Zondag 28 april 2024
We zijn vertrokken! Het is echt gelukt om ons los te rukken uit het gezellige A Coruña. De
vertraging van het vliegtuig uit Barcelona was maandagavond opgelopen tot twee uur, dus ruim na middernacht stapten we weer op onze vertrouwde Jonas.
Rond een uur of tien zijn we de volgende dag uit bed. De zon schijnt en we beginnen aan de voorbereidingen voor ons geplande vertrek. Alle stalen veren waarmee de landvasten opgesierd waren moeten er af en we vervangen de lijnen door wat soepelere handzame landvasten, die makkelijker te hanteren zijn bij het wegvaren. De motor wordt gestart, de stuurautomaat gecheckt en het dek wordt nog een keer gecontroleerd op dingen die er niet horen. Ik ga nog een keer wat laatste boodschappen doen en dan zijn we klaar. Nog één keer drinken we een biertje op de kade en dan zijn we er klaar voor.
Het blijkt ’s avonds dat Jakob een flinke kou heeft gevat. Misschien in het vliegtuig, maar veel waarschijnlijker in de metro, waar we veel gebruik van gemaakt hebben en waar de lucht vast niet zo zuiver is als bij ons aan boord. Hij snottert en hoest en neemt een flinke voorraad pillen. De plek op zijn rug is zo goed als genezen, dus er is ruimte voor wat nieuws…..
Als we naar bed gaan die avond geeft ik wel aan, dat als hij niet opgeknapt is, we echt niet gaan vertrekken. Maar wonder boven wonder voelt hij zich de volgende morgen een stuk beter. De zon schijnt en we zijn
vol goede moed. We varen rustig de box uit en gaan eerst naar de andere haven om de dieseltank te vullen. Dan zetten we koers naar zee.
Er is niet veel wind, dus we motorzeilen ongeveer dertig mijl naar de prachtige beschutte ankerbaai van Cedeira. Het is behaaglijk in de zon. Onderweg was het best koud, dus we beginnen maar met een warm aankomstdrankje en een stukje zelfgebakken appelcake.

We kijken naar het weerbericht voor de komende dagen en dat is ineens schrikbarend slecht geworden. Er komen tropische regenbuien aan, maar dan zonder de bijbehorende lekkere temperatuur.
De kachelpijp komt uit de bakskist en de Dickinson kachel gaat weer aan. Kou is armoe!

We liggen heerlijk rustig op onze ankerplek terwijl de regen onophoudelijk met bakken uit de hemel komt. Er zijn extra waarschuwingen uitgegeven voor wateroverlast, maar ja, wij liggen al op het water, dus laat maar komen. De kuiptent doet goede diensten en onder de plekken waar wat water doorheen komt zetten we plastic bakken neer, net als vroeger op zolder.
Ineens hoor ik een piepje. En na een poosje nog een keer. Jakob hoort niks, maar ik denk dat het uit het motorruim komt. Als Jakob het luik opentrekt, hoort hij het ook en gaat op onderzoek uit. Het blijkt de omvormer te zijn van 24 V naar 12 V. De 12V service accu die onder andere de stuurautomaat van stroom voorziet, is stuk. Wat nu? Gelukkig hebben we nog een 12V accu, die als startaccu functioneert. Er worden wat draadjes omgelegd en het probleem is voorlopig opgelost. We vermoeden dat de pas aangeschafte StarLink toch meer stroom nodig heeft dan we dachten en een laatste doodsteek aan de accu heeft gegeven. De StarLink gaat dus voorlopig maar even uit.

De volgende dag vertrekken we toch maar naar Viveiro, waar een haven is waar we vast een nieuwe accu kunnen scoren. De regent komt met bakken uit de hemel en we laten de kuiptent erop staan. Het is toch een rustig stuk om te varen. Dachten wij. Veel ander boten zagen we niet, maar de golven waren vreselijk. Er was geen wind en dan doen dikke golven allerlei kunstjes met zo’n bootje zonder zeil. Jakob krijgt echt de pest in en geeft aan dat hij dit niet meer leuk vindt. Het is niet anders en we hobbelen door naar Viveiro.
We hebben geluk, want vanaf het moment dat we de Ria (baai) van Viveiro binnenvaren stopt de regen en kan ik op mijn gemak de stootwillen en lijnen op hun plek brengen. Ook als we de haven binnen varen is het droog. Er is niemand om te helpen, want de havendienst begint pas om vier uur. We zijn een uur te vroeg. Zelf zoeken we een plekje aan de eerste steiger, waarvan we verwachten dat die voor de grote boten is. Maar dat klopt niet echt. De zijsteigertjes zijn maar een meter of vijf, terwijl Jonas 13 meter lang is. Het wordt even friemelen met de lijnen, maar dan liggen we goed vast. De haven is super beschut, dus veel deining zal er niet komen. En dan ineens begint het weer verschrikkelijk te gieten. Wat een mazzel hebben we.
Om vier uur komt er een marinero de sleutel van het hek brengen, zodat we de steiger af en op kunnen. Op het kantoor hebben ze alleen onze paspoorten nodig, vertelt hij. Als het eindelijk weer wat droger is, gaat Jakob naar het havenkantoor. Ik ben m’n bed ingedoken, want nu heb ik de kou te pakken. Mooi dat we elkaar afwisselen.
Als Jakob het kantoor binnen stapt ziet hij een bekend gezicht. Ana, de geweldige kantoordame uit de haven van A Coruña. Ze is daar in december onterecht op staande voet ontslagen en werkt nu hier. Een topmeid. Jakob is blij haar weer te zien. Ze neemt hem direct mee naar de werkplaats om te overleggen hoe snel we een nieuwe accu kunnen krijgen. Er zijn weer feestdagen hier, dus het wordt woensdag of zo. Geen probleem. Ik moet toch nog even uitzieken en we hebben geen haast. Het wachten is op een mooi weer-window om naar Frankrijk over te steken.

Vandaag schijnt de zon als we wakker worden. Ik voel me al een stuk beter. Nu kunnen we het stadje gaan ontdekken. We hebben op de kaart gezien dat we hier goed kunnen wandelen, dus we komen onze tijd wel door tijdens het wachten op een nieuwe accu.
Zodra we de jas aanhebben begint het weer te druppelen, maar we gaan gewoon. Wat een leuk stadje is dit. Er zijn pleintjes en leuke straatjes en natuurlijk dikke kerken. Een pad omhoog geeft ons een mooi overzicht over de rivier en het dorpje.

Zoals de lokalen hier doen, gaan we een glas wijn drinken rond het middaguur. Gezellig om naar alle mensen te kijken. We eten gelijk maar een hapje. Dan is dat ook weer gedaan.
Tevreden lopen we terug naar de boot. Het leven is goed!

komt een Nederlandse boot binnen en even later krijg ik een berichtje van Brigitte, waar we mee op gezeild hebben, dat het bekenden van haar zijn. We maken kennis met de mannen, die op weg zijn om de boot naar de Middellandse Zee gaan brengen. We nodigen hen uit om koffie te gaan drinken aan de wal. Heel gezellig.








Het is druk in het museum. Alweer schoolklassen. Maar ook groepen met een gids. Ik luister dan soms stiekem even mee. Dan hoor ik dat Picasso schilderijen van Velasquez’s op zijn eigen manier heeft geschilderd, waarbij de opstelling van de figuren overeen komt met die bij Velasquez. Ineens zien we het op veel schilderijen. Hoe leuk is dat!

n de Rambla en wandelen een stukje richting zee. Langs de bijzondere kathedraal lopen we terug naar het centrum.


vriendelijk. Met moeite maakt de verpleegster de grote pleister van Jakobs rug los, wat nogal pijnlijk is vanwege de haren die mee uitgetrokken worden. Maar er is goed nieuws. De wond geneest goed. We kunnen weer plannen gaan maken.
kijken. Dat moet wel want vanaf zaterdag stap ik weer in m’n verpleegstersrol.
We staan zaterdag vroeg op om naar Vigo te gaan. De reis duurt anderhalf uur en gaat door heel veel tunnels. Echt veel zien we niet. Om half tien stappen we uit de trein. Lekker vroeg en de winkel waar we zijn moeten is nog niet eens open. Tijd voor koffie. Om stipt tien uur lopen we de elektronicawinkel ‘fnac’ binnen. Ze hebben voor ons gelukkig nog zo’n Starlink staan.

Omhalf twee zitten we in de trein terug met de mooie grote Starlink doos in het bagagerek boven ons hoofd. Zou die het straks echt gaan doen?
achterdek. Hoera, hij doet het! Nu moet alles nog worden ingebouwd en dat doet Jakob graag. We zijn er blij mee.

We zijn daar nog steeds niet binnen geweest. Het staat ook een beetje onderaan op ons lijstje omdat we de oceaanbeleving in het echt hebben meegemaakt.




We gaan vervolgens naar het klooster en het museum. Dat laatste ligt op een verdieping bovenin het schip van de kerk. Een unieke plek, prachtig en verrassend ingedeeld met bijzondere kunstschatten. Met een zucht verlaten we de kathedraal. Wat was dat mooi!

We krijgen twee mooie gerechten met wijn, bier en brood en rekenen samen 30 euro af. Je zou toch nooit meer naar Nederland teruggaan.




Het is stil op straat. Alleen de doffe dreun op een trommel die het loop-tempo aangeeft, is te horen. We sluiten achter in de rij aan en lopen een stuk mee tot aan de overkant van het plein. We zijn onder de indruk.

Maar als we bij het Militair Museum komen, zien we dat er bij het kerkje, dat daar aan vastgebouwd is, wat mensen staan. Nieuwsgierig lopen we er naar toe en zien dat er een draagbaar met Maria en heel veel dragers klaar staan. Zou hiervandaan een processie beginnen?

Het wordt een bijzonder uur. De dragers voeren een soort dans uit met de draagbaar, waarbij ze naar voren en naar achter gaan, een hele draai uitvoeren en de baar omhoog steken. Alles aangevuurd door twee bevlogen priesters. Dan wordt het weer stil en klinkt het ‘Ave Maria’ door de kerk, gezongen door een knappe donkere zangeres. De muziekkorpsen spelen om beurten en het is prachtig.
Soepel stappen ze de treden af zonder dat het beeld gaat schuiven. Het is een eenvoudige stoet en weer heel anders de de vorigen die we zagen.
Ik
zal toch eens wat meer over die pro-cessies op internet gaan lezen. Dat is vast heel interessant. Na koffie bij de Taberna de Chipiron gaan we terug naar de boot.
stedentripje. We houden de moed er in. Wie weet kunnen we half april voorzichtig op weg naar het noorden?