Vrijdag, 29 april 2022, Budva Montenegro
Het wordt Orthodox Pasen in Montenegro, een week later dan in Nederland, en daarmee breken ook de vrije dagen aan voor de monteurs van Volvo Penta…. Voor ons betekent dat een aantal extra dagen in de geweldige marina van Tivat blijven. We hadden op een slechtere plek kunnen liggen. We hebben al veel gezien maar maken nog een nieuw plan voor de Paasdagen.
De kerk in Tivat hebben we gevonden maar is gesloten, dus daar kunnen we niet heen. De heel mooie wandeling die we op zaterdag maken langs de rand van de baai brengt ons naar een piepklein dorpje, Lepetani. De zon schijnt uitbundig, het water kabbelt en schittert onder de blauwe hemel en er heerst rust.



Het toeristenseizoen is nog steeds niet begonnen. Als we weer terug zijn bij de haven, trakteren we onszelf op een drankje en zoeken daarvoor het meest chique terras bij de haven op.
Heerlijk om naar al die echt rijke mensen te kijken die, met hele mooie kleren aan, zitten te babbelen over van alles en nog wat.
Wij verstaan er natuurlijk geen woord van. We vallen vast een beetje uit de toon als simpel geklede cruisers, maar dat deert ons niet. Voor zondag hebben we weer een auto gehuurd.
Deze keer gaan we niet de bergen in, maar rijden om de baai heen naar de dorpjes Perast en Risan die volgens de boeken leuk zijn om te bezoeken.
Rustig rijden we over de prachtige weg en zien een bord met een kerk erop. Altijd goed. We parkeren de auto en zoeken de ingang van de kerk. We dalen een trap af en zien dat het hek van de kerk gesloten is. En dat op zondag! Als troost ligt er een prachtig terras aan het water voor onze neus. Het is koffietijd dus dat komt goed uit.
Als we een poosje later in de buurt van Perast komen, zien we een parkeerplaats naast de grote weg. Vast niet voor niks, dus we laten daar de auto achter en lopen het stadje in. Vanaf deze plek vertrekken de toeristenbootjes voor een bezoek aan de eilandjes, waar we vorige week met Jonas al geweest zijn.


We bekijken de mooie gebouwen en de leuke straatjes en houden het dan weer voor gezien. Op naar ons volgende doel. Het dorp Risan ziet er troosteloos uit. Waarschijnlijk heeft de Covid epidemie hier veel invloed gehad op de verdere ontwikkeling van het toerisme. Gebouwen zijn half afgebouwd, de straat is vol kuilen en het groen is onverzorgd.
Het museum met oude mozaïeken, dat we wilden bezoeken, is dicht. Het is tijd om te lunchen en we vinden een plekje waar al wat mensen zitten. Dat zal wel goed zijn denken we.
De ober is vriendelijk en we krijgen een plakje (droge) paas cake en twee gekleurde eieren. Haha, het eerste teken van Pasen hier. Optochten of processies, daar doen ze hier niet aan.
Op weg naar dit plaatsje hebben we mosselbanken in het water gezien, dus we bestellen mosselen en een salade. Het bord vol mosselen ziet er leuk uit, maar de mosseltjes blijken piepklein te zijn. De salade was vast die ochtend vroeg al klaar gemaakt want is niet heel fris. Nou ja, we doen het ermee. De harde eieren gaan mee in mijn tas om er later eiersalade van te maken. We zijn op tijd weer terug bij de haven en genieten nog een poosje van het zonnetje.
Intussen begint de spanning bij ons op te lopen. Wanneer zou de monteur komen om naar de motor te kijken? Wat zou er nog mogelijk zijn met ons gehandicapte motorblok, waar de dynamo vanaf gebroken is? We zijn wat stil de rest van de dag, want hoe zal onze reis nu verder gaan? 
Maandag komt er niemand, ook hier hebben ze dus tweede Paasdag. We worden uitgenodigd voor een drankje bij een Amerikaans echtpaar, Karen en Bill, die zeker net zo oud zijn als wij. Het blijkt dat Bill binnenkort 80 wordt en ze zijn erg fit. Altijd leuk dus om met hen te praten. Wij rekken onze zeilplannen dus ook maar even een paar jaar op. Bill is helemaal gek van elektrische fietsen en daar krijgen we veel uitleg over. En ook over zijn ervaringen in Nederland met de fietsers. Karen en Bill hebben een tweede boot die in Roermond in Nederland ligt. Ook daar gaan ze graag naartoe. Ze vinden Nederland erg leuk, maar wel een beetje koud. Bijzondere mensen en de tijd vloog om.
Eindelijk is het dinsdag en komt de monteur, niet ’s morgens, niet ’s middags, maar eindelijk rond 4 uur. We zijn gespannen wat hij gaat zeggen, nadat hij het motorruim is ingedoken. Tja, we dachten het al, de 24 volt dynamo kan niet zomaar aan het blok worden bevestigd nu de beugel is afgebroken. Hij adviseert om op zoek te gaan naar een oude motor van het zelfde type en daar dan het stuk met de beugel af te halen en over te zetten op onze motor. Dat is gauw gezegd, goed bedacht maar hoe regel je dat op korte termijn? Hij demonteert de dynamo voor ons en vindt het sneu. We hoeven niks te betalen.
Jakob had al zoiets verwacht en heeft een tijdelijke oplossing bedacht, zodat we toch kunnen varen. De dynamo moet de accu’s opladen en dat kan niet meer. De zonnepanelen kunnen dat wel. Als de zon schijnt is dat geen enkel probleem. Voor bewolkte dagen kunnen we de Honda generator gaan gebruiken om de accu’s op te laden. Uiteindelijk deden we dat ook tijdens de oversteek van de Pacific, dus waarom nu niet. Met deze oplossing kunnen we gewoon weer varen. De energievoorziening moet vanaf nu wel nauwkeurig in de gaten gehouden worden. Zo gaan we het doen, maar voelen ons allebei toch wat onrustig, omdat we maar moeten gaan zien of dat werkt. We hebben allebei de pest in, want Jonas was weer helemaal tiptop. Zelfs de lelijke plekken bij de ingang en voor op het dekhuis zijn intussen geschilderd en nu zijn we toch gehandicapt.
We besluiten om Kroatië en Venetië maar uit onze route te halen. Voor Kroatië worden we steeds gewaarschuwd: dat de sfeer er gespannen is en dat ze proberen om je geld afhandig te maken bij ankerplekken en havens. Bovendien betaal je een flinke premie voor je ‘cruising permit’. Het is even slikken, maar het moet maar zo. Hoe ver we gaan komen met deze noodoplossing weten we niet. We beginnen met de oversteek naar Brindisi in Italië. Wie weet dient zich nog een ander oplossing aan voor ons probleem.
Donderdag willen we vertrekken en zoals gebruikelijk kook ik weer een maaltijd voor onderweg. Het weer ziet er goed uit, misschien een beetje veel wind, maar goed te doen. Maar, als we donderdagmorgen nog een keer het weer controleren, blijkt dat er een stormwaarschuwing is uitgegeven voor het gebied van de Adriatische zee waar wij oversteken. Hmmm, wat nu? We hebben de haven al betaald en willen eigenlijk echt weg. Voordat we Montenegro verlaten moeten we nog uitklaren. Dat kan bij de haven waar we zijn, maar ook in Bar, waar we het land binnengekomen zijn. Jakob stelt voor om eerst naar Bar te varen en vandaar over te steken. Langs de kust is er weinig wind en we zetten koers naar de baai van Budva, waar we op de heenweg zo heerlijk geankerd hebben. Met zo’n kort traject kunnen we gaan kijken hoe het gaat met onze energievoorziening zonder hulp van de dynamo. Het is zonnig weer, dus het zou goed moeten gaan. We laten alle apparatuur uit en varen op de iPad. Voorzichtig zetten we de stuurautomaat bij, die blijkt minder te verbruiken dan we dachten.
Na vijf uurtjes varen laten we het anker vallen in de baai van Budva. We kijken om ons heen. Mooie plek. Er liggen, behalve Jonas, twee catamarans. Gezellig en leuk om naar te kijken. Aan het eind van de dag begint de wind toe te nemen. Uitlopers van de storm op zee? De boot rukt aan de ankerketting, maar daarover hebben we geen zorgen. We hebben het idee dat het anker goed is ingegraven. Rond 10 uur gaan we naar bed. Na een uur hoor ik Jakob buiten. Hij roept: ’Han, kom eens gauw!’ Ik ren naar buiten en daar komt ineens een catamaran voorbij. We krijgen een flashback van de storm met het onweer op Ibiza, waarbij we flink schade hebben opgelopen en vragen ons (net als toen) af wie van de twee er op drift is. Het blijkt dat de catamaran is losgeslagen van zijn anker en in het donker zijn ze druk om een nieuwe ankerplek te zoek. Het blaast intussen knetterhard. Dat wordt ankerwacht! Jakob doet de eerste shift en ik de tweede. Voor in de punt kraakt de lijn (van de haak die de ankerketting vrijhoudt van de ankerlier) met een schurend geluid op de kikker. De zonnepanelen klapperen en we gieren achter ons anker. En dan duurt een nacht heel lang! Het zit allemaal niet mee.
Gelukkig wordt het vroeg licht. Dan zie je tenminste wat erom je heen gebeurt. De wind blijft vandaag doorstaan en dat weerhoudt ons ervan om vandaag over te steken. We zijn ook best een beetje moe van de gebroken nacht. Er zit nog steeds veel wind op zee en de golven die daarbij horen zijn ook niet prettig. Nou ja, zeggen we tegen elkaar, dan gaan we morgen maar. We hebben tijd genoeg. Ons reisplan voor de Adriatische zee tot aan onze zomer ligplek moet worden aangepast. Wel jammer, want deze keer had ik erg mijn best gedaan om de mooie ankerplekken en de betaalbare havens uit te zoeken en op een rij te zetten. Het is niet anders. Er is hier ook nog genoeg moois te zien.



Het seizoen is nog niet begonnen en er is nog geen enkel koffietentje open onderweg. Gelukkig heb ik wat te eten meegenomen. Het is nog rustig op de weg en het passeren van tegenliggers is goed te doen. Als we boven zijn, zien we een bord richting het mausoleum van bisschop Petar Njegos. Dat ligt nog een stukje verder omhoog en we moeten ook een kaartje kopen. Wij gaan voor het hele plaatje, dus dat doen we.
Het laatste stuk is niet begaanbaar en onze voorgangers laten hun auto’s voorzichtig achteruit naar beneden glijden. Dat is voor ons iets te veel van het goede, dus we keren om en rijden via de andere kant van de berg terug.
We hebben al zoveel moois gezien. Op de terugweg doen we nog wat zware boodschappen (wijn en bier en nog wat dingen..) die we met de auto tot aan de steiger kunnen brengen. Zo handig!


Nadat we ons rondje hebben gelopen over het eilandje, varen we verder naar Kotor aan het eind van de baai. We laten het anker vallen en blijven lekker aan boord om van het imponerende uitzicht te genieten.
Het brood is op en aan de wal zijn winkels, dus toch maar de dinghy in het water gelegd en naar de wal gevaren.

Kleine straatjes, kerken, winkeltjes en zelfs een maritiem museum komen we tegen. De terrassen zijn na de regen weer gezellig gemaakt en zelfs de zon begint te schijnen. Het wordt een heerlijke middag. Een van de attracties van het stadje is dat je via een hele lange trap naar het fort boven op de berg kan klimmen en dan een fantastisch uitzicht hebt. De trap heeft ongeveer 1200 treden. Hmm, dat lijkt ons wat veel, maar wat lager zien we een kerkje, dat ook al een heel mooi doel is. We bewaren de klim voor de volgende dag.
Weer hebben we een rustige nacht en weer is het gaan regenen. Die wandeling omhoog gaat dus niet door. Met gemengde gevoelens leggen we de dinghy weer aan dek. Zodra de regen wat minder wordt haalt Jakob het anker op. Met een rustig gangetje varen we weer richting Tivat, waar we op zaterdag willen uitklaren om naar Kroatië te vertrekken. Er komt vrijdag nog flink onweer met regen en wind en dat beleven we liever in de haven.


Tijdens het seizoen is het daar vast heel druk, maar nu zijn we de enige zeilboot die zijn anker laat vallen. Er varen wat vissers rond en op de wal wordt hard gewerkt aan twee grote nieuwe gebouwen, waar volgend seizoen de nieuwe vakantiegangers terecht kunnen. De sfeer in de grote ruime baai is vredig en onze stemming is vergelijkbaar.
.
We drinken wat en besluiten om de volgende dag een uitgestelde verfklus aan de kuip-ingang te gaan beginnen. Jonas ligt heerlijk te wiegen en vindt het prima.





Wat een prachtige baai ligt er voorons. Omsloten door hoge bergen, ligt het blauwe water te schitteren in de zon met hier en daar een groter of kleiner stadje met witte huizen. En alweer zijn we de enige boot hier, maar kunnen ons voorstellen dat het tijdens het zomerseizoen wit ziet van de zeilen. We genieten van onze laatste mijlen naar Tivat aan de oostkant van het vlindervormige meer. En dan komt voor die dag de grootste verrassing. De haven van Tivat, waar we een paar dagen willen blijven, ziet er uit alsof hij aan de Cote ‘d Azur ligt met enorme glimmende motorjachten en een gigantische vijfmaster, die aan prachtige steigers liggen, omzoomd door palmbomen en plantenbakken.
Daarachter zijn appartementen gebouwd in een hele fraaie verzorgde stijl en de terrassen en winkelstraatjes zijn ronduit ‘lux’ te noemen. En daar komen wij aan met onze niet meer zo jonge cruisersboot. Niks glad en strak en fancy, maar eerlijk en doorleefd en doordrenkt met stoere zeilverhalen.


De afgelopen dagen hebben we het achterland van Bar ontdekt. Het oude Stari Bar, waar we vorig blog de foto’s van lieten zien is eigenlijk wel het mooiste stukje hier. In de stad weten we intussen aardig de weg en de lekkerste aardbeien weten we ook te vinden. De dag na ons bezoek aan Stari Bar regent het bijna de hele dag en blijven we heerlijk in de boot.
De boodschappen hebben we nog net droog binnen kunnen halen, dus wat kan ons gebeuren.











Zondag deden we in Corfy-stad een rondje langs de Port Authorities en Customs kantoren bij de ferryhaven. Het was weer ouderwets uitklaren met veel papier en veel stempels. Omdat het zondag was lukte het niet meer om boodschappen te doen, dus kookte ik eten voor onderweg van wat er nog in de koelkast lag. Dat werd een heerlijke nasi die in een grote Tupperware bak de koelkast in verdween.

We zijn zo benieuwd wat we daar, in dat voor ons onbekende land, gaan zien. Voordat we de marina in kunnen, moeten we ons eerst melden bij de haven autoriteiten, die in het gebouw van de ferryhaven zitten.


Vanmorgen schijnt de zon alweer en vol verwondering kijken we om ons heen. Het voelt echt als een andere wereld. De natuur, de sfeer, de mensen. Ik heb geen idee wat het is, maar het voelt goed. We doen boodschappen bij de supermarkt en drinken koffie op een terras, waar verrassend veel jonge moeders met hun babys pronken. We kopen allebei een simkaartje voor de telefoon en krijgen 500 GB voor 15 euro. Dat was nog nooit ergens zo goedkoop.



