Categoriearchief: Ierland

Cornwall is ook heel mooi!

Zaterdag, 3 Augustus 2024, Mevagissey

De zon schijnt in Kinsale als we vertrekken. Er staat al flink wat stroming in de rivier als we losmaken van de steiger, maar alles gaat prima. Terwijl Jakob de boot de rivier af vaart richting zee, ruim ik het dek op en berg alle lijnen en stootwillen op. Dan kan het zeil omhoog. Tegen de tijd dat we de Keltische zee opdraaien staan alle zeilen bij en de windvaan stuurt Jonas de goede kant uit. We zeilen over redelijk vlak water met een snelheid van zes knopen naar het zuidoosten. Dit gaat lekker.

Maar dan, een uur of twee later begint de wind af te nemen en worden de golven onrustig. De motor gaat bij. Om voorbereid te zijn op accuproblemen heeft Jakob de Honda generator op het dek gebonden. Het voelt weer een beetje als tijdens de Pacific oversteek, toen we een serieus accuprobleem hadden en de generator onze redder was. Voorlopig hebben we hem niet nodig, want de zonnepanelen zorgen voor voldoende energie.

De wind neemt verder af en we strijken de bezaan en de kluiver. Af en toe komt er een groot schip op ruime afstand voorbij. De wind is nu echt verdwenen en de golven gaan hun gang. Dan klinkt het motoralarm dat een dynamo probleem aangeeft. Jakob zet het geluid uit en we motoren rustig verder. Het grootzeil staat in het derde rif, zodat het toch wat steun geeft en niet te hard klappert. Af en toe controleren we de metertjes op het motorpaneel. Die blijven keurig op de gewenste stand staan terwijl het geluid van het alarm uitstaat.

We gaan de nacht in. De zonnepanelen zijn in slaap, er komt geen energie meer binnen. De accuspanning van de 24-volt bank daalt. De generator gaat aan en pompt er wat ampère in. Het is een hoop herrie met de motor en de generator aan, maar toch slaap ik een paar uur prima in de achterkajuit. Als de benzine in de generator op is, stopt hij vanzelf. Dat scheelt in het geluid. Nog een paar uur en de zon gaat weer op. Dan kunnen de zonnepanelen weer aan de gang. Die doen dat geruisloos!

Tegen 9 uur de volgende dag komt er land in zicht. Heel langzaam zien we steeds meer contouren van de kust van Cornwall. Het wordt ook steeds warmer. Het dikke zeilpak dat we al heel lang aan hebben kan steeds verder uit. Het is zomer hier. Zelfs de korte broek gaat aan.

We ronden de kaap bij Lizard Point en varen de baai van Penzance binnen. Bij Newlyn laten we het anker vallen. Ondanks de spanning over het accuprobleem en het gebrek aan wind hebben toch een goeie oversteek gehad. We ruimen de boot op en zijn eigenlijk helemaal niet moe.

Heerlijk om in de zon op het dek te zitten en de nieuwe omgeving op ons te laten inwerken. In de verte zien we het zwembad van Penzance en de contouren van Mt Saint Michael. Na het eten hebben we toch wel slaap en gaan op tijd naar bed.

Het is prachtig weer als we de volgende morgen wakker worden. De korte broek gaat direct aan.

We varen met de dinghy de haven in en vragen op het havenkantoor of we nog iets moeten betalen. Dat hoeft niet en we wandelen Newlyn door, waar we koffie drinken op een schattig Engels terrasje.

  Via de boulevard lopen we naar Penzance. Als we naar het water kijken valt ons op dat Jonas helemaal alleen in de baai ligt. We realiseren ons hoe gek het eigenlijk is dat we ons huis zomaar achterlaten. In Penzance lopen we een rondje langs de haven en zien dat er een schot zit tussen de binnenhaven en de zee.

    Op de terugweg bezoeken we de Lidl. Altijd weer fijn om daar inkopen te doen. We doen de hele middag niks en komen een beetje bij van de oversteek. We kijken wat naar het weer en speuren Marine Traffic af naar de Bodyguard van neef Dennis en Arianne. Ze liggen op de Scillies, dus die gaan we vast nog tegenkomen.

Dinsdag gaan we ankerop met als doel de Helford River. Het is ruim 30 mijl varen. Het is prachtig weer en ik ga een poosje op het voordek zitten. Na een beetje zoeken vinden we een visitor’s mooring aan het begin van het mooringveld. Een mooring bootje komt het geld ophalen.  Wat een mooie plek. We liggen precies tussen de yachtclub en het strandje bij de Ferry Inn.

We zetten onze stoelen op het voordek in de zon en drinken wat. Dan ontdekt Jakob dat we een probleem hebben met de mastvoet. Is zit een scheur in de bevestiging. Met een spanband wordt de mastvoet geborgd, maar zou dat voldoende zijn?  De grote lijmtang wordt er ook bijgezet. Dit voelt niet goed. We hebben metalen spanbanden nodig om de zaak te borgen. Jakob zoekt in de bakskist naar zo’n ding, maar dat ding blijkt onvindbaar. Dan morgen maar naar Falmouth om er een te kopen.

Ik kijk op Marine Traffic of de Bodyguard al is vertrokken en zie dat ze onze kant uit komen. Via de app laat Dennis weten dat ze rond 8 uur aankomen. Ik vraag of ze komen eten. Daar hebben ze wel oren naar. Ik maak een ovenschotel en sla. Zodra het anker van de Bodyguard gevallen is haalt Jakob ze op met de dinghy.

Wat een blije ontmoeting is dat. We eten in de kuip en praten honderduit. Als de koffie op is, is het middernacht geworden. Het is pikdonker op de rivier. Jakob zet een driekleurenlicht op de motor van de dinghy, zodat hij goed zichtbaar is.

   Na even zoeken is de Bodyguard gevonden en zijn de gasten weer op hun huis afgeleverd. Ik wacht intussen in spanning af of Jakob onze boot in het donker kan terugvinden. Het is al weer een poos geleden dat we in het donker iets ondernamen. Gelukkig zie ik het lichtje langzaam dichterbij komen. Hij is er weer. Dennis roept ons op via de marifoon of Jakob weer terug is. Even checken voor het slapen gaan.

De volgende morgen gaan we naar de wal aan de kant van de yachtclub. Er is een lange steiger voor dinghy’s en we vinden makkelijk een plekje. Het pad naar de club gaat steil omhoog, goed voor de beenspieren. We zien dat we er kunnen douchen.

      We lopen verder naar het kleine dorpje Helford en we drinken koffie met uitzicht op de rivier. Wat is het mooi hier. Dennis en Arianne zijn naar het eind van de rivier vertrokken en liggen daar voor anker. Er was te weinig wind voor hun oversteek naar Guernsey.

  We eten met elkaar op het terras van de Yachtclub en nemen daarna afscheid. Het is erg leuk om elkaar zo als zeilers mee te maken.

Donderdag laten we ons ophalen door de ferry en gaan met de bus naar Falmouth. Het is een flinke klim omhoog naar de bushalte, maar dat levert wel weer een mooi plaatje op.

In Falmouth moet vast een metalen spanband te koop zijn. We gaan naar ‘Bosuns Locker’. Die blijkt verhuisd te zijn naar de overkant van de straat en verkoopt alleen nog maar kleding.

Dan zien we ineens een vlag van AllSpar, een bedrijf dat verstaging voor schepen verzorgt. We lopen naar binnen en leggen het probleem uit. Al snel komen de spanbanden op de werkbank te liggen. Hoeveel willen we er hebben? Het worden er drie. Als Jakob wil betalen kan dat niet, want ze verkopen eigenlijk geen materialen. Er wisselt een briefje van 10 pond van eigenaar. Goed voor een biertje! We lopen nog een rondje door Falmouth, lunchen op een terrasje met uitzicht op de haven en gaan weer terug naar de Helford River.

Met een beetje onrustig gevoel in ons buik vertrekken we vrijdag naar Mevagissey, een tochtje van 20 mijl. Nauwlettend houden we bij ieder windvlaag de mast in de gaten. Er piept en kraakt niks, dus het zal wel goed gaan. Toch ontsnapt bij Jakob een zucht van verlichting als het anker valt.

Ik heb onderweg contact gezocht met een rigger in Plymouth en het probleem uitgelegd. Als wij maandagmorgen daar zijn, komt hij om 9.30 bij ons aan boord het probleem bekijken.  Mooi dat het zo snel kan. We hebben eigenlijk geen idee hoe lang die scheur al in de mastvoet zit, maar nu we het weten vaart het niet echt lekker meer. Nog 20 mijl te gaan naar Porthmouth. Dat doen we morgen. Straks gaan we met de dinghy het haventje en stadje van Mevagissey bekijken.

Dag Ierland……

Zondag 28 juli 2024, Newlyn, Cornwall (GB)

We zijn sinds vorige zondag weer terug uit Dublin en genieten van de rust hier in Kinsale na al die mensenmassa’s in de grote stad. Eigenlijk zouden we een dagje niks moeten doen, maar dat komt er niet van. We gaan eens kijken hoe het met de fietsjes is die het laatste halfjaar in quarantaine in onze ‘schuur’ hebben doorgebracht. We willen ze gebruiken om naar de kapper in de stad aan de overkant gaan.

Jakobs fiets is nog in topvorm, maar mijn ketting is zo geroest dat ik het tandwiel echt niet rond krijg. Met wd40 en speciaal vet krijgt Jakob hem weer werkend. Wat kan hij zulke dingen toch goed. We stappen op en denken een mooi vlak stuk te kunnen fietsen. Maar niets is minder waar. Er is een eenrichtingsverkeer traject gemaakt, waarbij we heen echt de heuvel op moeten. Dat wordt dus lopen.

Pas op de brug kunnen we weer fietsen. We parkeren de fietsjes bij het toeristen bureau en gaan op zoek naar een kapper. Die voor Jakob  is snel gevonden. De kappersvrouw daar belt voor mij naar een collega en brengt me er lopend naar toe, omdat uitleggen waar het is te ingewikkeld wordt. Hoe aardig is dat! Een uur later zien we er alletwee weer toonbaar uit. Het was ruim vier maanden geleden sinds er een schaar door ons haar ging.

Opgewekt fietsen we terug naar de haven, nu lekker via de vlakke benedenweg. We besluiten de fietsjes maar weer in quarantaine te zetten.

We laten nu toch maar de dinghy te water. Dat is echt de makkelijkste manier om naar de overkant te gaan. De lier aan de hoofdmast heeft een extra verwenbeurt van Jakob gekregen en doet het weer prima. We gebruiken hem nu zonder probleem weer voor de dinghy. Intussen is er wel een nieuwe lier voor veel geld besteld. We moeten maar kijken wanneer we die gaan gebruiken.

De oversteek naar GB oftewel de UK komt er aan en Jonas krijgt weer wat extra controles. Er komt maandagmiddag een monteur aan boord om te kijken of de dynamo nog goed werkt. Het accu alarm is nu al twee keer af gegaan en dat is niet fijn. Hij heeft alles doorgemeten en kon geen echt probleem vinden. Wel heeft hij de V-snaar wat strakker gezet. Of dat helpt weten we pas af als we weer onderweg zijn. Duimen dus maar!

Dinsdag brengt Jakob mij met de dinghy naar de overkant van de rivier en ik neem de bus naar Cork Airport. Ik ga Inge verrassen op haar verjaardag. Maar eerst ga ik de status van ons appartement in Soesterberg bekijken. We zijn daar een half jaar niet geweest. Het ziet er gelukkig goed uit en ik voel me er erg op mijn gemak. Dat is een goed teken.

De volgende dag ga ik naar Alphen. Als ik al aan tafel zit als Inge aankomt bij Wet ’n Wild voor haar verjaardagsetentje is de verassing heel groot.

Na twee nachtjes logeren, vlieg ik afgelopen vrijdag weer terug naar Ierland. Het weer is goed om zaterdag te vertrekken naar Cornwall, dus ik ben net op tijd terug. Jakob is blij dat ik er weer ben en heeft de boot vertrek klaar gemaakt.

Nog even een maaltijd voor onderweg koken, een nachtje lekker slapen en we kunnen Kinsale achter ons laten. We hebben echt zin om weer eens een flink stuk te zeilen na alle korte tripjes in Ierland. We hebben een mooie tijd gehad in Ierland en nemen met moeite afscheid.

PS. We zijn vanmiddag veilig aangekomen in de UK. Het verloop van de tocht komt in het volgende blog.

Cape Clear Island – Baltimore – Kinsale – Dublin – Kinsale

Zondag 21 juli 2024, Kinsale

We hebben een afwisselende week achter de rug, die wel twee keer zo lang lijkt als je ziet wat we allemaal gedaan hebben.

Het is zaterdag 13 juli als we vertrekken vanuit Crookhaven naar Cape Clear Island. Een stukje van nog geen 8 mijl. Er staat nauwelijks wind en we laten de zeilen lekker ingepakt voor dat kleine stukje.

    Rond 12 uur komen we aan in een mooie baai, waar twee schepen geankerd liggen. Plek genoeg voor ons dus. De bodem is modder met wat waterplanten, dus onze eerste ankerpoging mislukt. De tweede keer is het goed en we leggen een flink stuk ketting uit, voor alle zekerheid. De dinghy hangt nog achter de boot. Lekker makkelijk.

We varen naar de wal om via het smalle stuk van het eiland naar de andere kant te lopen, waar een haventje is en ook wat huizen en pubs. Zodra we de haven in zicht krijgen, zien we dat het er erg druk is. Er blijkt een festival te zijn, dat veel mensen trekt. Er staan een stuk of vijf kraampjes en het thema is lavendel.

  Het kleine haventje ligt vol met een stuk of zes boten. Op de kade staat een dikke rij mensen op de pont naar Baltimore te wachten. Het zijn er zoveel dat er een tweede pont wordt opgeroepen. Het ruikt lekker naar lavendel op straat. We lopen een rondje en zoeken een ‘beergarden’ op, zoals ze hier een stuk gras met wat banken noemen. We raken aan de praat met een stel uit Dublin, dat hier elk jaar een weekend in een tentje komt doorbrengen. Al snel begint er een band te spelen. Erg goed met allemaal bekende nummers. Dit wordt dus zomaar ineens een hele gezellige middag.

De dagjesmensen (het zijn intussen wel een stuk of 7 boten geworden) vertrekken tegen 6 uur uit de baai en we genieten van een mooie avond in de kuip. Als er geen wind is wordt de temperatuur vanzelf aangenaam. We kijken nog maar eens naar het weerbericht. en zien dat er wat minder weer aankomt. Tijd om de plannen weer bij te stellen.

We besluiten zondagmorgen een wandeling over het eiland te maken en daarna te  vertrekken naar Baltimore, dat een kleine 10 mijl naar het oosten ligt. De wandling is weer verrasend zoals bijna altijd. De zon laat zich niet zien, maar de temperatuur is goed.

    Tegen drieën halen we het anker op en koersen naar Baltimore. Ik bel de havenmeester als we er bijna zijn om te vragen of we aan een mooring kunnen liggen. Geen probleem. Hij geeft ons een nummer door en gaat er vanuit dat we die dan zelf wel kunnen vinden. Maar dat is niet echt simpel. De nummers zijn niet goed te lezen, behalve als je er bovenop zit. Ik bel nog maar een keertje naar de havenmeester en hij zegt toe iemand in een rib naar ons toe te sturen. Dan blijkt dat we in de verkeerde hoek zitten en dat het nummer dat we hadden doorgekregen al bezet is. Gelukkig is er nog een andere mooring vlakbij leeg en we maken vast. Niet lang daarna zitten we op het terras van Jacobs Bar. Tja, dat kan je toch niet zo maar overslaan.

De reden voor ons bezoek aan Baltimore is dat we naar Skibbereen willen, waar een watersportwinkel is. We hebben een nieuwe step-fender en een nieuwe wc-pomp nodig. Ook kunnen we er foerageren bij d Lidl.

De volgende morgen zijn we op tijd voor de bus van 10 uur en doen alle boodschappen die we bedacht hebben. Tevreden gaan we terug naar Jonas.

We kunnen weer vertrekken en zetten dinsdagmorgen vroeg koers naar Kinsale. Het eerste stuk is bezeild, maar daarna draait de wind en gaat de motor bij. We hopen dat die het blijft doen want sinds gister gaat het alarm zomaar ineens aan. Jakob vermoedt dat het de V-snaar is die gespannen moet worden. Dus we hebben weer een klusje. In de Castletown Marina staat de havenmeester Stephen  ons op te wachten en meldt dat hij Covid heeft. We blijven dus maar even op afstand. Wel krijgen weer een mooie plek aan de buitensteiger.

Nu we Ierland bijna gaan verlaten, willen we toch nog graag naar Dublin. Het is wel een stukje reizen hiervandaan, maar dat deert ons niet. Ik heb buskaartjes geregeld en een hotel geboekt en donderdag  gaan we weer op avontuur.

Het regent als we wakker worden en het houdt niet op. De bus naar Cork vertrekt om 9.30. We hebben een taxi besteld om naar de overkant van de rivier te komen, waar de bushalte is. Na een kwartier wachten stapt Jakob vanuit ons schuilplekje af op een mevrouw bij een auto. Zou ze ons misschien via de brug naar de overkant kunnen brengen? En ja hoor, ze ruimt de voorbank van haar busje op en brengt ons weg. Zo aardig!

De bus naar Cork doet er 45 minuten over. Daar stappen we over op de bus naar Dublin. Drie uur later staan we midden in de stad bij de rivier de Liffey. Ons hotel is daar vlakbij en is gloednieuw. Dat ziet er veelbelovend uit. De kamer is prima. We zijn duidelijk in een stad aangekomen, waar boeken belangrijk zijn.

Al snel dompelen we ons onder in het vakantie rumoer van de stad. Het is druk. We schrikken van de viezigheid op straat. Tot nu toe was Ierland zo schoon. Later blijkt dat er veel zwervers zijn die de vuilnisbakken inspecteren op eetbaar spul en niet alles weer netjes terugdoen. Jammer, want een eerste indruk blijft echt hangen.

Ons eerste doel is Trinity College, waar de oude bibliotheek gevestigd is en we alles te weten komen over het boek van Kells. Dat is de grootste cultuurschat van Ierland. Het omvat de vier evangeliën, geschreven door monniken en dateert uit 800 na Christus. Prachtig allemaal.

Maar wat is het druk hier. Grote groepen Spaanse tieners zijn hier op schoolreis.  We vinden in de buurt van het hotel een mooie pub waar we kunnen eten.

De dag erna gaan we fietsen. Het is een mooie manier om een indruk van een stad te krijgen. Sinds we de E-bike tours hebben ontdekt, zijn die onze favoriet. De gids is een spichtig meisje dat ons veilig door de stad leidt en heel veel mooie verhalen vertelt over de historie van de stad. De rol van de Vikingen was groot. Jakob wordt daardoor nieuwsgierig gemaakt, zodat we de dag erna op zoek gaan naar meer informatie. De stad ligt een beetje op een heuvel dus we zijn erg blij met de trapondersteuning van de fiets.

         Dublin is niet zo’n grote stad en in twee uur hebben we het meeste wel gezien. Het is prachtig weer geworden en de jas kan uit. We wandelen naar St.Patricks Cathedral, waar heel veel te zien is. Het is er druk, maar we wurmen ons er wel tussendoor.

Er is nog tijd om nieuwe schoenen te kopen, want door al onze wandelingen zijn die nu echt wel versleten. We komen in een groot warenhuis, waar verveelde tieners hun vakantiebaantje uitvoeren. We vinden allebei schoenen die oké zitten, maar niet top zijn. Maar de nood is hoog, dus we kopen ze maar.

Op het avondprogramma staat een concert in Dublin Castle. Er is een ‘Handelfest’ met barokmuziek. Het is even zoeken waar we moeten zijn, maar dan valt ons oog op drie muzikanten die op een hoekje van het binnenplein nog even een moeilijke passage oefenen. Het concert is prachtig.

De eerste violist is geweldig, net als de dirigent en de sopraan. Wat bijzonder dat we dit hier meemaken. We lopen terug langs de beroemde Temple Bar, waar het heel druk is en er veel herrie naar buiten komt. Wat een wereld van verschil.

Zaterdag hebben we nog tijd tot 2 uur om wat te bekijken. Het regent alweer. We kijken of er iets is over de Vikingtijd, waar Jakob door getriggered werd. Inderdaad is er een tentoonstelling met de naam Dublinia die te vinden is in de Christchurch kathedraal. Gewapend met de paraplu’s lopen we ernaar toe. De geschiedenis wordt op aanschouwelijke wijze weergegeven, maar heeft veel weg van een openluchtmuseum voor het hele gezin. In ieder geval weten we nu dat de Vikingen in Ierland een grote rol hebben gespeeld.

We lunchen op ons gemak en stappen op tijd in de bus naar Cork, vanwaar we met de lokale bus rond half 8 weer in Kinsale aankomen. We stoppen bij Dino’s voor fish en chips en lopen (op onze nieuwe schoenen) in een dik half uur terug naar de boot. Heerlijk om weer terug te zijn. Wat is het hier heerlijk rustig en schoon. 

Nu maar eens kijken wanneer we kunnen oversteken naar Zuid Engeland. Dat wordt een tocht van ongeveer 180 mijl, waar we naar verwachting 36 uur over gaan doen. Niet te veel golven en wind uit de goede hoek, daar ga je voor.

Adrigole – Castletown -Ahakista – Crookhaven

Vrijdag, 12 juli 2024

Het is druk in de haven van Lawrence Cove. We liggen aan de lange steiger en krijgen tot twee keer toe een boot tegen ons aan. De laatste is een Belg met een 44 voet Island Packet van 17 ton. De Belg vaart alleen en brengt zijn boot naar Galway, alwaar de familie aan boord zal komen. Knap hoor! We helpen hem de volgende ochtend om half zeven wegvaren, om er zeker van te zijn dat alles goed gaat. Dat is vroeg voor ons.

Na het ontbijt vertrekken wij ook nadat we een flink bedrag hebben betaald. Het lieve havenmeisje weet mooie prijzen te bedenken: elektriciteit 5 euro per dag, wassen 6,5 euro voor een kleine machine (ik had er drie nodig), afval 7 euro. Tja, dan telt het wel snel flink op.

We varen naar Adrigole, dat ligt ook in de Bantry Bay en is niet ver. Rond lunchtijd komen we aan, pikken een mooring op en laten snel de dinghy te water om de landvasten aan de mooring te bevestigen. Het weerbericht is niet goed. Er komt regen en harde wind. Jammer, want de baai is heel mooi, omringd door bergen van verschillende hoogten en begroeid met verschillende kleuren groen. We zijn benieuwd hoe het er aan de wal uitziet en trekken onze dikke zeiljassen aan. Het is koud.

De kademuur heeft een trap waaraan we de dinghy kunnen vastmaken. Het is stil aan de wal en we lopen een weggetje in dat bij een voetbalveld uitkomt. Er staat een bord dat er een stukje verderop een Art shop is die ook koffie serveert. We hebben geen geld mee, dus dat doen we dan morgen maar.

Net voor de bui losbarst zijn we weer aan boord. Jakob steekt de kachel aan en we hebben het naar ons zin.

De dag erop begint met een waterig zonnetje. Het is laag water en de zeehonden liggen op de rotsen naar ons te kijken. We varen er naar toe, maken een foto en dan regent het weer. We schuilen een halfuur op Jonas en gaan toch naar de wal voor een wandeling. Ergens op de berg staat een kerk, heb ik gezien, die 24/7 open is. Dat zal dus wel een ruïne zijn.     We volgen een mooi weggetje die kant uit. Het gaat flink steil omhoog zodat we weer prachtige uitzichten hebben. We voelen ons blij zo midden in deze mooi natuur. Na een klein uurtje zien we de ruine van de Massmount Church. We bekijken hem van alle kanten en zien dat er ook koeievlaaien in liggen. De afdaling brengt ons langs schapen en koeien, die zo mooi in het landschap tot hun recht komen.

    
Beneden aangekomen zien we twee fietsers met volle bepakking foto’s maken van de baai. Het blijken landgenoten te zijn en we raken aan de praat. We zijn vol bewondering over hun energie om per fiets dit bergachtige land te doorkruisen en om dan ook nog in een tentje te slapen ‘s nachts. Verderop is het Art centre waar we koffie willen drinken. Dat was ook hun plan en we gaan samen aan een tafeltje tussen allerlei mooie kunstwerken zitten. Geert en Annet zijn met de fiets en de tent uit Nederland vertrokken en via Frankrijk en Spanje naar Ierland gekomen. Wat een sportieve mensen! Zulke ontmoetingen zijn heel dierbaar omdat je je verbonden voelt in de liefde voor de natuur en het genieten van de eenvoud.

Kort nadat ze vertrekken begint het te regenen. Wij schuilen nog even, want de boot ligt vlakbij, maar zij moeten nog een berg over om op hun bestemming voor die dag te komen. Wat een pechvogels.

Het is intussen flink gaan waaien. Onze dinghy ligt in een hoekje bij de trap een lagerwal. Het klotst er ontzettend. Het is een hele toer om aan boord te komen, maar het lukt en Jakob manoeuvreert op wonderbaarlijke wijze het bootje uit de hoek. Op weg naar Jonas is het een natte bedoening, maar we komen veilig aan boord. Droge kleren hebben we gelukkig genoeg.

De dag erna, waarbij de weersverwachtingen nog steeds niet goed zijn, maken we een tussenstop in Castletownbere, om te fourageren. Als het de volgende dag nog steeds slecht weer is blijven we liggen. Om de dag te breken gaan we toch maar naar de wal om te lunchen en te wandelen. Dat is goed voor lichaam en geest. Het spettert een beetje maar dat kunnen we aan. Terug aan boord gaat de kachel weer aan.

  
En dan wordt het eindelijk mooi weer. Ons volgende doel is de Dunmanus Bay. Het is een baai die meestal wordt overgeslagen door de zeilers, maar die volgens het boek uitzonderlijk mooi is. Dat klopt helemaal. Het woord dat bij mij opkomt is ‘lieflijk’. De heuvels zijn niet hoog en glooien richting het water. Er zijn witte huisje op uitgestrooid die het geheel verfraaien. We zeilen ernaartoe.

 
Er is een mooie ankerplek bij Ahakista met de naam Kitchen Cove. Waar die naam vandaan komt is niet duidelijk, maar aan de wal kan je wel lekker eten. We zijn de enige zeilboot en hebben alle ruimte om te ankeren. Tegen vieren gaan we naar de wal op zoek naar de pub met uitzicht op de baai. De Ahakista pub is recht tegenover de plek waar Jonas ligt. We drinken een biertje en zijn blij dat we hier naartoe gevaren zijn.

      De volgende dag wordt er weer gewandeld. Ik zoek meestal op google Maps naar interessante plekjes en vind er dan een weg naar toe. Deze keer wordt het een mooie tuin waar ook kunst is en koffie met taart.

Voordat we vertrekken komt er een vissersboot langs en die roept in het Vlaams naar ons. We zwaaien en hij vraagt of we langoustines willen. Maar natuurlijk, zo vers uit het water. We krijgen een plastic tasje met een stuk of twaalf spartelende beesten. Ze leven nog. Ik zoek snel op hoe ze gekookt moeten worden en samen zorgen we ervoor dat ze allemaal in de pan met kokende bouillon terecht komen. Volgens het recept moeten ze in hun bouillon blijven tot het geheel is afgekoeld. Dat geeft ons mooi de tijd om naar de wal te gaan.

 De wandeling voert ons weer een stuk omhoog met een mooi uitzicht en tenslotte naar het zonnige terras bij de tuin. Het is de moeite waard, de koffie en de taart zijn heerlijk en de tuin is weldadig. Vanaf hier lopen we verder richting de Stone Cirkel. Ierland is een land vol stenen en heeft daarom ook vast zoveel ‘Standing Stones’. Een half uurtje later hebben we de plek gevonden. Het is nog steeds heerlijk weer.

      Terug aan boord kunnen we echt buiten zitten en genieten van de zon en het uitzicht. Tegen acht uur gaan we weer naar de wal om de voetbalwedstrijd Nederland-Engeland te gaan bekijken in de pub. Dat valt nogal tegen, want door het gepraat van de bierdrinkers is de verslaggever niet te verstaan. Bovendien is er ook een band die op de bovenverdieping muziek maakt. Na een kwartier haasten we ons terug naar de boot om in alle rust van de wedstrijd te genieten (Jakob dus….).

Langzaam maar zeker varen we richting Kinsale, vanwaar we eind juli gaan oversteken naar Engeland. Dit was niet helemaal de bedoeling, want we wilden eigenlijk Ierland ronden. Maar ja, ieder plan kan je aanpassen, dus dat hebben we gedaan. Het is hier prachtig en de zuidkust van Engeland waar we dan langs gaan varen trekt ons toch meer dan de oostkust, waar we na het Caledonische kanaal zouden uitkomen. En waarom zouden we niet gewoon doen wat we leuk vinden?

Woensdag staat er mooie wind om te zeilen. We varen de Dunmanus baai uit en ronden Mizen Head. Ik kan zelfs een poosje op het dek in de zon zitten tijdens het zeilen. Het lijkt wel zomer te worden.

       In de middag komen we aan in Crookhaven. Daar zijn we al eerder geweest. Het is een plek met veel aantrekkingskracht en een hele bijzondere pub.

Naar Mizen Head waren we al geweest dus nu wordt het een wandeling naar de Watch Tower op Brow Head. Dat de weg meer dan 100 meter zou stijgen hadden we niet gezien. Het is dus alweer een flinke klim. Jakob loop voorop en heeft er geen enkele moeite mee. Mooi is dat!

  Over een uurtje vertrekken we weer. We gaan naar Cape Clear Island, een klein eilandje zo’n 10 mijl verderop, waar alweer een mooie baai op ons wacht.                                  

Sneem-Killmaloge-Lawrence Cove

Vrijdag 5 juli 2024, Lawrence Cove

Als ik vrijdagmorgen (28/6) uit bed kom en vanuit de kuiptent naar buiten kijk, zie ik een mooi groen landschap met donkere bergen daarachter.  Jonas ligt rustig achter de mooring in de baai bij Sneem een beetje heen en weer te wiegen. De verwachte harde wind zet hier niet echt door. Maar een blik op het grote water van de Kenmare River laat witte kopjes zien. We hebben een mooie beschutte plek gevonden om beter weer af te wachten.

Ik kijk best vaak naar buiten, maar kan geen levend wezen ontdekken. De boten verderop op de ankerplek zijn onbewoond en het ziet er daar wat mistroostig uit. Jakob vermaakt zich met het voetballen en ik probeer wat te lezen. Het weerbericht geeft aan dat we over twee dagen de Kenmare River kunnen oversteken naar Killmaloge. En dat doen we dan ook. Heel even kunnen we zeilen, maar al snel gaat de motor aan. Het weer is gelukkig opgeknapt en als we de baai binnenvaren zien we een klein haventje met daarachter wat huizen schitteren in de zon.

Het anker valt in het midden van de baai. Zodra we het gevoel hebben dat we goed liggen, gaat de dinghy over boord en varen we naar de wal, waar we bij een trap het bootje kunnen vastmaken. We staan oog in oog met Helen’s Bar. Dat ziet er goed uit. Maar voor we daar naar binnen gaan, wandelen we eerst naar Derreen Gardens, een klein uur lopen over een mooie weg.

  Het is lunchtijd geworden als we daar aankomen en we bestellen sandwiches en vinden een plekje op een terras met mooi planten. Er zit iets te veel mosterd op het brood en dat is jammer. De route door de tuin lonkt ons, maar na de prachtige plekken die we in Killarney hebben gezien is deze tuin wat minder. Er zijn nauwelijks bloemen maar wel veel exotische bomen. Ook leuk!

Als we terug zijn bij het haventje is het nog te vroeg voor een drankje bij Helen. Eerst nog maar een poosje naar de boot. Het zonnetje is verdwenen en het spettert een beetje als we naar de wal willen gaan. We laten ons daardoor niet tegenhouden en stappen rond half zes in de dinghy.

Zodra we Helens bar binnenkomen zien we dat het al aardig druk is. Er wordt hier tussen vijf en zes warm gegeten. Dat is wel even wennen na Spanje, waar je voor negen uur ’s avonds nog niks kan bestellen.

We vinden een plekje en het bier wordt gebracht. Op het menu zien we mosselen staan. Dat gaan we doen. We hebben al voor zoveel mosselbanken moeten uitwijken. Nu gaan we ze eens proeven. Ze zijn heerlijk. Echt puur uit schelpen die direct uit zee komen en niet eerst een schoonmaakbeurt in een fabriek hebben gehad. De bar zelf is lekker basic. Gewoon een plek waar locals komen eten en drinken. Tevreden gaan we terug naar Jonas met het voornemen om de volgende dag verder te varen.

               Als we wakker worden zien we al snel dat het potdicht zit van de mist. Nou ja, dan blijven we toch nog een dagje hier! We rommelen wat aan en blijven lekker binnen. Ik bak een cake, maak granola en bedenk een boodschappenlijstje. Met de oven aan wordt het ook niet echt koud binnen.

Zondag is de mist verdwenen. Echt zonnig is het niet, maar wel helder. We trekken onze zeilpakken aan en vertrekken vol verwachting richting de rotsen in zee met de namen: de Bull, the Cow en the Calf en gaan op weg naar Castletownbere.  Al snel kunnen we zeilen.

    Er staat een mooie wind uit het noordwesten van 3-5 Bft. Het water is vlak en we schieten door het water. Heerlijk! De wind komt bijna van achter in dus als we Dursey Head moeten ronden, wordt dat gijpen. Weer zetten we de motor bij voor dat extra zetje. Zodra we Bantry Bay invaren krijgen we beschutting van het land. En weer zeilen we met een lekkere snelheid over vlak water. Wat goed dat we een dag gewacht hebben met ons vertrek uit Killmaloge. 

Tegen drie uur komt Castletownbere in zicht. We gaan deze keer achter de brug liggen. Dat is iets verder weg van het stadje. Al snel nadat we aan een mooring hebben vastgemaakt, gaan we boodschappen doen.

We drinken eerst een biertje bij MacCarthy’s, want met volle boodschappentassen wil je niet bij een pub binnenlopen. Het is er weer gezellig net als een week of drie geleden toen we er met Peter waren. Terug aan boord maak ik een ovenschotel van restjes van de afgelopen week. Dat smaakt geweldig. Zo fijn dat we sinds een week of wat weer een volle gasfles hebben zodat ik de oven onbeperkt kan gebruiken.

Maandagmorgen gaan we verder en steken over naar Lawrence Cove. Het zou dinsdag hard gaan waaien, maar dat blijkt een dag opgeschoven te zijn. Geen probleem. We blijven hier lekker een paar dagen liggen. Het is hier zo heerlijk rustig en de wandelpaden zijn geweldig. We gaan op zoek naar de ‘Glamping”, zo’n nieuwerwetse tentenverhuur. Jakob vindt een spannend paadje, waar ik niet zo blij van wordt met mijn blote voeten in mijn sandalen. De eerste brandnetels hebben zich al laten voelen.

We gaan terug naar het grote pad en vinden het terrein. Het ziet er prachtig uit, maar is uitgestorven. Misschien toch niet zo’n goede investering op dit rustige eilandje.

Dinsdag is een echte topdag. Er is nauwelijks wind en de zon schijnt. Al snel gaan de truien uit en ik doe zelfs een korte broek aan. We hebben klusjes te doen.

Jakob haalt de lier die aan de hoofdmast zit nog een keer uit elkaar en maakt hem helemaal schoon van binnen. Nu moet de lier nog goed genoeg zijn om het grootzeil mee te hijsen. De dinghy durven we er niet meer aan te hangen, want dat trekt die lier niet meer. Jakob verhuist de genakerval naar bakboord zodat we de lier aan die kant van de mast daarvoor kunnen gebruiken. Die lier is niet self-tailing, dus iets lastiger te bedienen. We gaan het komende week proberen. 

Ik houd me bezig met de was, het vullen van de watertank en het schoonmaken van de waterlijn. Wat is het heerlijk om zo aan de boot te werken bij mooi weer! We eten een boterham op het achterdek en gaan daarna wandelen. Een nieuwe route, niet zo lang maar erg mooi. Wat een heerlijke dag!

      Woensdag is de pret weer voorbij. Er staat een harde noordwester en het is koud. We liggen  prima in dit haventje en  blijven hier nog maar even tot het weer is opgeknapt. Een beetje luieren aan boord is ook lekker, maar we willen toch de benen strekken. Het plan is om met de pont naar de overkant te gaan en daar een beetje rond te kijken. Het waait knetterhard als we naar het dorp lopen. Hmm, misschien toch niet zo’n goed plan, dat ritje naar de overkant.

Op het grote water zien we witte koppen staan. Nou, dan kijken we gewoon maar een poosje naar het gedoe van de pont vanaf een bankje in de beschutting van een gebouw.
De pont is niet groot. Er passen vier auto’s op, die achteruit aan boord moeten gaan. Dat is echt niet simpel en we kijken met verbazing hoe dat gaat. Als het gelukt is gaat de klep omhoog en vertrekt de pont. Wij lopen rustig terug naar Jonas en gaan aan de koffie.

Vorige keer dat we hier in Lawrence Cove met Peter waren zijn we naar de Ardagh Martello Tower geklommen. Op de berg achter het voetbalveld staat nog zo’n toren met de naam Cloughland Martello Tower. Die willen we eigenlijk ook wel gaan bekijken.

Donderdagmorgen is het droog en vol goede moed gaan we op pad. Het is fantastisch om ongemerkt omhoog te klimmen en van de mooie uitzichten te genieten. Ineens zijn we er.

.  
§Er ligt een kudde schapen rondom de toren, alsof het hun huis is. Het waait hard hier, dus we blijven niet lang boven. Wel gaaf, dat we deze berg nu ook weer beklommen hebben.

Terug in het dorp kopen we nog wat brood in het winkeltje. In de haven vangen we een Belgische boot op, die tegen ons aan komt liggen. Het is intussen gaan regenen, maar morgen wordt het beter. We willen een stukje verder de ria invaren naar Adrigole, waar vast weer van alles te beleven is.