Categoriearchief: denemarken

Bornholm

Zondag, 17 augustus 2025, op zee

We installeren ons in Nexo aan de zuidkust van Bornholm om de harde wind uit te zitten (nou ja, zitten..). Al is de haven dan niet zo luxe en is het een gedoe om stroom te krijgen, het is een prima uitgangspunt voor het verkennen van het eiland Bornholm. We bekijken het sanitair en de wasmachine. Ik had hier een was willen doen, maar de machines zien er niet zo geweldig uit, dus ik wacht nog maar even.

Tot onze vreugde is er een Lidl om de hoek. Onze voorraden zijn aardig opgegaan in Hanö. We kunnen dus weer flink inslaan. Maar daar vullen we dag niet mee. We gaan natuurlijk weer wandelen. Wikiloc, de wandelapp, geeft ons een goeie suggestie. De haven uit en dan linksaf. We worden verrast door een natuurgebied met een heuse uitkijkpost. Het barst er van de (water-)vogels. Het pad gaat verder door een bos en komt uit bij een strandje, waar gesurft wordt. Het water is er erg ondiep, dus ideaal daarvoor.

Er staat een koffietruck in de buurt, die een prachtige koffiemachine herbergt. Jakob geniet van de cappuccino en ik neem een ijsje. Heerlijk. Gelaafd door het lekkers wandelen we terug en komen langs een heideveld. Hoe kan je dat allemaal in een wandeling van 7 km verstoppen. We genieten ervan. Van de harde wind hebben we al wandelend geen last.

Ik had gelezen dat er in Rønne een oude keramiek fabriek is, die nu als museum dienst doet. Dat lijkt ons leuk. We stappen in de bus waar nog zone-kaarten worden gebruikt die je zelf in een machine moet afstempelen. Het werkt en een uur later zijn we in Rønne. Inderdaad geen gezellig stadje, maar de Hjorts Fabrik is geweldig. Alle verschillende werkruimtes zijn nog intact, waardoor het hele proces van af de ruwe klei tot het geglazuurde eindproduct te zien is.

We treffen een pottenbakker, die achter z’n draaischijf zit. Hij werkt hier al 44 jaar en vertelt dat dit niet alleen werk is, maar ook een verbinding met het hele leven en de oudheid, waarin gebakken potten al heel gewoon waren. Een bijzondere man! Wat zijn we blij dat we hier naar toe zijn gegaan. De rest van de stad is niet veel en tegen drieën gaan we weer met de bus terug naar de boot.

In Gudhjem staat het Kunstmuseum en dat willen we ook graag bezoeken. Al vroeg stappen we de volgende dag weer in de bus. Gudhjem is het enige dorp dat op een berg gebouwd is, dus we kunnen onze beenspieren weer gebruiken. Het dorp ziet er leuk uit, maar heeft wel een hoog toeristisch gehalte. Daar zijn wij niet zo van. We gaan op zoek naar het Kunstmuseum, maar dat ligt een heel stuk verderop, anderhalf uur lopen. Dat is ons te veel, want je moet ook weer terug.

Als het Bornholm museum in het dorp gesloten blijkt te zijn, stappen we weer in de bus en gaan naar Swaneke, dat niet op de weg terug naar Nexo ligt. Dat blijkt inderdaad een heel leuk dorp te zijn. Ook toeristisch maar op een gematigde manier. We lunchen op een terras en krijgen een mooi bordje voor ons neus, met roggebrood, gebakken scholfilet en garnalen.

Het ziet er prachtig uit en smaakt ook goed. We kijken nog wat rond bij de haven. Op het moment dat de bus eraan komt, bedenk ik ineens dat we de rugzak met onze truien erin bij het restaurant hebben laten staan. Dag bus! Die tas is toch belangrijker. Een uur later gaat er weer een en tevreden over deze dag drinken we een biertje aan boord. Morgen vertrekken we vanhier. We hebben genoeg gezien van dit eiland. We gaan oversteken naar Duitsland.

   De tocht naar Sassnitz is geweldig. De wind komt uit de goeie hoek en we hebben een mooie zeildag. Daar genieten we extra van, want die zijn er niet zoveel. Als we in de buurt van de haven komen zien we een heleboel oranje boeien. We zoeken onze weg er tussendoor tot er een motorboten met volle snelheid op ons afkomt. “Weg, weg,” schreeuwt een vrouw. Hoe of wat moeten we zelf maar raden.

Het blijkt een wedstrijdveld te zijn waar de Monstercatamarans getraind hebben. We varen om en er komt weer zo’n bootje naar ons toe. De man begint een gezellig praatje en geeft aan dat we gewoon naar de haven kunnen varen, want de training is klaar. Mooi zo! Wat een verschil in benadering.

Als we in de haven komen, blijken alle boxen een rood bordje te hebben, dat betekent dat je er niet mag liggen. De hele haven is leeg! We hebben er 70 mijl opzitten en zijn niet van plan om weg te gaan. Jakob manoeuvreert de boot tussen de palen door en we worden opgevangen door iemand van de organisatie. Die zegt niks, dus wij maken lekker vast. Op het havenkantoor horen we dat de hele haven is leeggemaakt voor het evenement dat vrijdag begint. Deze nacht kunnen we gewoon blijven. Of het komt omdat de haven leeg is weten we niet, maar er staat een flinke deining en we hebben een onrustige nacht.

De volgende morgen zijn we vroeg uit bed en vertrekken maar meteen. Koffie en ontbijt komen onderweg wel. We gaan op weg naar de ankerplek bij Dasser Ort, dat is 50 mijl varen.

We hebben de hele dag, dus we kunnen lekker spelevaren. De wind is matig, de zee is vlak en we genieten van de relaxte zeiltocht. Op de ankerplek is het water onrustig, maar dat gaat vast afnemen gedurende de nacht. Jakob steekt de bbq aan en we genieten van ons eten.

We doen nog één hopje (zeemijlen naar een volgende plekje) voordat we een dag rust nemen. Nu de wind oostelijk is, moeten we die benutten. We besluiten naar Warnemünde te gaan. Dat is niet zo ver en daar kunnen we tanken. Het wordt een rare tocht. De wind klopt niet echt met de voorspelling en de golven staan verkeerd. Maar goed, we komen er wel.

Helemaal achter in de haven is een klein tankstationnetje waar twee mannen op ons zitten te wachten. De pomp is langzaam, dus het duurt even voor we de 250 liter erin hebben. Hier komen we wel mee thuis. We meren daarna af aan de binnenkant van de oostpier. Een mooi plekje. Het is wel ver lopen naar de douche en de wasmachine, maar dan lopen we tenminste weer wat kilometertjes.

En alweer is het zaterdag geworden. De tijd vliegt en we doen de was en wat schoonmaakwerk aan boord. Alsof we thuis zijn ……

’s Middags gaan we nog even met de pont naar de stad om boodschappen te doen. Als we langs een worstenkraampje lopen kan Jakob het niet laten om een Bratwurst te kopen. Daar had hij bij ons vorige bezoek al zin in. En het smaakt hem nu heerlijk!

We gaan weer met de pont terug naar de haven en lopen via het kleine strandje  naar Jonas.

Morgen varen we weer verder. Héél langzaam richting Terschelling.

 

Verwaaid op Hanö

Zaterdag 9 augustus 2025

Wat een geluk dat we op dit mooie eilandje terecht gekomen zijn. Het is er heel bijzonder. Dat begint al met de haven. De havenmeester is Lotte, en ze dirigeert iedereen op een plek, zodat er heel veel boten kunnen afmeren. Dan het sanitair. Dat zijn allemaal aparte hokjes voor douche of toilet en zijn brandschoon. Bij de dames staan er geurstokjes  en bloemetjes.

Op de kade staan picknick banken of ronde tafeltjes met rieten stoelen. Zo verzorgd. De beschutting van de haven is ook veel beter dan we verwacht hadden. De muur van de golfbreker houdt veel wind en zeker water tegen.

Op zondag beginnen we met een wandeling naar de vuurtoren en de Engelse begraafplaats. Leuke paadjes wisselen elkaar of met grote stenen. En overal staan bankjes. De zon schijnt uitbundig en op het eiland zelf merk je weinig van de wind.

Nog even lijkt het erop dat we maandag naar Simrishamn op het vasteland gaan, maar we besluiten dat niet te doen. Dan lig je daar nog vier dagen verwaaid en we kennen die omgeving al. Hier op Hanö zijn we nog lang niet uitgekeken.

Maandag kiezen we voor de wandeling om het eiland heen. Oei, dat is niet zo’n mooi plat paadje als naar de vuurtoren. Dit is een keienpad en dat vindt mijn heup niet zo lekker. Er staan ook geen bankjes om dat been even rust te gunnen. Maar het is zo bijzonder hier met de stenen en de doorkijkjes op zee, dat de kiezen op elkaar gaan en we stappen lekker door. Wat een afwisselend landschap. Na het keienpad komen de grote steenpartijen. Wat een bijzonder natuur. We genieten met volle teugen en zijn blij dat we hier nog een paar dagen blijven.

In de avond begint het te waaien. Steeds harder tot windkracht zeven. Alle stootwillen hangen tussen de buurboot en de onze, om schade te voorkomen. Ik heb lijnen om de zeilhuiken van beide zeilen gebonden tegen het klapperen en verder alle losse dingen van het dek verwijderd.

Om 2 uur ‘s nachts gaat de wind echt los. Er begint een lijn te klapperen. Ik lig een poosje te luisteren. Het regent intussen ook verschrikkelijk. Voorzichtig steek ik mijn hoofd om het deurtje van de kajuit, maar doe het gauw weer dicht.
Een uur later is de regen gestopt, maar de wind laat de lijn extra hard klapperen. In m’n onderbroek ga ik nu toch naar buiten. Niemand die me ziet. Ik trek de lijn stevig aan, zet ‘m vast en ga weer snel naar binnen. Mijn bed in en oordoppen in m’n oren. Nu kan ik nog lekker een poos slapen.

De volgende ochtend is de wind iets minder en het is droog. De zon schijnt uitbundig. Na een verlaat ontbijt gaan we toch maar weer lekker wandelen. Jakob helpt eerst de buurman, die tegen de autobanden aan de kade ligt, om onze planken als wrijfhout aan te brengen. Nu verdwijnen zijn stootwillen niet meer in de gaten van de autobanden. Onze Jonas ligt lekker tegen de grote buurboot aan. Wij hebben het makkelijk.

De haven is gister leeggelopen. De meeste boten hadden vast haast of ze moesten weer aan het werk en vertrokken daarom toch maar. Er is nu geen enkele paniek. Iedereen heeft een lekker plekje en we voelen ons veilig.

Er worden nog twee dagen en nachten met harde wind verwacht. Wij vinden het prima. Het eiland is prettig en de zon schijnt veel. Vanavond gaan we eten in het enige restaurantje hier. We zijn benieuwd, want het heeft een goeie naam.

We nemen een verrassend voorgerecht. Echt Zweeds denk ik. Heel erg lekker. Daarna fish en chips. Heel verse vis op de juiste manier gebakken. En we delen een toetje, crème brûlee met een heerlijk hard suikerlaagje. Inderdaad een prima kok in de keuken.

Na een redelijk rustige nacht draait de wind iets naar het noorden. Nu komt er deining in de haven en dat maakt het erg vervelend. We hotsen en klotsen en hopen dat we geen schade veroorzaken aan de buurboot.

Als afleiding bak ik een cake in de Airfryer. Dat is best lang geleden, dus ik zoek een beetje naar de baktijd. Drie keer verleng ik de tijd, totdat de satéprikker er droog uitkomt. Tot mijn verbazing smaakt ie fantastisch.

Na de lunch nog maar weer een wandeling naar de vuurtoren. Het is heerlijk hier en op het land merk je veel minder van de wind. Om een uur of acht moet het ergste voorbij zijn. Ik lees op fb dat veel zeilers het moeilijk hebben met deze drie dagen harde wind. Gelukkig schijnt bij ons meestal de zon.

We hebben besloten om tot vrijdag te wachten om te vertrekken. Dan is de windrichting nog niet echt goed, maar de sterkte wel. We gaan ervoor. De buren vertrekken ook, dus dat komt goed uit. Soms babbel ik even met de buurvrouw en dat is gezellig. Ze is een beetje nieuwsgierig naar ons, dus ik licht een klein tipje van de sluier op. En dan vertelt zij wat meer over hen.

We maken donderdag nog één keer een wandeling over rotsige paden, ongelofelijk dat we dat gewoon doen! Als beloning gaan we nog maar een keer naar dat leuke restaurantje. Ze hebben vast weer heel lekker eten voor ons.

Als we vrijdag losmaken om naar Bornholm te varen, zijn we echt blij dat we hier terecht zijn gekomen. En zo lekker lang, zodat we alle wandelpaden konden ontdekken. Verwaaid liggen op zo’n plek is zo slecht nog niet.

De dag begint met motoren, dat wisten we en varen een beetje richting Simrisham, zodat we op kunnen steken naar Bornholm als de wind komt. Dat was goed gepland. Na vier rustige uren, kunnen we aan de bak. Alle zeilen bij en varen maar. De wind neemt flink toe, dus er moet gereefd worden. Ik doe het grootzeil, nadat ik zwemvest en lijflijn had aangedaan. Samen maken we de kluiver een stukje kleiner. Het water spoelt over het dek.

Het is lang geleden dat we zo aan het werk waren. Genieten, maar ook best (in-)spannend. De traffic lane richting Zweden ligt voor ons en die moeten we loodrecht oversteken. Tot twee keer toe kunnen we net voorlangs een groot vrachtschip. Beiden verlegden hun koers een paar graden. Zo gaaf; ja “varen doe je samen”.

Tevreden komen we bij de noordoost punt van Bornholm aan, waarachter een mooie ankerplek ligt. De golven worden minder, maar de wind blaast nog lekker. Na het aftuigen varen we rustig naar het strandje. Op onverklaarbare reden stond de dieptemeter op feet in plaats van meters. Ik snapte er niks van. Het bleef maar 25 meter diep. Toch maar geankerd en toen ontdekten we het. Zo stom! Eind goed al goed. We lagen een poosje later heerlijk te deinen in de zon met uitzicht op een strandje met zwemmers en een mooi dorpje op de achtergrond.

Vandaag, zaterdag,  zakken we af naar Nexø aan de zuidkust van Bornholm. De wind is west 3-4 en het is een ouderwetse zomerse zeildag op vlak water, met een gematigd windje. Dat was lang geleden en we genieten er enorm van.

Nu liggen we in Nexø, een Industriehaven die

omgeturnd is voor jachten. Niks geen luxe, zwarte autobanden langs de kademuur en verder veel beton. Er hangt een balkansfeer, stoer, simpel, geen luxe. Jakob vindt het geweldig. Ik moet even wennen. Maar we liggen hier goed. Morgen weer windkracht 7….

 

 

Via Denemarken naar Zweden

Donderdag 26 juni 2025, Ystad – Zweden

Warnemünde is een echte badplaats, met een oude vuurtoren, een winderig strand en veel toeristen. Allebei waren we hier in 2011, het jaar voordat we elkaar leerden kennen. Hoe bijzonder is dat. Nu halen we samen herinneringen op aan toen. Jakob was met zijn vriend Renger, die hier afscheid van hem nam en ik was alleen.

Er zijn een aantal dingen veranderd, zoals het pontje van Hohe Dune, waar de jachthaven is, naar de stad. Dat is nu een echte pont geworden voor auto’s en voetgangers.

De supermarkt is er nog en we laden onze tassen vol met eten. Dat is best een hele sjouw terug naar de boot, waarbij het toetje bestaat uit het ophijsen van de tassen via het boegtrapje. Maar we kunnen nu weer een week vooruit.

Donderdag nemen we de trein naar Rostock, waarvan we alletwee een mooi plaatje in ons hoofd hebben. Maar we doen iets verkeerd. Nergens zien we oude straatjes met mooie gebouwen. We drinken koffie bij een vegatentje. Havermelk in de cappuccino meneer? Het smaakt naar eikeltjeskoffie met iets wits erdoor. Als de dame komt vragen hoe het smaakt, zijn we te beleefd om te zeggen dat het niet te drinken was. Weer wat geleerd!

We lopen de hele kade af op zoek naar de oude stad, maar zien alleen industrie en de aanleg van een nieuwe boulevard. Eindelijk vinden we het plein dat we kennen en de winkelstraat. Toch echt lang niet zo mooi als we ons herinnerden. Tja, misschien hebben we intussen te veel mooie steden gezien.

Vrijdag vertrekken we richting Dasser Ort. Er is weinig wind voorspeld. Tot onze grote vreugde kunnen we het hele traject naar Prerow zeilen, gestuurd door de windvaan. Echt een topdag.

De ankerplek bij Prerow is heel groot. Er liggen drie schepen als we aankomen en dat geeft een gezellig gevoel. Het is lekker warm weer, wit strand voor de boeg en een mooie zonsondergang. We wanen ons bijna in de tropen.

De volgende dag vertrekken we vroeg, want er komt tegen vijf uur flink wat wind aan. Er is nu helemaal geen wind, dus de motor mag zijn best weer doen en we koersen naar het noorden. We zijn op tijd in Klintholm in Denemarken en vinden een plekje aan de steiger. Weliswaar lagerwal, maar hoe het gaat verlopen met de harde wind die er aan komt zien we wel. We gaan nu eerst de wal verkennen en een ijsje eten. De haven is gecombineerd met een vakantiepakje met huisjes. Het lijkt een beetje op de nieuwe haven van Volendam.

Er liggen twee Marine zeilboten in de haven achter die van ons. Prachtige schepen, die vastgelegd zijn aan de wal met een speciale knoop. 

 

 

Marinemannen, gekleed in een wit uniform (hoe bedenk je dat?) zijn flink aan het koperpoetsen en dekzwabberen als we langslopen. Hun witte broeken zijn aardig vuil op hun zitvlak. We lopen verder naar de eerste strandopgang. Dat ziet er goed uit. Ik begrijp dat mensen hier hun vakantie doorbrengen.

De eerste nacht valt het nog mee met de wind. Ik ben vroeg wakker en bedenk dat ik voor het geweld echt losbarst nog een flinke wandeling kan maken.    Jakob blijft aan boord voor wat klusjes. Ik geniet van de wandeling langs het water en kom via een bosweg zelfs bij een soort klif. Deze is weliswaar van zand, maar ziet er fraai uit. Onderweg zie ik allerlei verschillende bloeiende bloemen en maak er een foto-boeket van.   

‘s Middags begint het inderdaad flink te waaien en dat doet het twee dagen later nog steeds. We vermaken ons aan boord en blijven de stootwillen verplaatsen omdat het water zakt. Intussen wel een halve meter. Het blijkt dat de haven leeg waait vanwege de harde wind. Een gekke ervaring in een gebied zonder getijden.

Het brood is op en de yoghurt ook, dus tijd om naar de stad Stege te gaan, waar een supermarkt is. Er gaat hiervandaan een bus naar toe. Jakob blijft op de boot passen en ik ga op stap. 

Stege is een klein, schoon stadje. Het is er rustig en ik loop in 10 minuten naar de andere kant, waar een oude toegangspoort staat. Er zit een museumpje aan vast. Dat bewaar ik maar voor een volgende keer. Als ik snel omkeer kan ik nog net boodschappen doen voor de bus weer vertrekt naar Klintholm. Het waait nog steeds hard en met moeite loop ik tegen de wind in terug.

De busrit is weer prachtig. Mooie groene glooiende velden, die me doen denken aan Ierland.

En nog gaat de wind niet weg. De volgende morgen is het een knoopje minder, maar nog steeds een dikke 6 Bft. Een aantal ongeduldige zeilers vertrekt toch en de aanblik van hun woest bewegende boten in de havenuitgang maken me bijna misselijk.

Nou ja, ze zijn vast iets jonger dan wij en moeten weer op tijd op hun werk zijn. Wij blijven nog een dagje. Het water begint weer te stijgen en de stootwillen worden steeds een stukje omhoog verplaatst.

De bus naar Møns Klint, waar de krijtrotsen loodrecht in zee dalen, rijdt pas vanaf 1 juli. Op de   fiets ernaartoe met die wind is niks en lopend is het drie uur heen en weer. Ook niet echt een optie. We gaan dus maar naar samen met de bus naar Stege en nemen de tijd om op ons gemak rond te kijken en het museum te bezoeken.

Dat is aardig, maar niet indrukwekkend. Het uitzicht vanaf de toren is het mooist. De kerk is het mooiste van het dorp. Een beetje plomp van buiten, maar beeldschoon van binnen.

Het is donderdag 26 juni geworden, de wind is gaan liggen en we kunnen weer verder varen.

Het is een kleine 60 mijl naar Ystad in Zweden. De tocht is rustig, want de wind is echt helemaal verdwenen. Het is rustig op het water. We varen langs Møns Klint en genieten van de bijzondere aanblik.

 

In de aanloop naar Ystad kunnen we nog een uurtje zeilen, heerlijk. Tegen zes uur komen we aan in de haven. We vinden een plekje in de haven langs de kade bij de reddingsboot. Daar liggen we goed, want er komt weer harde wind aan.

We gaan de stad niet meer in, het is mooi geweest voor vandaag. We hebben nog een prakje zuurkool en dat smaakt prima. Morgen gaan we passagieren.