Zaterdag, 3 Augustus 2024, Mevagissey
De zon schijnt in Kinsale als we vertrekken. Er staat al flink wat stroming in de rivier als we losmaken van de steiger, maar alles gaat prima. Terwijl Jakob de boot de rivier af vaart richting zee, ruim ik het dek op en berg alle lijnen en stootwillen op. Dan kan het zeil omhoog. Tegen de tijd dat we de Keltische zee opdraaien staan alle zeilen bij en de windvaan stuurt Jonas de goede kant uit. We zeilen over redelijk vlak water met een snelheid van zes knopen naar het zuidoosten. Dit gaat lekker.
Maar dan, een uur of twee later begint de wind af te nemen en worden de golven onrustig. De motor gaat bij. Om voorbereid te zijn op accuproblemen heeft Jakob de Honda generator op het dek gebonden. Het voelt weer een beetje als tijdens de Pacific oversteek, toen we een serieus accuprobleem hadden en de generator onze redder was. Voorlopig hebben we hem niet nodig, want de zonnepanelen zorgen voor voldoende energie.
De wind neemt verder af en we strijken de bezaan en de kluiver. Af en toe komt er een groot schip op ruime afstand voorbij. De wind is nu echt verdwenen en de golven gaan hun gang. Dan klinkt het motoralarm dat een dynamo probleem aangeeft. Jakob zet het geluid uit en we motoren rustig verder. Het grootzeil staat in het derde rif, zodat het toch wat steun geeft en niet te hard klappert. Af en toe controleren we de metertjes op het motorpaneel. Die blijven keurig op de gewenste stand staan terwijl het geluid van het alarm uitstaat.
We gaan de nacht in. De zonnepanelen zijn in slaap, er komt geen energie meer binnen. De accuspanning van de 24-volt bank daalt. De generator gaat aan en pompt er wat ampère in. Het is een hoop herrie met de motor en de generator aan, maar toch slaap ik een paar uur prima in de achterkajuit. Als de benzine in de generator op is, stopt hij vanzelf. Dat scheelt in het geluid. Nog een paar uur en de zon gaat weer op. Dan kunnen de zonnepanelen weer aan de gang. Die doen dat geruisloos!
Tegen 9 uur de volgende dag komt er land in zicht. Heel langzaam zien we steeds meer contouren van de kust van Cornwall. Het wordt ook steeds warmer. Het dikke zeilpak dat we al heel lang aan hebben kan steeds verder uit. Het is zomer hier. Zelfs de korte broek gaat aan.
We ronden de kaap bij Lizard Point en varen de baai van Penzance binnen. Bij Newlyn laten we het anker vallen. Ondanks de spanning over het accuprobleem en het gebrek aan wind hebben toch een goeie oversteek gehad. We ruimen de boot op en zijn eigenlijk helemaal niet moe.
Heerlijk om in de zon op het dek te zitten en de nieuwe omgeving op ons te laten inwerken. In de verte zien we het zwembad van Penzance en de contouren van Mt Saint Michael. Na het eten hebben we toch wel slaap en gaan op tijd naar bed.
Het is prachtig weer als we de volgende morgen wakker worden. De korte broek gaat direct aan.
We varen met de dinghy de haven in en vragen op het havenkantoor of we nog iets moeten betalen. Dat hoeft niet en we wandelen Newlyn door, waar we koffie drinken op een schattig Engels terrasje.
Via de boulevard lopen we naar Penzance. Als we naar het water kijken valt ons op dat Jonas helemaal alleen in de baai ligt. We realiseren ons hoe gek het eigenlijk is dat we ons huis zomaar achterlaten. In Penzance lopen we een rondje langs de haven en zien dat er een schot zit tussen de binnenhaven en de zee.
Op de terugweg bezoeken we de Lidl. Altijd weer fijn om daar inkopen te doen. We doen de hele middag niks en komen een beetje bij van de oversteek. We kijken wat naar het weer en speuren Marine Traffic af naar de Bodyguard van neef Dennis en Arianne. Ze liggen op de Scillies, dus die gaan we vast nog tegenkomen.
Dinsdag gaan we ankerop met als doel de Helford River. Het is ruim 30 mijl varen. Het is prachtig weer en ik ga een poosje op het voordek zitten. Na een beetje zoeken vinden we een visitor’s mooring aan het begin van het mooringveld. Een mooring bootje komt het geld ophalen. Wat een mooie plek. We liggen precies tussen de yachtclub en het strandje bij de Ferry Inn.
We zetten onze stoelen op het voordek in de zon en drinken wat. Dan ontdekt Jakob dat we een probleem hebben met de mastvoet. Is zit een scheur in de bevestiging. Met een spanband wordt de mastvoet geborgd, maar zou dat voldoende zijn? De grote lijmtang wordt er ook bijgezet. Dit voelt niet goed. We hebben metalen spanbanden nodig om de zaak te borgen. Jakob zoekt in de bakskist naar zo’n ding, maar dat ding blijkt onvindbaar. Dan morgen maar naar Falmouth om er een te kopen.
Ik kijk op Marine Traffic of de Bodyguard al is vertrokken en zie dat ze onze kant uit komen. Via de app laat Dennis weten dat ze rond 8 uur aankomen. Ik vraag of ze komen eten. Daar hebben ze wel oren naar. Ik maak een ovenschotel en sla. Zodra het anker van de Bodyguard gevallen is haalt Jakob ze op met de dinghy.
Wat een blije ontmoeting is dat. We eten in de kuip en praten honderduit. Als de koffie op is, is het middernacht geworden. Het is pikdonker op de rivier. Jakob zet een driekleurenlicht op de motor van de dinghy, zodat hij goed zichtbaar is.
Na even zoeken is de Bodyguard gevonden en zijn de gasten weer op hun huis afgeleverd. Ik wacht intussen in spanning af of Jakob onze boot in het donker kan terugvinden. Het is al weer een poos geleden dat we in het donker iets ondernamen. Gelukkig zie ik het lichtje langzaam dichterbij komen. Hij is er weer. Dennis roept ons op via de marifoon of Jakob weer terug is. Even checken voor het slapen gaan.
De volgende morgen gaan we naar de wal aan de kant van de yachtclub. Er is een lange steiger voor dinghy’s en we vinden makkelijk een plekje. Het pad naar de club gaat steil omhoog, goed voor de beenspieren. We zien dat we er kunnen douchen.
We lopen verder naar het kleine dorpje Helford en we drinken koffie met uitzicht op de rivier. Wat is het mooi hier. Dennis en Arianne zijn naar het eind van de rivier vertrokken en liggen daar voor anker. Er was te weinig wind voor hun oversteek naar Guernsey.
We eten met elkaar op het terras van de Yachtclub en nemen daarna afscheid. Het is erg leuk om elkaar zo als zeilers mee te maken.
Donderdag laten we ons ophalen door de ferry en gaan met de bus naar Falmouth. Het is een flinke klim omhoog naar de bushalte, maar dat levert wel weer een mooi plaatje op.
In Falmouth moet vast een metalen spanband te koop zijn. We gaan naar ‘Bosuns Locker’. Die blijkt verhuisd te zijn naar de overkant van de straat en verkoopt alleen nog maar kleding.
Dan zien we ineens een vlag van AllSpar, een bedrijf dat verstaging voor schepen verzorgt. We lopen naar binnen en leggen het probleem uit. Al snel komen de spanbanden op de werkbank te liggen. Hoeveel willen we er hebben? Het worden er drie. Als Jakob wil betalen kan dat niet, want ze verkopen eigenlijk geen materialen. Er wisselt een briefje van 10 pond van eigenaar. Goed voor een biertje! We lopen nog een rondje door Falmouth, lunchen op een terrasje met uitzicht op de haven en gaan weer terug naar de Helford River.
Met een beetje onrustig gevoel in ons buik vertrekken we vrijdag naar Mevagissey, een tochtje van 20 mijl. Nauwlettend houden we bij ieder windvlaag de mast in de gaten. Er piept en kraakt niks, dus het zal wel goed gaan. Toch ontsnapt bij Jakob een zucht van verlichting als het anker valt.
Ik heb onderweg contact gezocht met een rigger in Plymouth en het probleem uitgelegd. Als wij maandagmorgen daar zijn, komt hij om 9.30 bij ons aan boord het probleem bekijken. Mooi dat het zo snel kan. We hebben eigenlijk geen idee hoe lang die scheur al in de mastvoet zit, maar nu we het weten vaart het niet echt lekker meer. Nog 20 mijl te gaan naar Porthmouth. Dat doen we morgen. Straks gaan we met de dinghy het haventje en stadje van Mevagissey bekijken.