landschap. Na het keienpad komen de grote steenpartijen. Wat een bijzonder natuur. We genieten met volle teugen en zijn blij dat we hier nog een paar dagen blijven.
In de avond begint het te waaien. Steeds harder tot windkracht zeven. Alle stootwillen hangen tussen de buurboot en de onze, om schade te voorkomen. Ik heb lijnen om de zeilhuiken van beide zeilen gebonden tegen het klapperen en verder alle losse dingen van het dek verwijderd.
Om 2 uur ‘s nachts gaat de wind echt los. Er begint een lijn te klapperen. Ik lig een poosje te luisteren. Het regent intussen ook verschrikkelijk. Voorzichtig steek ik mijn hoofd om het deurtje van de kajuit, maar doe het gauw weer dicht.
Een uur later is de regen gestopt, maar de wind laat de lijn extra hard klapperen. In m’n onderbroek ga ik nu toch naar buiten. Niemand die me ziet. Ik trek de lijn stevig aan, zet ‘m vast en ga weer snel naar binnen. Mijn bed in en oordoppen in m’n oren. Nu kan ik nog lekker een poos slapen.
De volgende ochtend is de wind iets minder en het is droog. De zon schijnt uitbundig. Na een verlaat ontbijt gaan we toch maar weer lekker wandelen. Jakob helpt eerst de buurman, die tegen de autobanden aan de kade ligt, om onze planken als wrijfhout aan te brengen. Nu verdwijnen zijn stootwillen niet meer in de gaten van de autobanden. Onze Jonas ligt lekker tegen de grote buurboot aan. Wij hebben het makkelijk.
De haven is gister leeggelopen. De meeste boten hadden vast haast of ze moesten weer aan het werk en vertrokken daarom toch maar. Er is nu geen enkele paniek. Iedereen heeft een lekker plekje en we voelen ons veilig.
Er worden nog twee dagen en nachten met harde wind verwacht. Wij vinden het prima. Het eiland is prettig en de zon schijnt veel. Vanavond gaan we eten in het enige restaurantje hier. We zijn benieuwd, want het heeft een goeie naam.
We nemen een verrassend voorgerecht. Echt Zweeds denk ik. Heel erg lekker. Daarna fish en chips. Heel verse vis op de juiste manier gebakken. En we delen een toetje, crème brûlee met een heerlijk hard suikerlaagje. Inderdaad een prima kok in de keuken.
Na een redelijk rustige nacht draait de wind iets naar het noorden. Nu komt er deining in de haven en dat maakt het erg vervelend. We hotsen en klotsen en hopen dat we geen schade veroorzaken aan de buurboot.
Als afleiding bak ik een cake in de Airfryer. Dat is best lang geleden, dus ik zoek een beetje naar de baktijd. Drie keer verleng ik de tijd, totdat de satéprikker er droog uitkomt. Tot mijn verbazing smaakt ie fantastisch.
Na de lunch nog maar weer een wandeling naar de vuurtoren. Het is heerlijk hier en op het land merk je veel minder van de wind. Om een uur of acht moet het ergste voorbij zijn. Ik lees op fb dat veel zeilers het moeilijk hebben met deze drie dagen harde wind. Gelukkig schijnt bij ons meestal de zon.
We hebben besloten om tot vrijdag te wachten om te vertrekken. Dan is de windrichting nog niet echt goed, maar de sterkte wel. We gaan ervoor. De buren vertrekken ook, dus dat komt goed uit. Soms babbel ik even met de buurvrouw en dat is gezellig. Ze is een beetje nieuwsgierig naar ons, dus ik licht een klein tipje van de sluier op. En dan vertelt zij wat meer over hen.
We maken donderdag nog één keer een wandeling over rotsige paden, ongelofelijk dat we dat gewoon doen! Als beloning gaan we nog maar een keer naar dat leuke restaurantje. Ze hebben vast weer heel lekker eten voor ons.
Als we vrijdag losmaken om naar Bornholm te varen, zijn we echt blij dat we hier terecht zijn gekomen. En zo lekker lang, zodat we alle wandelpaden konden ontdekken. Verwaaid liggen op zo’n plek is zo slecht nog niet.
De dag begint met motoren, dat wisten we en varen een beetje richting Simrisham, zodat we op kunnen steken naar Bornholm als de wind komt. Dat was goed gepland. Na vier rustige uren, kunnen we aan de bak. Alle zeilen bij en varen maar. De wind neemt flink toe, dus er moet gereefd worden. Ik doe het grootzeil, nadat ik zwemvest en lijflijn had aangedaan. Samen maken we de kluiver een stukje kleiner. Het water spoelt over het dek.
Het is lang geleden dat we zo aan het werk waren. Genieten, maar ook best (in-)spannend. De traffic lane richting Zweden ligt voor ons en die moeten we loodrecht oversteken. Tot twee keer toe kunnen we net voorlangs een groot vrachtschip. Beiden verlegden hun koers een paar graden. Zo gaaf; ja “varen doe je samen”.
Tevreden komen we bij de noordoost punt van Bornholm aan, waarachter een mooie ankerplek ligt. De golven worden minder, maar de wind blaast nog lekker. Na het aftuigen varen we rustig naar het strandje. Op onverklaarbare reden stond de dieptemeter op feet in plaats van meters. Ik snapte er niks van. Het bleef maar 25 meter diep. Toch maar geankerd en toen ontdekten we het. Zo stom! Eind goed al goed. We lagen een poosje later heerlijk te deinen in de zon met uitzicht op een strandje met zwemmers en een mooi dorpje op de achtergrond.
Vandaag, zaterdag, zakken we af naar Nexø aan de zuidkust van Bornholm. De wind is west 3-4 en het is een ouderwetse zomerse zeildag op vlak water, met een gematigd windje. Dat was lang geleden en we genieten er enorm van.
Nu liggen we in Nexø, een Industriehaven die
omgeturnd is voor jachten. Niks geen luxe, zwarte autobanden langs de kademuur en verder veel beton. Er hangt een balkansfeer, stoer, simpel, geen luxe. Jakob vindt het geweldig. Ik moet even wennen. Maar we liggen hier goed. Morgen weer windkracht 7….