Categoriearchief: Montenegro

We wenden de steven! 

Vrijdag, 29 april 2022, Budva Montenegro

Het wordt Orthodox Pasen in Montenegro, een week later dan in Nederland, en daarmee breken ook de vrije dagen aan voor de monteurs van Volvo Penta…. Voor ons betekent dat een aantal extra dagen in de geweldige marina van Tivat blijven. We hadden op een slechtere plek kunnen liggen. We hebben al veel gezien maar maken nog een nieuw plan voor de Paasdagen.

   De kerk in Tivat hebben we gevonden maar is gesloten, dus daar kunnen we niet heen. De heel mooie wandeling die we op zaterdag maken langs de rand van de baai brengt ons naar een piepklein dorpje, Lepetani. De zon schijnt uitbundig, het water kabbelt en schittert onder de blauwe hemel en er heerst rust.

 

 

 

 

 

Het toeristenseizoen is nog steeds niet begonnen. Als we weer terug zijn bij de haven, trakteren we onszelf op een drankje en zoeken daarvoor het meest chique terras bij de haven op.

Heerlijk om naar al die echt rijke mensen te kijken die, met hele mooie kleren aan, zitten te babbelen over van alles en nog wat.  Wij verstaan er natuurlijk geen woord van. We vallen vast een beetje uit de toon als simpel geklede cruisers, maar dat deert ons niet. Voor zondag hebben we weer een auto gehuurd.

Deze keer gaan we niet de bergen in, maar rijden om de baai heen naar de dorpjes Perast en Risan die volgens de boeken leuk zijn om te bezoeken.

        Rustig rijden we over de prachtige weg en zien een bord met een kerk erop. Altijd goed. We parkeren de auto en zoeken de ingang van de kerk. We dalen een trap af en zien dat het hek van de kerk gesloten is. En dat op zondag! Als troost ligt er een prachtig terras aan het water voor onze neus. Het is koffietijd dus dat komt goed uit.     Als we een poosje later in de buurt van Perast komen, zien we een parkeerplaats naast de grote weg. Vast niet voor niks, dus we laten daar de auto achter en lopen het stadje in. Vanaf deze plek vertrekken de toeristenbootjes voor een bezoek aan de eilandjes, waar we vorige week met Jonas al geweest zijn.

   

We bekijken de mooie gebouwen en de leuke straatjes en houden het dan weer voor gezien. Op naar ons volgende doel. Het dorp Risan ziet er troosteloos uit. Waarschijnlijk heeft de Covid epidemie hier veel invloed gehad op de verdere ontwikkeling van het toerisme. Gebouwen zijn half afgebouwd, de straat is vol kuilen en het groen is onverzorgd.

 

 

 

Het museum met oude mozaïeken, dat we wilden bezoeken, is dicht. Het is tijd om te lunchen en we vinden een plekje waar al wat mensen zitten. Dat zal wel goed zijn denken we. De ober is vriendelijk en we krijgen een plakje (droge) paas cake en twee gekleurde eieren. Haha, het eerste teken van Pasen hier. Optochten of processies, daar doen ze hier niet aan.

Op weg naar dit plaatsje hebben we mosselbanken in het water gezien, dus we bestellen mosselen en een salade. Het bord vol mosselen ziet er leuk uit, maar de mosseltjes blijken piepklein te zijn. De salade was vast die ochtend vroeg al klaar gemaakt want is niet heel fris. Nou ja, we doen het ermee. De harde eieren gaan mee in mijn tas om er later eiersalade van te maken. We zijn op tijd weer terug bij de haven en genieten nog een poosje van het zonnetje.

Intussen begint de spanning bij ons op te lopen. Wanneer zou de monteur komen om naar de motor te kijken? Wat zou er nog mogelijk zijn met ons gehandicapte motorblok, waar de dynamo vanaf gebroken is? We zijn wat stil de rest van de dag, want hoe zal onze reis nu verder gaan?   

Maandag komt er niemand, ook hier hebben ze dus tweede Paasdag.  We worden uitgenodigd voor een drankje bij een Amerikaans echtpaar, Karen en Bill, die zeker net zo oud zijn als wij. Het blijkt dat Bill binnenkort 80 wordt en ze zijn erg fit. Altijd leuk dus om met hen te praten. Wij rekken onze zeilplannen dus ook maar even een paar jaar op. Bill is helemaal gek van elektrische fietsen en daar krijgen we veel uitleg over. En ook over zijn ervaringen in Nederland met de fietsers. Karen en Bill hebben een tweede boot die in Roermond in Nederland ligt. Ook daar gaan ze graag naartoe. Ze vinden Nederland erg leuk, maar wel een beetje koud. Bijzondere mensen en de tijd vloog om. 

Eindelijk is het dinsdag en komt de monteur, niet ’s morgens, niet ’s middags, maar eindelijk rond 4 uur. We zijn gespannen wat hij gaat zeggen, nadat hij het motorruim is ingedoken. Tja, we dachten het al, de 24 volt dynamo kan niet zomaar aan het blok worden bevestigd nu de beugel is afgebroken. Hij adviseert om op zoek te gaan naar een oude motor van het zelfde type en daar dan het stuk met de beugel af te halen en over te zetten op onze motor. Dat is gauw gezegd, goed bedacht maar hoe regel je dat op korte termijn? Hij demonteert de dynamo voor ons en vindt het sneu. We hoeven niks te betalen.

Jakob had al zoiets verwacht en heeft een tijdelijke oplossing bedacht, zodat we toch kunnen varen. De dynamo moet de accu’s opladen en dat kan niet meer. De zonnepanelen kunnen dat wel. Als de zon schijnt is dat geen enkel probleem. Voor bewolkte dagen kunnen we de Honda generator gaan gebruiken om de accu’s op te laden. Uiteindelijk deden we dat ook tijdens de oversteek van de Pacific, dus waarom nu niet. Met deze oplossing kunnen we gewoon weer varen. De energievoorziening moet vanaf nu wel nauwkeurig in de gaten gehouden worden. Zo gaan we het doen, maar voelen ons allebei toch wat onrustig, omdat we maar moeten gaan zien of dat werkt. We hebben allebei de pest in, want Jonas was weer helemaal tiptop. Zelfs de lelijke plekken bij de ingang en voor op het dekhuis zijn intussen geschilderd en nu zijn we toch gehandicapt.

We besluiten om Kroatië en Venetië maar uit onze route te halen. Voor Kroatië worden we steeds gewaarschuwd: dat de sfeer er gespannen is en dat ze proberen om je geld afhandig te maken bij ankerplekken en havens. Bovendien betaal je een flinke premie voor je ‘cruising permit’.  Het is even slikken, maar het moet maar zo. Hoe ver we gaan komen met deze noodoplossing weten we niet. We beginnen met de oversteek naar Brindisi in Italië. Wie weet dient zich nog een ander oplossing aan voor ons probleem.

Donderdag willen we vertrekken en zoals gebruikelijk kook ik weer een maaltijd voor onderweg. Het weer ziet er goed uit, misschien een beetje veel wind, maar goed te doen. Maar, als we donderdagmorgen nog een keer het weer controleren, blijkt dat er een stormwaarschuwing is uitgegeven voor het gebied van de Adriatische zee waar wij oversteken. Hmmm, wat nu? We hebben de haven al betaald en willen eigenlijk echt weg. Voordat we Montenegro verlaten moeten we nog uitklaren. Dat kan bij de haven waar we zijn, maar ook in Bar, waar we het land binnengekomen zijn. Jakob stelt voor om eerst naar Bar te varen en vandaar over te steken. Langs de kust is er weinig wind en we zetten koers naar de baai van Budva, waar we op de heenweg zo heerlijk geankerd hebben. Met zo’n kort traject kunnen we gaan kijken hoe het gaat met onze energievoorziening zonder hulp van de dynamo. Het is zonnig weer, dus het zou goed moeten gaan. We laten alle apparatuur uit en varen op de iPad. Voorzichtig zetten we de stuurautomaat bij, die blijkt minder te verbruiken dan we dachten.

Na vijf uurtjes varen laten we het anker vallen in de baai van Budva. We kijken om ons heen. Mooie plek. Er liggen, behalve Jonas, twee catamarans. Gezellig en leuk om naar te kijken. Aan het eind van de dag begint de wind toe te nemen. Uitlopers van de storm op zee? De boot rukt aan de ankerketting, maar daarover hebben we geen zorgen. We hebben het idee dat het anker goed is ingegraven. Rond 10 uur gaan we naar bed. Na een uur hoor ik Jakob buiten. Hij roept: ’Han, kom eens gauw!’ Ik ren naar buiten en daar komt ineens een catamaran voorbij. We krijgen een flashback van de storm met het onweer op Ibiza, waarbij we flink schade hebben opgelopen en vragen ons (net als toen) af wie van de twee er op drift is. Het blijkt dat de catamaran is losgeslagen van zijn anker en in het donker zijn ze druk om een nieuwe ankerplek te zoek. Het blaast intussen knetterhard. Dat wordt ankerwacht! Jakob doet de eerste shift en ik de tweede. Voor in de punt kraakt de lijn (van de haak die de ankerketting vrijhoudt van de ankerlier) met een schurend geluid op de kikker. De zonnepanelen klapperen en we gieren achter ons anker. En dan duurt een nacht heel lang! Het zit allemaal niet mee.

Gelukkig wordt het vroeg licht. Dan zie je tenminste wat erom je heen gebeurt. De wind blijft vandaag doorstaan en dat weerhoudt ons ervan om vandaag over te steken. We zijn ook best een beetje moe van de gebroken nacht. Er zit nog steeds veel wind op zee en de golven die daarbij horen zijn ook niet prettig. Nou ja, zeggen we tegen elkaar, dan gaan we morgen maar. We hebben tijd genoeg. Ons reisplan voor de Adriatische zee tot aan onze zomer ligplek moet worden aangepast. Wel jammer, want deze keer had ik erg mijn best gedaan om de mooie ankerplekken en de betaalbare havens uit te zoeken en op een rij te zetten. Het is niet anders. Er is hier ook nog genoeg moois te zien.

 

De baai van Kotor is prachtig!

Vrijdag 22 april 2022

Zevenentwintig haarspeldbochten nemen we om boven op de berg bij het National Parc Lovcen te komen. Een ‘must’ als je in Tivat bent. De auto huurden we via de marina, lekker makkelijk en niet duur. Het is een Toyota Yara automatic. Prachtig en handig om mee naar boven te rijden. Jakob praat me door ieder van de 27 bochten en waar het kan stoppen we even om van het uitzicht te genieten.

         Het seizoen is nog niet begonnen en er is nog geen enkel koffietentje open onderweg. Gelukkig heb ik wat te eten meegenomen. Het is nog rustig op de weg en het passeren van tegenliggers is goed te doen. Als we boven zijn, zien we een bord richting het mausoleum van bisschop Petar Njegos. Dat ligt nog een stukje verder omhoog en we moeten ook een kaartje kopen. Wij gaan voor het hele plaatje, dus dat doen we.

Intussen hebben we de sneeuwgrens bereikt. De weg wordt smaller vanwege de dikke sneeuwranden.Het laatste stuk is niet begaanbaar en onze voorgangers laten hun auto’s voorzichtig achteruit naar beneden glijden. Dat is voor ons iets te veel van het goede, dus we keren om en rijden via de andere kant van de berg terug. We hebben al zoveel moois gezien. Op de terugweg doen we nog wat zware boodschappen (wijn en bier en nog wat dingen..) die we met de auto tot aan de steiger kunnen brengen. Zo handig!

De was, die we ’s morgens naar de wasserij brachten, een kilo of 15 ongeveer, kunnen we de volgende dag ophalen. Ik was bang dat het een fortuin zou kosten, maar voor 10 euro kunnen we het schone goed, schoon, droog en opgevouwen, weer ophalen.

De volgende dag rond een uur of 11 vertrekken we uit de haven van Tivat en gaan op weg naar Kotor dat een stuk verderop in een hoek van de baai ligt. Het is maar 2 uurtjes varen en het is mooi weer.

Op aanraden van Gerben, die we op de haven ontmoeten, maken we een stop bij Our Lady of the Rocks, een klein eilandje midden in de buurt van Perast. Hij vertelde ons dat je met je boot gewoon mag aanleggen aan de publieke steiger om een klein halfuurtje rond te kijken. Echt de moeite waard, zei hij. Dus dat deden we. Na een rondje om het eiland gevaren te hebben, leggen we aan bij de publieke steiger.

           

De legende vertelt dat de mensen uit de omgeving  steentjes vanaf de wal naar een rotspuntje in het water gooiden. Die berg steentjes groeide uit tot twee eilandjes, die nu veel bezoekers trekken. Op het ene eilandje, Our Lady of the Rocks, staat een kerk met daaraan vast een museum, het andere eilandje heet ‘Eiland des doods’ met daarop een begraafplaats en een klooster (kijk maar eens op internet bij Our Lady of the Rocks).

Wel bijzonder hoor om Jonas daar dan even te parkeren. We zijn niet alleen op het eilandje. Er ligt een cruiseboot verderop en dan weet je het wel. De kerk is prachtig en heeft heel veel zilveren plaatjes aan de muren, die geschonken zijn door overlevenden van scheepsongelukken. Aan het aantal plaatjes te zien, liep het best vaak goed af.

Nadat we ons rondje hebben gelopen over het eilandje, varen we verder naar Kotor aan het eind van de baai. We laten het anker vallen en blijven lekker aan boord om van het imponerende uitzicht te genieten.

Het water is heel rustig en we slapen goed. De volgende ochtend regent het pijpenstelen en het is erg koud. Zelfs Jakob wordt er chagrijnig van en dat wil wat zeggen. We besluiten om de kachel aan te maken. Er zit vast nog wel genoeg brandstof in. Het wordt wat warmer aan boord. Tegen 12 uur wordt het droog. Het brood is op en aan de wal zijn winkels, dus toch maar de dinghy in het water gelegd en naar de wal gevaren.

En dan vergeten we onze slechte bui. We lopen door de toegangspoort het stadje Kotor in en wanen ons in een andere wereld.

 

 

       Kleine straatjes, kerken, winkeltjes en zelfs een maritiem museum komen we tegen. De terrassen zijn na de regen weer gezellig gemaakt en zelfs de zon begint te schijnen. Het wordt een heerlijke middag. Een van de attracties van het stadje is dat je via een hele lange trap naar het fort boven op de berg kan klimmen en dan een fantastisch uitzicht hebt. De trap heeft ongeveer 1200 treden. Hmm, dat lijkt ons wat veel, maar wat lager zien we een kerkje, dat ook al een heel mooi doel is. We bewaren de klim voor de volgende dag.

Weer hebben we een rustige nacht en weer is het gaan regenen. Die wandeling omhoog gaat dus niet door. Met gemengde gevoelens leggen we de dinghy weer aan dek. Zodra de regen wat minder wordt haalt Jakob het anker op. Met een rustig gangetje varen we weer richting Tivat, waar we op zaterdag willen uitklaren om naar Kroatië te vertrekken. Er komt vrijdag nog flink onweer met regen en wind en dat beleven we liever in de haven.

Boemm!! Een knal, wat is dat? We kijken snel om ons heen en denken tegen iets aangevaren te zijn, een boomstronk of zo. We zien niks drijven in het water. Snel doet Jakob het luik van het motorruim open. ‘Nee!!’ roept hij. ‘De dynamo van de 24 volt is van de motor losgebroken!’  Ik zet de motor uit terwijl Jakob kijkt of we zo verder kunnen varen. Snel haalt hij de v-snaren naar boven zodat die nergens tussen kunnen komen. Daarna kan ik de motor weer starten. De accu’s ontladen nu wel met 8 ampère in plaats van dat ze bijladen. Gelukkig zijn we niet ver van de haven van Tivat af en na een uurtje liggen we vast. Zodra de motor wat afgekoeld is gaat Jakob kijken hoe groot de schade precies is.

     

Het blijkt dat de (zware) 24V dynamo echt van het motorblok is afgebroken. Hoe repareer je dat?? Met een beetje geluk komt er morgen een monteur, maar of hij daar zo snel wat aan kan doen is een hele grote vraag. De reservering bij de haven van Dubrovnik heb ik maar voor onbepaalde tijd uitgesteld.

Zo zie je maar dat onze plannen onverwacht kunnen veranderen door invloeden buiten ons om. Gelukkig zijn we flexibel en erg benieuwd hoe dit verder zal gaan. De haven hier is in ieder geval een goeie plek om een poosje te liggen.

Wat een verrassing is Porte Montenegro

Zondag 17 april 2022, Tivat

Na een laatste wandeling langs de boulevard van Bar, gevolgd door een heerlijke maaltijd bij het strand paviljoen, gaan we op tijd naar bed, zodat we uitgerust aan het vervolg van onze tocht kunnen beginnen.

Zoals verwacht is er dinsdag inderdaad geen wind en glijden we zachtjes over een spiegelgladde zee naar onze eerste ankerplek langs de kust in de baai van Budva.  Tijdens het seizoen is het daar vast heel druk, maar nu zijn we de enige zeilboot die zijn anker laat vallen. Er varen wat vissers rond en op de wal wordt hard gewerkt aan twee grote nieuwe gebouwen, waar volgend seizoen de nieuwe vakantiegangers terecht kunnen. De sfeer in de grote ruime baai is vredig en onze stemming is vergelijkbaar.

. We drinken wat en besluiten om de volgende dag een uitgestelde verfklus aan de kuip-ingang te gaan beginnen. Jonas ligt heerlijk te wiegen en vindt het prima.

Na een rustige nacht duikt Jakob de generator op uit het achterluik, pakt de schuurmachine en de stofzuiger en ik zoek de verf en de kwasten op. We gaan aan de slag op ons eigen kleine zelfvoorzienend eilandje in de baai van Budva. We maken bijna net zoveel lawaai als de bouwvakkers aan de wal en voelen ons verbonden.

Na een paar uur is het schuren klaar en kan de eerste grondlaag erop. Die is zo dun, dat we de gleufjes die er zo langzamerhand ontstaan zijn bij onze ouder-wordende Jonas, er niet mee dicht kunnen smeren.  Jammer. Mijn rimpels zijn uiteindelijk ook moeilijk dicht te krijgen met een laagje crème, dus ik snap het wel.

De sfeer in de baai is zo aangenaam, dat we besluiten om nog maar een dagje hier te blijven liggen. We hebben geen behoefte om aan de wal te gaan, genieten gewoon van het moois om ons heen en delen nog een likje grondverf met Jonas.

Gezien de afgelopen ervaringen met heftig weer, volgen we de weerberichten nauwkeurig. En ja hoor, daar komt voor zondag en maandag weer een klein stormpje aan. Windkracht 5-8 Bft. Dat betekent dat we moeten zorgen om tegen die tijd stevig in een haven te liggen met lijnen voor en achter. Het meer van Kotor, wat volgens de boeken de mooiste plek van Montenegro is, ligt nog zo’n 40 mijl bij ons vandaan en de haven daar is ons doel. De komende dagen is het nog windstil en weer schuiven we langzaam op de motor een baai op. De baai van Bigova, hadden we gelezen, is een mooie baai met een restaurant, Grispolis, waar je zeker moet gaan eten. De mooring, waar je aan kan gaan liggen, kost dan niks. Nou , we zien wel.

Op het moment dat wij het anker willen laten vallen (omadat we daarvan zeker weten dat het houdt), komt de eigenaar van het restaurant naar ons toegescheurd in zijn dinghy en gebaart dat we een boei moeten oppakken. Wij roepen terug dat we dat niet willen en hij vertrekt. Het anker zit nog niet in de grond of daar komt de maritieme politie aan en wil aan ons vastmaken. ‘Hoho’, roept Jakob, ‘ik ben nog niet klaar met ankeren!’ Ik beduid hem om te dimmen, want je weet maar nooit in zo’n land als dit hoe ze met je omgaan. De politieboot wacht keurig tot Jakob klaar is en dan komen ze langzij voor de paspoorten en de scheepspapieren.

Nu hadden we gelezen, dat ze erg moeilijk kunnen doen als je geen toeristenbelasting hebt betaald bij aankomst en kan je een flinke boete krijgen. Toevallig heb ik de avond tevoren zitten puzzelen wat er nu precies op de documenten staat die we van de autoriteiten in Bar hadden gekregen. Het leek er op dat er iets over ‘taksa’ op stond met een bedrag van 80 euro. Maar we weten niet zeker of dat voldoende is. Gespannen wachten we af wat de politie zal zeggen over onze papieren. Al heel snel komen ze naar buiten en geven ons het hele pakje terug. Alles is goed. Hè, gelukkig, dan weten we dat ook weer.

Het is tijd voor koffie. Dat smaakt. We besluiten de eerste laag lak op ons project te smeren en dan met de dinghy naar de wal te gaan om daar wat rond te kijken. Er is een piepklein dorpje met een piepklein winkeltje dat pas over een week of zes opengaat. Jammer. Geen vers brood voorlopig. We lopen de enige straat van het dorp door en komen op een hoger gelegen stukje met een mooi uitzicht.

     

        

We maken de ‘zoveelste’ foto van Jonas en lopen terug naar het restaurant voor een biertje. Er zijn hele kleine flesjes van 0,25 liter en we betalen daar 3 euro voor. Amsterdamse prijzen lijkt ons. Maar ja, de eigenaar vertelt dat hij zijn 20 appartementen nog niet verhuurd heeft. Er komen altijd veel Russen daar, maar nu dus niet. Ons geld kan hij daarom best goed gebruiken.

Vrijdag is het nog steeds mooi rustig weer, dus ook in deze baai blijven een nachtje extra liggen. Halverwege de nacht begint de boot te schommelen. Er is een rustige deining de baai ingelopen, die naarmate het ochtend wordt steeds sterker wordt. Daar worden we niet blij van. Tijd om te vertrekken. Om 8 uur (dat is tegenwoordig heel vroeg voor ons..) gaan we ankerop en komen op ruimer water, waar de deining nog een stuk heftiger is. Er is nog steeds geen spoortje wind. We klotsen richting de baai van Kotor en op het moment dat we daar van koers veranderen en de baai binnenvaren, is het geschommel ook voorbij.

    Wat een prachtige baai ligt er voorons. Omsloten door hoge bergen, ligt het blauwe water te schitteren in de zon met hier en daar een groter of kleiner stadje met witte huizen. En alweer zijn we de enige boot hier, maar kunnen ons voorstellen dat het tijdens het zomerseizoen wit ziet van de zeilen. We genieten van onze laatste mijlen naar Tivat aan de oostkant van het vlindervormige meer. En dan komt voor die dag de grootste verrassing. De haven van Tivat, waar we een paar dagen willen blijven, ziet er uit alsof hij aan de Cote ‘d Azur ligt met enorme glimmende motorjachten en een gigantische vijfmaster, die aan prachtige steigers liggen, omzoomd door palmbomen en plantenbakken.

        Daarachter zijn appartementen gebouwd in een hele fraaie verzorgde stijl en de terrassen en winkelstraatjes zijn ronduit ‘lux’ te noemen. En daar komen wij aan met onze niet meer zo jonge cruisersboot. Niks glad en strak en fancy, maar eerlijk en doorleefd en doordrenkt met stoere zeilverhalen.

Met veel egards worden we door een havenmeester in een Rib naar onze plek gebracht. Hij helpt met het vastmaken van de voorlijnen en geeft de mooringlijnen voor de achterkant aan. Hij wenst ons een prettig verblijf. En dat alles voor de prijs van 36 euro per nacht!! We kunnen het bijna niet geloven. En dan die toiletgebouwen, marmer met regendouches en heerlijk warm water. De verleiding is groot om hier nooit meer weg te gaan, maar zo zitten we niet in elkaar. Nog even het stormpje uitzitten van zondag en maandag en dan gaan we weer verder.  

Echt Paasweer hebben we hier dus niet, maar wie weet is het volgend weekend beter. In dit land, vanwege de orthodoxe leer, is Pasen een weekje later. Vanuit een stormachtig Tivat wensen we iedereen nog een gezellige voortzetting van het Paasweekend.

Het achterland van Bar – Montenegro

Zondag 10 april 2022

We zijn toch echt twee maanden te vroeg terug gegaan naar de boot. Het schiet niet op met het weer. Net als je denkt, nu wordt het beter, is het één of twee dagen lekker weer en hup de thermometer daalt weer naar 12 graden met een ijskoude wind.

Vermoeiend hoor om je steeds te moeten aanpassen. Maar het is niet anders. Als we geduld hebben wordt het vast voorjaar en komen alle toeristen ook weer.                   De afgelopen dagen hebben we het achterland van Bar ontdekt. Het oude Stari Bar, waar we vorig blog de foto’s van lieten zien is eigenlijk wel het mooiste stukje hier. In de stad weten we intussen aardig de weg en de lekkerste aardbeien weten we ook te vinden. De dag na ons bezoek aan Stari Bar regent het bijna de hele dag en blijven we heerlijk in de boot. De boodschappen hebben we nog net droog binnen kunnen halen, dus wat kan ons gebeuren.

Aan het eind van de dag wordt het even droog en dan is het heerlijk om even wat te lopen. Richting Sutomare, naar het eerste strand hier is een leuke wandeling over een soort brede boulevard.

 Het palies van Koning … is jammer genoeg gesloten wegens verbouwing. Een stukje verderop glanzen ons de gouden koepels tegemoet van de kerk van …..  

 

 

 

 

Daar aangekomen worden we geimponeerd door de prots en praal. Binnen gekomen wordt het nog een beetje erger. Schilderingen van heel veel heiligen in opzichtige kleuren. Ik werd helemaal misselijk van de overdaad en ga buiten op een bankje zitten. Jakob kan er iets beter tegen en ziet nog mooie dingen.

Teruglopend naar het strand komen we in een restaurantje terecht wat ons is aanbevolen door de havenmeester.

Het is er lekker warm en ik bestel lokale rode wijn en Jakob een biertje met een kaasplankje als borrelhap. We worden verrast door een prachtige schotel met van alles erop. In combinatie met de wijn echt top. We blijven lekker zitten met uitzicht op het water en bestellen ook nog maar een lekkere biefstuk, die erg goed bleek te zijn. Teruggekomen aan boord zoeken we de wijn op die ik had gedronken.

En dit lezen we: “De vranac druif geeft stevige wijnen van zeer goede kwaliteit. Deze blauwe druivensoort zien we vooral in Montenegro… (het voormalige  Joegoslavië) waar de vranac veel is aangeplant. Wijnen gemaakt van de vranec druif hebben een hoge kleur intensiteit, zijn stevig van smaak (jam-ig) met vaak zachte tannines . Mond vullend, intense en doorgaans van uitmuntende kwaliteit. In Nederland is deze wijn van de vranec druif nog redelijk onbekend en wordt daardoor ook graag ingezet door top Sommeliers die met deze wijnen bijzondere wijn & spijs combinaties maken.” 

De volgende dag kopen we bij de supermarkt nog maar een paar van die flessen Vranac, want die blijkt specialer te zijn dan we dachten.

Internet leert ons dat de hoofdstad Podgorica hier niet zo ver vandaan ligt en per trein bereikbaar is. We kopen kaartjes aan het loket en worden met een stokoude trein in een uur naar de stad gebracht. Het landschap is schitterend voor zover dat door de slecht doorzichtbare ruiten te zien is.   

Op internet lezen we dat de bezienswaardigheden van Podgorica beperkt zijn en dat klopt. We doen ons best om er wat moois in te zien, maar dat lukt niet erg.

Toch lijken de mensen erg tevreden te zijn met hun bestaan hier en wij zijn weer een ervaring rijker.

Een andere bezienswaardigheid is de meer dan  2000 jaar oude olijfboom, die nu een beschermd object is geworden. Bij het toeristenbureau hadden we een mooi foldertje in het Servisch (of zo) gekregen en gaan daar zaterdag naar toe. Het is droog en niet echt koud, dus heerlijk wandelweer. Jammer! Aangekomen bij het begin van de route blijkt die langs de snelweg te lopen met soms een smal voetpad. Nou ja, het is dan maar zo. Wij willen die boom zien. Na een uur uitlaatgassen gesnoven te hebben komen we aan bij de boom, die er werkelijk prachtig uitziet.

    

Het terrein er omheen is mooi onderhouden en de uitzichten naar de bergen zijn imposant. We maken wat foto’s en keren dan weer om. Het vooruitzicht om weer langs de snelweg terug te lopen trekt ons niet aan. We zoeken een andere weg en zien dat Stari Bar te voet zo’n 20 minuten is. Prima te doen. Het bekijken van de oude stad hoeft niet meer, maar de bus oppikken om terug naar de boot te gaan is ons doel geworden. Hehe en dan zijn we weer terug op de boot. Alweer meer dan 10 km gelopen. Dat deden we woensdag ook al. Het moet niet te gek worden.

 

Gelukkig is het vandaag weer koud met wind en regen. Lekker een dagje onder het zeil van de kuiptent. We hebben uitgevonden dat het daaronder met het elektrische kacheltje aan heel behaaglijk is. Net kamperen in Nederland!

En nu? We hebben hier de belangrijkste dingen wel gezien en willen verder. Wat een pech nou. We willen naar het noord en laat de wind daar nou precies morgen vandaan komen? Jonas is geen – hoog aan de wind- zeiler, dus dat wordt niks. Maar dinsdag is alles weer voorbij. Dan hebben we geen wind meer. Ook dat vinden we eigenlijk niks, want we willen zo graag zeilen langs mooie kusten. Nou ja, het is niet anders. Op de motor langs mooie kusten varen is ook de moeite waard. We houden de moed erin.

 

Montenegro

Woensdag 6 april 2022

Ik zou niet geweten hebben waar het lag, totdat we onze route naar Venetië gingen plannen. We zagen dat Montenegro ten noorden van Albanië ligt, waarvan we gezien hadden dat het niet zulke geweldige havens had.

    Zondag deden we in Corfy-stad een rondje langs de Port Authorities en Customs kantoren bij de ferryhaven. Het was weer ouderwets uitklaren met veel papier en veel stempels. Omdat het zondag was lukte het niet meer om boodschappen te doen, dus kookte ik eten voor onderweg van wat er nog in de koelkast lag. Dat werd een heerlijke nasi die in een grote Tupperware bak de koelkast in verdween.

De reden voor dit iets versnelde vertrek uit Corfu was een weergaatje dat we gezien hadden en dat groot genoeg moest zijn voor een oversteek van een dag en een nacht. Maar niets bleek minder waar. Het begon maandagmorgen met een uur of 6 zonder wind. Daarna kregen we een dikke 6 Bft uit het noordoosten. Het eerste stuk was nog bezeild, maar een paar uur later moesten we echt richting het noorden om de haven van Bar in Montenegro te bereiken. De golfslag was kort, zoals op het IJsselmeer. In combinatie met de wind op de kop werd het motorzeilen met veel gehobbel en heel veel water over het dek.

We keken elkaar af en toe aan en dachten, is dit nou echt leuk? Maar we zeiden niks. Totdat we tegen een wand van grijze bergen een kleurrijk stadje zagen liggen onder een blauwe hemel. Onmiddellijk vergaten we het ongemak.

Jakob verwisselt de Griekse gastenvlag voor die van Montenegro en hangt de quarantainevlag er naast. Nu zijn we klaar om de haven binnen te varen.

We zijn zo benieuwd wat we daar, in dat voor ons onbekende land, gaan zien. Voordat we de marina in kunnen, moeten we ons eerst melden bij de haven autoriteiten, die in het gebouw van de ferryhaven zitten.

We kunnen aanleggen aan een lege kade, maar daar blijken heel veel afgenipte staaldraden te zitten, die zomaar de flank van je boot kunnen openscheuren. Ik pak zo snel ik kan alle stootwillen van de andere kant en prop ze aan stuurboord kant tussen de wal en het schip. We liggen. Jakob moet alleen naar het kantoor om in te klaren en ik moet aan boord blijven. Ik trek Jonas voorzichtig een stuk naar achteren langs de kade om bij de ergste scherpe stukken staaldraad weg te komen.

Ruim een uur later komt Jakob terug. We mogen naar de jachthaven. Intussen is de wind toegenomen en we liggen aan lager wal. Jakob kan heel goed op een spring wegvaren, maar met al die scherpe ijzers aan de kade vind ik dat doodeng.

Blijven liggen is ook niet echt een optie. En dan doen we het ineens. Ik houd de achterspring bij, Jakob draait zo hard mogelijk met de boegschroef van de wal en ineens kan ik de lijn los maken en zijn we vrij van de kant en een kwartslag gedraaid richting uitgang. Wat een goeie actie!

We varen om naar de jachthaven die erachter ligt en worden door twee mannen naar een betonnen pier gewenkt. Het liefst liggen we met de neus naar de uitgang, maar dat betekent dat we moeten draaien in een smal stuk water. Ook daar is Jakob goed in en legt Jonas na een ferme draai netjes met de neus naar buiten aan. Respect!

Dan kijken we om ons heen en krijgen een blij gevoel. Wat prachtig hier. Niks geen luxe, maar indrukwekkende natuur en een simpele rustige haven. Jakob moet weer alleen naar het havenkantoor en komt nu wat sneller terug.

We kunnen gaan opruimen. We zijn best moe na een onrustige nacht met weinig slaap en veel gehobbel van het schip. Ik warm de restjes eten die we nog hebben op en om 8 uur liggen we in bed. Het werd een koude nacht, maar onze warme dekbedden doen het goed.

   Vanmorgen schijnt de zon alweer en vol verwondering kijken we om ons heen. Het voelt echt als een andere wereld. De natuur, de sfeer, de mensen. Ik heb geen idee wat het is, maar het voelt goed. We doen boodschappen bij de supermarkt en drinken koffie op een terras, waar verrassend veel jonge moeders met hun babys pronken. We kopen allebei een simkaartje voor de telefoon en krijgen 500 GB voor 15 euro. Dat was nog nooit ergens zo goedkoop.

Bij het toeristenbureau krijgen we informatie over de omgeving. De oude stad, Stari Bar, ligt 5 km naar het zuidoosten en is met de bus te bereiken. Dat lijkt ons wel wat. We zoeken de bushalte en stappen een kwartier later in de bus die ons voor 1 euro pp naar de oude stad brengt.
Ondanks het feit dat Montenegro niet in de EU zit, is de euro toch het algemene betaalmiddel, lekker makkelijk.

De oude stad is prachtig. Er wordt nog veel gewerkt aan de bestrating en de renovatie, maar dat deert niet. We genieten van al de mooie oude historie en hebben respect voor wat ze vroeger allemaal konden bouwen.

        Vlak onder de oude stad is een nieuwe bebouwing onstaan van cafetjes, hotels, souvenierswinkeltjes, enzovoort. Het geeft een gezellige sfeer en al snel zitten we wat te drinken en een soepje te eten in zo’n authentiek restaurantje.

Wat bijzonder. We zijn heel erg verrast over de eerste indruk die we van dit land krijgen. Voorlopig blijven we hier een paar weken om het land te zien en de kustlijn langs te zeilen tot we bij Tivat weer moeten uitklaren. Maar dat duurt nog wel even.