Vrijdag, 17 maart 2023, Barbate
Als we vrijdag wakker worden ziet het weer er goed uit. De wind is gedraaid en komt nu uit het oosten. Het ziet er naar uit dat we kunnen zeilen. Voor we vertrekken gaan we nog even lekker douchen en daarna de havenmeester betalen. Het was een beetje gekke haven hier in Benalmadena, maar we hebben er toch een leuke tijd gehad.
Benieuwd naar wat de zee ons nu weer gaat brengen zakken we verder af naar het zuidwesten. We hebben een ankerplek uitgezocht bij Punta de la Chullera, maar zeilen wordt het de eerste uren niet. Dan draait de wind naar het noordwesten, waardoor hij pal tegen is. Met het grootzeil op en de motor bij, komen we rond een uur of vier in de buurt van ons doel. Helaas staat er nog steeds een harde wind en ik vraag me af of dat ankeren wel zo’n succes zal zijn. Jakob is vastbesloten en zegt:’ Wacht maar, als we straks in de beschutting van de kust liggen, zijn de golven weg en neemt de wind af. En inderdaad, hij heeft gelijk. We laten het anker vallen op een diepte van 7 meter en geven 30 meter ketting. Dat moet genoeg zijn. Als de boot is opgeruimd drinken we een biertje met het uitzicht op de Rots van Gibraltar, ons volgende doel.
Maar zoals verwacht, blijft de wind verkeerd staan en blijven we lekker nog een dag en een nacht achter ons anker liggen. We kletsen wat, lezen, drinken koffie, maken plannen en de dag vliegt voorbij. Het is mooi weer, de zon schijnt en het anker houdt goed.
Zondag is het zover. We koersen naar de rots van Gibraltar. Langzaam maar zeker komt hij steeds dichter bij en we verheugen ons op de beschutte haven van La Linea, die vlak achter de rots ligt. We sturen Jonas voorzichtig tussen de grote geankerde vrachtschepen en tankers door. Het water is woelig en echt comfortabel is het niet.
Zodra we in de beschutting van de jachthaven zijn, is het water glad als een spiegel. Ik kan op mijn gemak de landvasten klaarleggen en de stootwillen verdelen over de bakboord en stuurboordkant van ons schip. We meren af bij het tankstation, dat voor het havenkantoor staat. Eerst maar de tank volgooien. Er gaat 300 liter in, een rib uit ons lijf, maar het is niet anders. Als de wind niet mee zit, zijn we erg blij met onze motor, die het tegenwoordig erg goed doet.
We krijgen een plek toegewezen en varen Jonas langs de drijvende vingersteiger en leggen vast aan stuurboord. We hebben een hele mooie plek. Hier kunnen we wel weer een paar dagen liggen, om te wachten tot de wind en de stroming in de Straat van Gibraltar ons gunstig gezind zijn. Het ziet er naar uit dat we hier tot donderdag blijven. Dat is mooi, want ik ben nog nooit op de rots geweest. De vorige keer dat we hier waren, ongeveer twee jaar geleden, was alles gesloten vanwege Covid. Nu is dat gelukkig anders.
Dinsdagmorgen fietsen we op onze vouwfietsjes naar de grens, laten twee keer ons paspoort zien en zijn binnen. Wat een drukte met auto’s, fietsers en elektrische stepjes. We wringen ons er tussendoor en parkeren de fietsen in het tunneltje vlak bij het centrale plein.
Oh, wat Engels is het hier. ‘Hanging basterds’, rode telefooncellen en zwarte vuilnisbakken met gouden randen, het is bijna een cultuurschok. We wanen ons echt in een andere wereld. We bestellen koffie op een terras en worden in onvervalst cockney te woord gestaan.
Ons doel is om de rots op te gaan en we zoeken onze weg naar de kabelbaan. Die is niet goedkoop, maar misschien komen we hier nooit meer terug. Als we boven zijn bekijken we het uitzicht van alle kanten. Het is stralend weer en de aapjes zijn rustig gelukkig.
Er is een soort natuurpark waar je in kan wandelen. We komen langs de grotten (waar ik snel weer uit ben, want ik houd er niet van) en dalen een stuk af naar beneden. Heerlijk om te doen. Bij het middenstation stappen we weer in de kabelbaan die ons naar beneden brengt. Tijd om te lunchen. Tja en dan moet dat natuurlijk Fish and Chips zijn.


We gaan weer naar die leuke man van deze morgen en doen onze bestelling. Ongelofelijk wat we krijgen. En we eten het allemaal op! Tevreden en met een gevulde maag fietsen we weer via de douane terug naar de haven. Tijd om even uit te buiken…..
We hebben nog een dag hier in La Linea en besluiten om die enigszins rustig door te brengen. Ik doe de was, we doen samen boodschappen op de fiets en verder lekker niks. We zijn best een beetje gespannen voor de dag van morgen.
In de boeken staat aangegeven dat bij Tarifa, het smalste stuk van de straat, het echt kan spoken. En ook, dat terugvaren naar de Atlantische Oceaan veel moeilijker is dan de Middellandse zee in. Dat heeft te maken met de lagere waterstand in de Middellandse Zee en het zoutgehalte van het water, waardoor de ingaande stroming bijna altijd sterker is dan de uitgaande.
Donderdagmorgen schijnt de zon weer, er staat nauwelijks wind. Rond half 10 maken we los en varen naar het havenkantoor om af te rekenen. Per nacht betaal je hier 14 euro, dat is toch niet te geloven. En dat voor zo’n prachtige ruime haven met uitstekend sanitair en brede steigers.
Vol goede moed vertrekken we en de eerste uren is er weinig wind. Uit voorzorg hebben we het tweede rif vast in het grootzeil getrokken, want de verwachting is 4-5 uit het oosten. De eerste uren staat de motor bij. Als we bijna bij Tarifa zijn begint het.
De wind neemt toe en de golven worden onrustig. Maar… we kunnen wel zeilen. De kotterfok komt erbij en we gaan nog steeds niet echt hard. De tegenstroom houdt ons in zijn greep. Tarifa komt steeds dichter bij. We varen op een voordwindse koers en worden soms zo weggezet dat het grootzeil overkomt. Gelukkig houdt de bullietalie het zeil aan de bakboord kant. Door de rare stroming worden we steeds meer naar de vuurtoren van Tarifa gezet. Niet echt leuk meer. We moeten gijpen en de wind loeit om onze oren.
Nu hebben we dat natuurlijk al vele malen samen gedaan. Maar het is al weer een poosje geleden. We volgen onze routines en het lukt zonder al te veel problemen. Alleen blijft Jonas steeds oploeven richting vuurtoren, alsof er een magneet in zit. Met flink wat kracht weet Jakob het roer de goeie kant uit te krijgen en na een poosje vindt Jonas zijn ritme weer. We gijpen nog twee keer, want ons doel, Barbate, ligt precies recht voor onze neus en met al die golven is dat lastig. Het is een dag van ouderwets hard werken en goed opletten. Jakob is in zijn element. Jonas doet het geweldig!
Als we in de beschutting van de haven van Barbate komen, moeten de zeilen neer. Dat kan alleen maar door recht in de wind te varen. Jakob draait voorzichtig het schip om en ik klauter naar de mast. De neus van het schip duikt diep in de golven en ik beweeg mee met het ritme. Het lukt om het grootzeil naar beneden te halen en ik schuifel terug naar de achtermast om de bezaan te strijken.
Het schip rolt en bonkt, maar gelukkig zijn er genoeg plekken om me aan vast te houden. De bezaan gaat naar beneden, maar opdoeken lukt nog even niet. Het zeil fladdert over het achterdek, maar kan daar geen kwaad.
Vlak bij de ingang van de haven gaan de stootwillen weer aan de reling. Jakob had de landvasten al bevestigd. We worden met de wind vanachter naar binnen gespoeld. Gelukkig staan er twee marinero’s klaar om ons op te vangen. De haven is bijna leeg, dus plek zat. Als we vast liggen kijken we om ons heen. Het is een grote betonnen bak waar we in liggen.
Perfekt en beschut tegen wind uit alle richtingen. Poeh, het was me het dagje wel. Nu maar even bijkomen. En toch blijft het leuk, vinden we alletwee. Zin om te koken heb ik niet meer, maar een soepje en een restje macaroni zijn voor een keer ook goed.
We hebben de Middellandse Zee op een onvergetelijke manier verlaten.

Dit was toch wel een spannend stuk zeilen zo na het beklimmen van de rots Gibraltar.
Het verhaal was mooi om te lezen en dat het spannend was was wel duidelijk.
Maar wederom hebben jullie natuurlijk weer met volle teugen genoten samen met die mooie schuit.
En ik heb met volle teugen genoten van jullie verhaal.
Gisteravond hebben we met Peter, Marjan, Marianne en Cathie gezellig zitten borrelen, dat was weer even een ouderwetse vrienden bijeenkomst.
Vanaf eind van deze zondagochtend is Ria onderweg samen met Jantine naar Calpe.
En ik blijf lekker thuis in Schoonhoven en ben ook op een paar plekken aan het huis aan het klussen.
Groet,
uit een somber zwaar bewolkt Schoonhoven, maar wij blijven optimistisch.
Wat een avontuur!!! Dat hebben jullie toch maar weer gefixt. Mooie foto van de trotse zeiler.
Poeh dat was ff hard werken! Maar gelukt weer! Varen jullie nu naar Nederland?
Zo lang jullie het maar leuk blijven vinden!
Bijzondere plek toch, Gibraltar, fijn om te lezen.