Categoriearchief: Spanje

Van Columbus in Mazagon naar de luxe in Vilamoura

Donderdag 30 maart 2023

Wat een heerlijke haven is dit hier in Mazagon. Je zou bijna alleen maar op de boot blijven zitten om er van te genieten. Maar dat is de bedoeling natuurlijk niet.

We zijn hier op een bijzondere plek. Vanaf de Rio Tinto, waaraan Mazagon ligt, is Columbus in 1492 vertrokken om de wereld te ontdekken.

Natuurlijk is daar een gedenkplek voor opgericht en die gaan we zoeken. We stappen in de bus richting La Rabida en zien onderweg heel veel fruitteelt onder plastic bescherming.

   

Als we goed kijken zien we dat er aardbeien worden gekweekt en ze kleuren al rood. Dat is vroeg. Ze zijn hier dus vast al lekker en dat onthouden we.

We stappen na in half uur uit in La Rabida en volgen dan een voetpad richting de rivier. Heerlijk, het weer is zomers en er bloeien al veel bloemen in de beschoeiing. In de verte zien we de silhouetten van drie klassieke schepen. En als we daar aankomen is er een heus museum, Muelle de Las Carabelas, met een waterpartij waarin de schepen liggen. We kopen een kaartje en gaan de historie bekijken. Wat gaaf toch, dat er toen al mensen waren die dit aandurfden met deze relatief kleine schepen. We lezen de geschiedenis en krijgen steeds meer respect voor onze voorouders (nou ja, die Spaanse dan).


Nu kijken we naar de replica’s, die in 1992 gebouwd zijn en naar Sevilla zijn gevaren voor de wereldtentoonstelling. We klauteren de Santa Maria, de Nina en de Pinta op en zien dat de tand des tijds ook hier heeft toegeslagen. Maar het blijft leuk.

    Op een klein terrasje drinken we een frisdrankje en eten wat kleine tapas. Tevreden gaan we met de bus terug naar Mazagon en lopen nog napratend over de historie door naar het strand voor een biertje. Jammer dat we hier niet langer kunnen blijven, maar de volgende haven roept alweer.

En dat is Ayamonte. Het ligt op de grens van Spanje en Portugal aan de Guadiana rivier. We komen daar met hoog water aan en dat is maar goed ook. Op de Navionics kaart lijkt het of we een stukje over land varen en dat voelt een beetje unheimisch. Gelukkig hebben we genoeg water onder de kiel als we met een zwierige bocht en de wind op de kont de haven indraaien. Het is weekend, dus havenmannen zien we niet. We zoeken zelf een plekje uit, wat achteraf vast voor kleinere boten bestemd was, maar vooruit, we knopen vast en genieten van het uitzicht. De volgende dag verkennen we het stadje wat erg leuk is om doorheen te lopen.

    We strijken neer bij een restaurantje wat vol staat met flessen wijn. Dan is het eten ook vast goed, denken we. Het blijkt dat ze meer tapas dan dagschotels serveren, maar dat is geen probleem.

We nemen allebei een glas rode wijn en bestellen schelpjes in een sausje, Pimento’s (groene pepers), een salade van het huis en tenslotte nog wat serano ham. Een onconventionele maaltijd voor een Hollander, maar we genieten ervan. 

De wijn is zo lekker, dat we graag een fles mee willen nemen om open te trekken bij een bijzondere gelegenheid. En dat is natuurlijk geen probleem.

Op Navily, de boten app, hadden we gelezen dat er hier vlak bij de haven een vulstation voor gasflessen is. We hebben geen volle reserve fles meer, dus dat zou goed uitkomen om daar naar toe te gaan. Maandag gaan ze open en Jakob heeft de route opgezocht. We fietsen er naar toe, met een lege gasfles achterop. We volgen een mooi fietspad langs de rivier en met uitzicht op de brug.

Na een minuut of twintig hebben we de pomp gevonden en binnen een vloek en een zucht zitten we weer op de fiets. De volle gasfles ligt nu bij Jakob achterop. Die fles weegt zeker 25 kilo en op zo’n klein fietsje is dat best een ding.

De fles is zo stevig mogelijk met zeilbinders vastgebonden, maar wiebelt toch wel een beetje. Ik fiets achter Jakob aan zodat ik kan roepen als er iets mis gaat. Gelukkig gaat alles goed en tevreden bergt Jakob de zware gasfles op in de achterbun van Jonas. We kunnen nu weer even voort. 

Ik loop naar de supermarkt om brood en yoghurt te kopen. Die is vlak naast de haven en… ze verkopen er van die hele grote dikke rode aardbeien, waarvan we weten dat ze zongerijpt zijn op het veld en dat proef je.

De laatste etappe voor deze maand brengt ons naar Vilamoura. We vertrekken dinsdag met hoogwater uit de haven van Ayamonte en laten ons met de stroom meevoeren naar zee. Na een uurtje gaan we stuurboord uit richting Vilamoura. Er staan akelige golven en er is geen wind. Jonas maakt rare sprongen in het water, maar de zon schijnt en wat kan het ons schelen. We speuren de zee af naar Orca’s, want de laatste melding kwam vanuit deze buurt. We zien niks geks en zitten lekker in het zonnetje, mee hobbelend met de golven.

Dan ineens een gek geluid. We herkennen het direct….. de stuurautomaat geeft het weer eens op. Er is vast weer een relais kapot. De vorige keer hadden we de haven van Almerimar vlak bij en konden we daar het relais vervangen. Maar nu moeten we echt doorvaren naar Vilamoura. De zee is te onrustig om het hier te proberen. Er zit niks anders op dan de volgende zeven uur met de hand te sturen. We wisselen elkaar om het uur af. Door de golven die Jonas steeds uit zijn koers duwen, is het best ‘een beetje‘ werken.

Omdat we er druk me zijn, vliegt de tijd en ineens zien we het grote hotel aan de ingang van de haven van Vilamoura. Rustig draaien we de voorhaven in en het voelt een beetje als thuiskomen op het moment dat we vastmaken aan de meldsteiger. Twee jaar geleden lagen we hier ook vanwege de Corona quarantaine. Dat was geen straf, want het strand is hier heerlijk en de sfeer is relaxed. Het duurde drie maanden voordat we konden ontsnappen naar Spanje.

Het havenpersoneel hier is supervriendelijk en ze brengen ons met hun dinghy helemaal naar onze plek aan de steiger waar we twee jaar geleden ook lagen. Tevreden kijken we om ons heen. Doel bereikt. We trakteren onszelf op een maaltijd bij de Italiaan en slapen daarna als rozen.

En nu is het bijna tijd om Jonas twee weken alleen te laten. We hebben even iets anders op het programma. Jonas wordt schoongemaakt en opgeruimd en vindt het vast prima om hier even alleen achter te blijven. Eindelijk rust!:-)

   

Half april zijn we hier weer terug en hebben het voornemen om een stukje terug naar de Guadiana rivier te gaan. Volgens kenners mag je die niet missen. Voor nu nemen we dus even afscheid en misschien vertellen we later wat we in die tussentijd gedaan hebben.

Het lijkt wel vakantie!

Zaterdag 25 maart 2023, Mazagon

Na de heftige zeildag om de Middellandse Zee uit te komen nemen we vrijdag een dagje rust. We gaan alleen maar een stukje fietsen naar het dorp Barbate. De zon schijnt alweer. De wind is nog koud, dus we hebben lekker de jassen aan. De haven ligt een paar kilometer bij de dorpskern vandaan, maar wel dicht bij het strand. We maken een klein omweggetje om daar even te gaan kijken.

Er ligt een klein duintje voor het strand en zodra we dat over zijn verrast beeld het ons. De hoge rost en het lege strand met daarachter een rustige zee lijkt bijna op een schilderij.

We fietsen verder naar het dorp om de bushalte te zoeken die ons de dag erna naar Cadiz kan brengen. Het is even zoeken, maar we vinden hem. We fietsen door de kleine straatjes van het witte dorp, wat bekend staat om zijn tonijnvangst. Daar moeten we van genieten. We zoeken een terras op de boulevard waar allerlei bereidingen van tonijn op het menu staan.

De ober is erg hulpvaardig en kiest voor ons een voorgerecht uit van schelpjes (vongole) in een heerlijk saus. Dan laat hij op een plaatje van een tonijn zien waar de verschillende delen van de tonijn op het menu terug te vinden zijn.

   

We kiezen twee verschillende soorten, een van de buik en een van de nek van de tonijn. Het verschil in smaak is heel duidelijk. Allebei zijn ze even lekker. We genieten ervan, zittend in de zon met uitzicht op zee.

    De straatjes van het stadje zijn erg leuk en na het eten genieten we nog een keer van de rust hier.Terug aan boord, onder het genot van een drankje, maken we een plan voor ons bezoek aan Cadiz. Er is van alles te zien.

Zaterdagmorgen om 9 uur stappen we in de bus richting Cadiz en volgens de planning moeten we er om 10.30 aankomen. Maar helaas, halverwege houdt de bus er mee op. Tja dat kan gebeuren. Gelukkig hebben wij alle tijd. Na een uur komt er een andere bus die ons naar het centrum van Cadiz brengt. Na bijna drie uur in die bus hebben we echt zin in koffie! We vinden een klein terrasje een beetje achteraf met heerlijke koffie.

We hoeven niet te zoeken naar de cathedraal  want die is al van verre goed te zien. Wat  een bijzonder gebouw. We lopen het rondje door het mooie gebouw en genieten van de rust die er vanuit gaat.

Onder de grond is een crypte, waar graven zijn. Luguber idee dat er vorig jaar nog iemand in die muur geschoven is. Gelukkig zijner  prachtige engelen te zien en daar word ik altijd erg blij van.

      We krijgen trek en gaan op zoek naar een leuk pleintje om te lunchen. Die zijn er genoeg en we vinden een plekje heerlijk in het zonnetje.  Jakob gaat weer voor de tonijn en ik neem een salade. Het smaakt ons goed. We zijn hier niet alleen, alle tafels zijn bezet. Het is zo heerlijk om te zien hoe mensen relaxed genieten van het buiten zijn en van het kletsen en eten met hun vrienden en familie.

Natuurlijk willen we ook de haven van Cadiz zien. De kans is groot dat we er morgen voorbijvaren, maar misschien ook niet. Het is een half uur lopen daar naar toe en de wind is koud. Het nog niet echt zomer!

De haven ligt beschut, maar is wel ver van de stad. We zien dat er nog plek is voor ons. We bewonderen op de boulevard een mooi beeld van een vrouw die wacht tot haar man met een schip vol goud in zicht komt. Mooi beeld trouwens.

   De bus terug naar Barbate rijdt in een keer door en om 7 uur zijn we weer bij het busstation, waar we onze fietsjes geparkeerd hebben. Avondeten doen we niet echt, want de lunch was overdadig.

‘S Nachts wordt Jakob niet lekker. Ik schrik dan altijd heel erg, want wat zou het zijn? Hij is misselijk en heeft pijn in z’n buik. Is de tonijn misschien verkeerd gevallen? De volgende dag blijft hij in bed. De laatste paracetamol gaat erin, maar helpt niet veel.

Aan het begin van de middag stap ik op de fiets om boodschappen te doen en langs de apotheek te gaan om wat medicijnen te kopen. Als ik terugkom lijkt Jakob zich iets beter te voelen gelukkig. Maar tegen 5 uur wil ik ineens ook naar bed. Geen goed teken! Ik ben ook misselijk en kan het gelukkig kwijt. Daar liggen we dan, Jut en Jul, samen in de ziekenboeg. Het zal vast een virusje zijn. Misschien opgepikt in de bus? We hebben gelukkig nieuwe paracetamol en dat helpt.

De volgende dag, dinsdag, durven we het weer aan om verder te varen. Er is niet veel wind, de zon schijnt en we kunnen om de beurt een uurtje gaan liggen.

We varen Cadiz voorbij en ankeren naast een militaire basis bij Rota. Een mooi plekje met uitzicht op het stadje en af en toe wat geluiden van de militairen.

We eten nog steeds geroosterd brood, nu met een soepje erbij en slapen daarna heel goed.

Dat heeft geholpen, we voelen ons weer fit en hebben zin in de nieuwe dag, Het anker gaat omhoog en we varen weer verder richting Chipiona. Jakob heeft in de pilot gezien dat je op de Guadalquivir bij het plaatsje Bonanza heel goed kan ankeren tegenover het natuurpark. Sinds we in Suriname waren in 2016 hebben we niet meer op een stromende rivier gelegen, dus dit wordt weer spannend. We spoelen met hoog water de rivier in en varen netjes tussen de groene en rode tonnen door met een knoop of 2 stroom mee. Vlak bij de ankerplek, die ook Bonanza heet, stuur ik Jonas naar de kant waar het ondieper is en minder stroming staat.

Met de motor zachtjes bij en de neus richting stroming liggen we stil en kan Jakob het anker laten vallen. Het pakt meteen en nu stroomt het water suizend langs de boot. Grappig. We liggen er prachtig.

Na een paar dagen nau-welijks ge-geten te hebben, krijgen we trek. Jakobs nieuwe bbq hangt al een maand aan de reling zonder dat hij gebruikt wordt. Maar nu is het mooi weer en we liggen rustig. De karbonades gaan vandaag op het rooster in plaats van in de pan en Jakob geniet van de eerste keer grillen. Het lukt goed en we eten ze met smaak op samen met knapperige sperziebonen en zachte zoete aardappel puree. 

Het is verleidelijk om een poosje op deze plek te blijven liggen, maar we hebben een doel, dus aan het einde van het afnemende tij laten we ons de volgende dag weer naar buiten spoelen. Er staan nog wat rare kuilen op de plek waar de rivier de zee ontmoet, maar Jonas vecht zich er dapper doorheen. Op naar de volgende plek.

Rond drie uur komen we aan bij Mazagon aan de ingang van de Rio Tinto, vanwaar Columbus zijn ontdekkingsreizen begon. De haven is een verrassing. De meldsteiger is lang met veel kikkers om de lijnen op te beleggen. De haven is heel ruim met mooie hoofdsteigers voorzien van vingersteigers. Er is heel veel plek.

De mimosa bloeit en het sanitair is geweldig . Een nachtje liggeld is maar 19 euro. We varen naar de plek die we hebben gekregen en leggen Jonas vast. Hier blijven we een extra dag, want we willen meer weten over de historie van de reizen van Columbus.

Hoe heerlijk is het toch in Spanje!

Barbate, 20 maart 2023

We zijn bijna bij de grens met Portugal en willen toch nog even wat kwijt.

Vanuit onze winterplek in Cartagena zijn we op bezoek geweest bij Cindy en Geert, zeilvrienden waarmee we op de Pacific gevaren hebben. Ook zij zijn terug in Europa en hebben een heerlijk appartement gekocht in Pilar de la Horedada, vlak bij Alicante.

Maar natuurlijk blijven ze ook zeilen, dus is het mogelijk om een poosje in hun moderne appartement vakantie te vieren.

Ik plaats hier de link naar de informatie over die mooie plek. Wie weet gaat iemand van onze volgers daar ook zomaar eens heerlijk genieten van de Spaanse zon en het heerlijke eten.

https://vakantiebijbelgen.com/nl/accommodaties/casazensation

Wij hoppen over twee dagen de grens met Portugal over en maken ons dan klaar voor een volgend avontuur.

Groeten van Hanny en Jakob

Een heftig afscheid van de Middellandse Zee!

Vrijdag, 17 maart 2023, Barbate

Als we vrijdag wakker worden ziet het weer er goed uit. De wind is gedraaid en komt nu uit het oosten. Het ziet er naar uit dat we kunnen zeilen. Voor we vertrekken gaan we nog even lekker douchen en daarna de havenmeester betalen. Het was een beetje gekke haven hier in Benalmadena, maar we hebben er toch een leuke tijd gehad.

Benieuwd naar wat de zee ons nu weer gaat brengen zakken we verder af naar het zuidwesten. We hebben een ankerplek uitgezocht bij Punta de la Chullera, maar zeilen wordt het de eerste uren niet. Dan draait de wind naar het noordwesten, waardoor hij pal tegen is. Met het grootzeil op en de motor bij, komen we rond een uur of vier in de buurt van ons doel. Helaas staat er nog steeds een harde wind en ik vraag me af of dat ankeren wel zo’n succes zal zijn. Jakob is vastbesloten en zegt:’ Wacht maar, als we straks in de beschutting  van de kust liggen, zijn de golven weg en neemt de wind af. En inderdaad, hij heeft gelijk. We laten het anker vallen op een diepte van 7 meter en geven 30 meter ketting. Dat moet genoeg zijn. Als de boot is opgeruimd drinken we een biertje met het uitzicht op de Rots van Gibraltar, ons volgende doel.

    Maar zoals verwacht, blijft de wind verkeerd staan en blijven we lekker nog een dag en een nacht achter ons anker liggen. We kletsen wat, lezen, drinken koffie, maken plannen en de dag vliegt voorbij. Het is mooi weer, de zon schijnt en het anker houdt goed.

Zondag is het zover. We koersen naar de rots van Gibraltar. Langzaam maar zeker komt hij steeds dichter bij en we verheugen ons op de beschutte haven van La Linea, die vlak achter de rots ligt. We sturen Jonas voorzichtig tussen de grote geankerde vrachtschepen en tankers door. Het water is woelig en echt comfortabel is het niet.

Zodra we in de beschutting van de jachthaven zijn, is het water glad als een spiegel. Ik kan op mijn gemak de landvasten klaarleggen en de stootwillen verdelen over de bakboord en stuurboordkant van ons schip. We meren af bij het tankstation, dat voor het havenkantoor staat. Eerst maar de tank volgooien. Er gaat 300 liter in, een rib uit ons lijf, maar het is niet anders. Als de wind niet mee zit, zijn we erg blij met onze motor, die het tegenwoordig erg goed doet.

    We krijgen een plek toegewezen en varen Jonas langs de drijvende vingersteiger en leggen vast aan stuurboord. We hebben een hele mooie plek. Hier kunnen we wel weer een paar dagen liggen, om te wachten tot de wind en de stroming in de Straat van Gibraltar ons gunstig gezind zijn. Het ziet er naar uit dat we hier tot donderdag blijven. Dat is mooi, want ik ben nog nooit op de rots geweest. De vorige keer dat we hier waren, ongeveer twee jaar geleden, was alles gesloten vanwege Covid. Nu is dat gelukkig anders.

Dinsdagmorgen fietsen we op onze vouwfietsjes naar de grens, laten twee keer ons paspoort zien en zijn binnen. Wat een drukte met auto’s, fietsers en elektrische stepjes. We wringen ons er tussendoor en parkeren de fietsen in het tunneltje vlak bij het centrale plein. Oh, wat Engels is het hier. ‘Hanging basterds’, rode telefooncellen en zwarte vuilnisbakken met gouden randen, het is bijna een cultuurschok. We wanen ons echt in een andere wereld. We bestellen koffie op een terras en worden in onvervalst cockney te woord gestaan.

Ons doel is om de rots op te gaan en we zoeken onze weg naar de kabelbaan. Die is niet goedkoop, maar misschien komen we hier nooit meer terug. Als we boven zijn bekijken we het uitzicht van alle kanten. Het is stralend weer en de aapjes zijn rustig gelukkig.

    Er is een soort natuurpark waar je in kan wandelen. We komen langs de grotten (waar ik snel weer uit ben, want ik houd er niet van) en dalen een stuk af naar beneden. Heerlijk om te doen. Bij het middenstation stappen we weer in de kabelbaan die ons naar beneden brengt. Tijd om te lunchen. Tja en dan moet dat natuurlijk Fish and Chips zijn.

We gaan weer naar die leuke man van deze morgen en doen onze bestelling. Ongelofelijk wat we krijgen. En we eten het allemaal op! Tevreden en met een gevulde maag fietsen we weer via de douane terug naar de haven. Tijd om even uit te buiken…..

We hebben nog een dag hier in La Linea en besluiten om die enigszins rustig door te brengen. Ik doe de was, we doen samen boodschappen op de fiets en verder lekker niks. We zijn best een beetje gespannen voor de dag van morgen.

In de boeken staat aangegeven dat bij Tarifa, het smalste stuk van de straat, het echt kan spoken. En ook, dat terugvaren naar de Atlantische Oceaan veel moeilijker is dan de Middellandse zee in. Dat heeft te maken met de lagere waterstand in de Middellandse Zee en het zoutgehalte van het water, waardoor de ingaande stroming bijna altijd sterker is dan de uitgaande.

Donderdagmorgen schijnt de zon weer, er staat nauwelijks wind. Rond half 10 maken we los en varen naar het havenkantoor om af te rekenen. Per nacht betaal je hier 14 euro, dat is toch niet te geloven. En dat voor zo’n prachtige ruime haven met uitstekend sanitair en brede steigers.

Vol goede moed vertrekken we en de eerste uren is er weinig wind. Uit voorzorg hebben we het tweede rif vast in het grootzeil getrokken, want de verwachting is 4-5 uit het oosten. De eerste uren staat de motor bij. Als we bijna bij Tarifa zijn begint het.

De wind neemt toe en de golven worden onrustig. Maar…  we kunnen wel zeilen. De kotterfok komt erbij en we gaan nog steeds niet echt hard. De tegenstroom houdt ons in zijn greep. Tarifa komt steeds dichter bij. We varen op een voordwindse koers en worden soms zo weggezet dat het grootzeil overkomt. Gelukkig houdt de bullietalie het zeil aan de bakboord kant. Door de rare stroming worden we steeds meer naar de vuurtoren van Tarifa gezet. Niet echt leuk meer. We moeten gijpen en de wind loeit om onze oren.

Nu hebben we dat natuurlijk al vele malen samen gedaan. Maar het is al weer een poosje geleden. We volgen onze routines en het lukt zonder al te veel problemen. Alleen blijft Jonas steeds oploeven richting vuurtoren, alsof er een magneet in zit. Met flink wat kracht weet Jakob het roer de goeie kant uit te krijgen en na een poosje vindt Jonas zijn ritme weer. We gijpen nog twee keer, want ons doel, Barbate, ligt precies recht voor onze neus en met al die golven is dat lastig. Het is een dag van ouderwets hard werken en goed opletten. Jakob is in zijn element. Jonas doet het geweldig!

Als we in de beschutting van de haven van Barbate komen, moeten de zeilen neer. Dat kan alleen maar door recht in de wind te varen. Jakob draait voorzichtig het schip om en ik klauter naar de mast. De neus van het schip duikt diep in de golven en ik beweeg mee met het ritme. Het lukt om het grootzeil naar beneden te halen en ik schuifel terug naar de achtermast om de bezaan te strijken. Het schip rolt en bonkt, maar gelukkig zijn er genoeg plekken om me aan vast te houden. De bezaan gaat naar beneden, maar opdoeken lukt nog even niet. Het zeil fladdert over het achterdek, maar kan daar geen kwaad. 

Vlak bij de ingang van de haven gaan de stootwillen weer aan de reling. Jakob had de landvasten al bevestigd. We worden met de wind vanachter naar binnen gespoeld. Gelukkig staan er twee marinero’s klaar om ons op te vangen. De haven is bijna leeg, dus plek zat. Als we vast liggen kijken we om ons heen. Het is een grote betonnen bak waar we in liggen. Perfekt en beschut tegen wind uit alle richtingen. Poeh, het was me het dagje wel. Nu maar even bijkomen. En toch blijft het leuk, vinden we alletwee. Zin om te koken heb ik niet meer, maar een soepje en een restje macaroni zijn voor een keer ook goed.

We hebben de Middellandse Zee op een onvergetelijke manier verlaten.

Het is niet saai in Benalmadena!

Vrijdag 10 maart 2023

We blijven twee nachten in Adra, zodat we de was kunnen doen en gezellig kunnen borrelen met Gitta en Ronald van de Troepiaal, de gele Kolibrie 9 meter die achter ons ligt.

We lopen naar een wasserette niet ver van de haven en gebruiken twee machines om te wassen. De droger is reuze groot en daar stoppen we het natte wasgoed allemaal in. Na drie rondjes drogen is het nog halfnat, dus terug aan boord spant Jakob de waslijn en hang ik het op. De zon schijnt heerlijk en na een uurtje is alles droog. Dan trakteren we onszelf op Tapas bij een terrasje niet ver van  de haven. Lekkere salade en croquettas. Om half vijf komen de buren aan boord. Zo gezellig. Er valt veel te praten over Kolibri’s, relaties en zeilavonturen. De tijd vliegt om.

Als we zondagmorgen wegvaren is de lucht strakblauw. Gitta maakt nog wat mooie foto’s, die ze ons al snel toestuurt.
In ons enthousiasme om te vertrekken vergeten we de sleutels van het hek en het badhuis in de daarvoor bestemde brievenbus te doen. Dom dom! En in deze haven hadden we niet eens borg hoeven te betalen. Gitta vraagt de volgende dag aan de havenmeester of ik geld kan storten, maar hij wuift het weg. Wat een lieverd!

We zeilen heerlijk. Wind uit de goede hoek, weinig golven en prachtig weer. Dat is best lang geleden, want of het waait niet of uit de verkeerde hoek. Na vijf uur genieten van de rust en de wind in de zeilen is het op en gaat de motor weer aan.

   De eerstvolgende haven die we tegenkomen is Benalmadena, een mijl of 10 voor Fuengirola. Er wordt stevige wind verwacht voor de komende dagen en de haven is goed beschut. Bovendien ligt hij dicht bij Malaga. We hakken de knoop door en kunnen terecht in de haven.

Oeps, zijn we in Disneyland terechtgekomen? Behalve bootsteigers zijn er wooncomplexen vol torentjes en grachtjes er om heen. Een creatieve geest had dit complex in de jaren ’60 bedacht om het toerisme te stimuleren.

 We kijken wat rond bij alle barretjes, winkeltjes met tuttemarul en kleding en vonden het niet erg dat wij hier geen appartement hebben. We zijn blij met Jonas die ons hier ook weer vandaan kan varen.

De plannen voor de komende dagen worden gesmeed en we hebben leuke dingen bedacht. Na een dagje rommelen aan boord en een bezoekje aan de Lidl, gaan we dinsdag met de bus naar Malaga. Die doet er een uur over, waarvan we een half uur door Torremolinos rijden, zo groot is dat.

Wat een prachtige relaxte stad is Malaga. Vanaf het busstation lopen we het centrum in en drinken koffie bij de beroemde croissantbakker. Heerlijk! We gaan op zoek naar het Moorse kasteel en we zien een bordje waarop iets staat van Ascenseur. We denken met de lift naar boven te kunnen.

Nou, dat valt tegen. De weg gaat met bochten omhoog en blijkt ons bij het kasteel Giblafaro te brengen. Naderhand lazen we dat die weg omhoog als een ‘flinke klim’ wordt aangeduid. En dat was het ook. Tevreden dat we het gehaald hebben kijken we wat rond en maken mooie foto’s.              Als we weer naar beneden lopen voel ik m’n knieën. Het was toch best erg steil. We landen op een terrasje en bestellen weer allerlei lekkere tapas: een soepje met knoflookbrood, piementa de patron (in olie gebakken groene pepers met zout), kip op een stokje en een schaaltje serranoham en lokale kaas. Terwijl we eten treden er allerlei straat-artiesten op, waarvan de ene beter is dan de andere. Kortom, echt een vakantiedag. De kathedraal laten voor wat ie is. Daar komen we vast een andere keer wel aan toe. We lopen erlangs en kijken er naar.

 

Ons volgende doel is het Picasso Museum. Picasso is in Malaga geboren dus we mogen dat niet missen. Het is geweldig wat daar allemaal hangt. Sommige werken zijn echt lelijk, maar andere schilderijen hebben echt wel wat.

     
  En dan is het wel weer genoeg. We dwalen nog door wat kleine straatjes, drinken nog een kop koffie en gaan weer met de bus terug naar de boot. Wat een mooie dag!

We hebben gezien dat er een hop-on hop-off bus rijdt in Benalmadena en dat lijkt ons wel wat. We kunnen twee dagen doen met een kaartje. Tegen het middaguur stappen we woensdag op en willen naar de kabelbaan die naar de top van de Monte Calamorro gaat. Lekker een dagje zitten, dacht ik nog.

   Boven aangekomen ziet Jakob een pad en dan is hij niet te stoppen. Komop we gaan eens kijken waar dat naar toe gaat. En daar gaan we weer, klimmen en klauteren tot we op de top zijn. En weer hebben we prachtige uitzichten.

   De middag vliegt om. We eten boven nog een lekker broodje en dalen weer af. Beneden bij de kabelbaan wachten we drie kwartier op de rode bus. Het is nog geen seizoen, dus zo vaak gaan ze nog niet. Terug aan boord kook ik een lekker soepje van allerlei soorten groente en dat smaakt echt lekker met donkerbruin brood en kruidenboter.

We hebben nog één dag hier in dit sprookjesoord en gebruiken die om de boot klaar te maken voor vertrek op vrijdag. Ons kaartje van de rode bus is nog geldig en er moet een mooie vlindertuin zijn op een plek voorbij het oude dorp. Met broodjes in de tas stappen we weer op de bus. We rijden een heel eind door het oude echte Benalmadena, dat een heel gezellige dorp lijkt te zijn. Na bijna een uur komen we op een plek waar behalve de  vlindertuin ook nog een Boeddhistische tempel staat. Die bekijken we eerst. Prachtig en sereen! 

Dan lopen we naar de vlindertuin. Er is een Japans huisje dat de ingang vormt en er klinken rustgevende klanken als we naar binnen gaan. We laten ons kaartje zien en gaan een deur door, waarachter een plastic strokengordijn hangt. We gaan naar binnen en ineens zoemt er van alles om ons heen!

                
Ik houd mijn adem in. Hé? Waar zijn we? Ineens zijn we terug in een tropische omgeving met bloemen en planten die we herkennen van onze eerdere reizen. Vlinders in prachtige kleuren vliegen om ons heen. Adembenemend. Zoiets hebben we nog nooit gezien. Er gaat rust van uit en we proberen alle soorten te fotograferen, maar dat lukt niet echt.

We krijgen uitleg van een heel gemotiveerd meisje. Ze vertelt over de korte levensduur van de vlinders en laat alle stadia zien van ei, via pop tot vlinder. Er zit een parkiet op haar schouder en daar heeft ze vast een band mee. Als we weg gaan brengt de koerier net een doos. Het meisje pakt hem aan en nodigt ons uit om mee te kijken. Tussen een aantal lagen watten liggen wel 30 vlinderpoppen als edelstenen te schitteren. Ze neemt er een paar in haar hand en laat ze aan ons zien. Wat een wondere wereld.

Weer duurt het lang tot de bus komt om ons terug te brengen naar de haven. Daar staat intussen een stevige wind uit de verkeerde richting. Zouden we vrijdag wel kunnen vertrekken?