Vakantie in eigen land

 Zondag, 7 september 2025, Makkum

Zo’n vakantie-toetje na een wat langere reis is heerlijk. We genieten van ons verblijf op Terschelling en doen elke dag weer iets anders. Het eiland is veelzijdig en biedt zeer uiteenlopende belevenissen.

Er is een concert in het kerkje van Hoorn op zondagmiddag, de 31ste augustus. Samen met Janneke en Wietze stappen we in de bus, die ons tot voor de kerk brengt. Die is al aardig gevuld als we naar binnenlopen. Voorin staan de instrumenten al klaar. Het zijn een soort violen met een toetsenbordje. Nog nooit zoiets gezien. Ze heten Nyckelharpa’s en zijn er in verschillende uitvoeringen.

De muziek klinkt heel warm en vol. Een uurlang genieten we hiervan en stappen daarna weer in de bus. Die brengt ons zomaar naar het ‘Groene strand’ en voor we er erg in hebben staan het bier en de bitterballen weer voor ons neus.

De dag erop gaan we fietsen. Jawel, ook Jakob, die daar eigenlijk niet van houdt. Maar met een E-bike is hij wel over te halen. We fietsen het eiland rond, bewonderen het kunstwerk ‘De Streken’ in de Waddenzee, drinken koffie in de molen van Formerum, lunchen in het Heartbreak Hotel en stoppen nog een keer bij Paal 8.

Echt genieten zo’n dag. Met respect voor Marjan en Peter, die al die kilometers op hun vouwfiets afleggen.

 

 

Woensdag is het herfst op Terschelling. De wind loeit en de regen spoelt al het zout van de boten. Een binnendagje, dat voor de afwisseling ook wel eens lekker is. Het slechte weer houdt aan tot donderdagmiddag en dan schijnt de zon ineens weer.

We wandelen naar de Bessenschuur en genieten van heel lekker cranberrygebak. Een prachtige wandeling waarbij we de nog bloeiende hei bewonderen.

We sluiten de dag af met het verorberen van ‘confit de canard’, waarvan ik nog een blik vond in de voorraad onder de bank. Jakob at dit met zijn vrienden Peter en Rob tijdens hun zeilreizen meer dan tien jaar geleden.

Ook deze keer smaakt het perfect. Marjan tovert een toetje van vanille-ijs met cranberry-advocaat tevoorschijn. Ons maal is compleet!

Het wordt tijd om nog eens goed naar het weer te kijken. Langzamerhand willen we toch het vasteland op gaan zoeken. Ik wil nog één keer fietsen op zo’n lekkere E-bike en de anderen gelukkig ook.

Deze keer gaan we via het Wrakkenmuseum naar het strand bij Formerum. Daar wandelen we langs de vloedlijn van het enorme strand, nadat we geluncht hebben bij de ‘Zandzeebar’.

We brengen de fietsen weer terug naar Jonkers en nemen alvast een beetje afscheid van het eiland.

Zaterdag om 5 uur zijn we wakker, net voordat de wekker afloopt. We gaan vertrekken. De boot wordt vaarklaar gemaakt. Peter is vroeg uit zijn bed gekomen om ons om 6.15 af te duwen. We gaan!

Het begint licht te worden tegen 7 uur. Er is niet veel wind en wat er is heeft een verkeerde richting. Op de motor met het grootzeil bij, zoeken we onze weg tussen de rode en groene tonnen door naar Harlingen met steeds de stroom mee. Daar komen we precies bij de kentering aan en op de ‘Boontjes’ krijgen we weer een knoopje stroom mee naar de sluis van Kornwerd. Een voorspoedige tocht, die rond half één eindigt in Makkum.

We willen afmeren in de gemeentehaven, maar die ligt vol met sloepen. Er staat een sloeproeiwedstrijd op het punt van starten. We keren om op zoek naar een andere plek. Die vinden we aan de binnenkant van de steiger voor de charterschepen. Een mooi klein hoekje met een perfect uitzicht op de roeiwedstrijd.

Dat vroege opstaan vanmorgen zorgt er wel voor dat om 21 uur mijn ogen dichtvallen en ik snel te kooi ga. Ik slaap onmiddellijk in en wordt pas om 6 uur de volgende dag wakker. De zon komt een uur later het landschap in gloed zetten en de warme dag begint. Ongelofelijk hoeveel zonnige dagen we al gehad hebben. 

Martin en Ellen van de Acapella wonen hier vlakbij en komen ons opzoeken. Ze hebben een tas vol appels, tomaten en pepertjes uit eigen tuin meegebracht. Heerlijk. Zo fijn dat we elkaar regelmatig zien.

We lunchen op het strand van Makkum, waar een pittige wind staat en maken een wandeling langs het strand(je). Een bijzondere plek!

Morgen gaan we naar Stavoren, waar we Peter en Marjan met de Atlas nog een keer gaan ontmoeten. En daarna wordt het echt Enkhuizen. Er komt een eind aan onze drie maanden zeilen. Er zijn weer andere dingen die onze aandacht vragen. Het gewone leven??

Deze serie blogs is hierbij weer afgelopen. Wie weet gaan we nog een keer iets leuks doen wat voor mooie verhalen kan zorgen. Dan melden wij ons weer.

Dank voor het trouwe lezen!

 

 

 

De ‘Grande Finale’

 Zaterdag, 30 augustus, 2025, Terschelling

Als we zondagmorgen, 24 augustus, rond zeven uur vertrekken van de steiger bij de Gieselausluis, hangt er een mistlaag boven het water, dat ongekend warm is. Het is nog vroeg en zodra de zon goed doorkomt verdwijnt die mist al snel.

Het lange kanaal heeft niet veel verrassingen voor ons, behalve dat er toch wel hele grote schepen, precies op een smal stuk willen passeren.

Vroeg in de middag komen we aan in Brunsbüttel, het haventje aan het eind van het Kielerkanaal. Er is genoeg plek en we meren aan de bakboordkant af, dicht naast het water waar de reuze schepen langskomen op weg naar de sluis. Het blijft lekker zonnig en we doen wat klusjes aan boord.

   

De Anna Caroline met Janneke en Wietze aan boord, laat weten dat zij versneld door het kanaal naar ons toekomen en of ze tegen ons aan kunnen liggen. Het is niet heel druk, dus dat lukt. Ze stappen bij ons aan boord en we drinken wat om het weerzien te vieren.

De volgende morgen willen we vroeg door de sluis om de Elbe op te varen. Maar dat zit niet mee. Om half 6 horen we via de marifoon dat we naar de sluis kunnen varen. Als we daar aankomen blijft die dicht en we draaien een uur lang rondjes voor de deur. Er was een ander schip, dat voorrang kreeg. Een bijzonder gezicht, al die bootjes in het donker op een kluitje.

Als we eindelijk naar binnen kunnen, is het een rommeltje, want het water in de sluis is nog flink in beweging. We meren langszij een mooie Hutting 40. De schutting gaat snel en zodra de sluisdeuren opengaan, haast iedereen zich naar buiten. Alsof dat wat uitmaakt!

Wij starten onze tocht over de Elbe om 7 uur en het gaat als een speer. We hebben de stroming flink mee en halen soms bijna 10 knopen.

   Als we bijna de Elbe uit zijn keert de stroming om, maar is niet zo sterk. Er is wind gekomen uit de goede hoek en we zeilen met alle zeilen bij halve wind richting Spiekeroog. Dan neemt de wind af en gaat de motor bij. Nog steeds hebben we een fantastische snelheid.   Als we de nacht ingaan motorzeilen we op een vlakke zee. Het gaat geweldig. Schertsend noem ik deze tocht onze ‘Grande Finale’, omdat het waarschijnlijk de laatste keer is dat we een grote tocht maken. We genieten ervan. We slapen om de beurt in de achterkajuit en ondanks het motorgebrom lukt dat prima.

Maar het venijn zit in de staart. Rond een uur of negen, als we boven Terschelling varen, is het tij gekeerd en hebben we wind tegen. Dat zou vlak water moeten geven, maar dat doet het niet. Het is een echte klotsbak. De wind trekt aan tot bijna 6 Beaufort. We besluiten op te gaan kruisen, waardoor de tocht een stuk langer gaat duren. Er staan flinke kuilen in de zee en soms gaan we maar tweeënhalve knoop.

Ook dat hoort bij onze ‘Grand Finale,’ om niet te vergeten wat we op de oceanen hebben moeten overwinnen. Eindelijk komt de uiterton bij Vlieland in zicht. Die ligt op een andere plek dan op de kaart en we moeten ons even opnieuw oriënteren.

Dan zien we de brede geul, die ons via Vlieland naar het Schuitengat brengt. Dat vaarwater is al een poosje weer bevaarbaar en brengt ons snel naar Terschelling. Het is gelukkig niet druk in de haven en we vinden een plek langs de op één na laatste steiger.

Nog geen uur later komt de Atlas eraan met Peter en Marjan. We vangen ze op als ze tegen ons aan komen liggen. Een stille droom van Jakob, die nu uitkomt. Zijn vriend en hij, naast elkaar afgemeerd! Ieder in hun eigen schip! We drinken een biertje in de kuip en praten bij over van alles. Wij hebben nog een maaltijd in de koelkast, die we opwarmen en lekker opeten. Rond acht uur vallen onze ogen dicht en we gaan snel onder zeil. Lekker bijslapen om weer in het gewone ritme te komen.

Als er een dag later een plekje vóór ons vrij komt, schuift de Atlas door en wij keren Jonas om zodat die met de neus in de wind ligt. Er komen een aantal dagen met harde wind aan en wij liggen hier goed.

   We gaan de benen strekken na al die zitmijlen en komen via de kade met de ‘bruine vloot’ bij het ‘Groene Strand’ uit. We lopen een stukje het wad op en drinken daarna thee bij ‘De Walvis’. Er valt een klein motregentje, maar dat deert ons niet. Heerlijk om hier te zijn en te weten dat we voorlopig niet weg kunnen vanwege de harde wind de komende dagen.

Donderdagmorgen arriveert de Anna Caroline. Zij zijn een nacht in Cuxhaven gebleven en hebben een pittige tocht achter de rug. Zij vinden een plek aan dezelfde steiger als wij. Een goede reden om met elkaar te borrelen aan het eind van de dag.

Zowel Peter en Marjan als Janneke en Wietze wonen in Schoonhoven. Leuk om elkaar hier te leren kennen. Het is wat regenachtig en we zitten gezellig in de kajuit van Jonas. Weer gaan we op tijd naar bed, want het plan is gemaakt om vrijdag de wandeling over het ‘Groene Strand’ te maken.

Om half tien zijn we de volgende morgen present bij het havenkantoor. De zon schijnt uitbundig en de wind waait al pittig. Wat heerlijk om op dat wijdse strand te wandelen. We korten de oorspronkelijke lengte van veertien kilometer (iets te veel voor ons) in tot een kilometer of acht. De zon schijnt, het is laagwater en we hebben flink de pas erin. Er wordt wat afgekletst onderweg. Een groepsfoto mag natuurlijk niet ontbreken. De koffie met Cranberry-cheesecake smaakt daarna voortreffelijk bij de Walvis, de gezellige strandtent met uitzicht op het groene strand.

Die middag kunnen we uitrusten. Koken hoeft niet, want Janneke heeft ons gevraagd om bij hen aan boord te komen eten. Daar hoeft niemand over na te denken. Om zes uur wandelen we naar hun boot en stappen aan boord. Er is ‘Cocq au Vin’ met van alles erbij, een verrassend toetje en een heerlijk likeurtje bij de koffie. We rollen daarna ons bed in en slapen weer geweldig.

Vandaag is het alweer mooi weer vanaf het middaguur. Jakob heeft de fietsjes uit de schuur gehaald en we fietsen naar het zwembad, Niet om een duik te nemen, maar om ons in een huifkar door de duinen te laten vervoeren. Een prachtige middag om dat te doen. Het licht is zo helder, waardoor de kleuren van de bomen, de hei, de duinen, de zee en de lucht bijna onnatuurlijk aan doen.

De tocht is heel anders dan die we op Vlieland maakten. De karren zijn klein met maar twee paarden ervoor en het heeft iets intiems met maar acht mensen aan boord.

Na afloop zijn er eindelijk de bitterballen bij de Walvis. Jakob heeft zich daar zo op verheugd. Zonder een drankje smaken ze niet, dus dat nemen we er maar bij. En alweer hoef ik niet te koken. We zijn bij Peter en Marjan op de Atlas gevraagd voor de overheerlijke Terschellinger vissoep. Daarbij stokbrood en heerlijke kaasjes, druiven en een toetje met ook nog eens slagroomtruffels en versgebakken bitterkoekjes. Wat een feest!

Buiten is de wind opgestoken en we genieten van het geluid als we weer lekker in ons bed liggen. Dit is toch wel een hele mooie manier om onze zeilreis af te sluiten.

Gezien het weer blijven we hier nog wel een weekje. 🙂

 

 

 

Afscheid van de Oostzee

Zaterdag 23 augustus 2025, Gieselau kanaal

We verlaten Warnemünde zaterdag 16 augustus rond een uur of acht. Ons doel is een ankerplek op het schiereiland Fehrmann, vlak bij de haven van Orth. De wind komt uit de verkeerde hoek en we varen eerst een heel stuk hoog aan de wind naar het westen met de hoop dat we na de overstagmanouvre de brug over de Fehrmansund kunnen halen. Dat lukt voor geen meter en we zijn gedoemd om de tweede helft van de tocht op de motor tegen de wind in te varen. Gelukkig zijn we aan hogerwal en zijn de golven laag.

De lokale zeilers genieten van het mooie weer. Gezellig om te zien, maar soms lastig omdat we voor ze moeten uitwijken. De smalle ondiepe geul onder de brug door is spannend vanwege de tegenliggers. Maar alles gaat goed en we varen naar de ankerplek waar we precies twee maanden geleden ook lagen. Prachtige plek in een natuurgebied achter een klein duintje en de vuurtoren. Er staat nog best wat wind, maar Jonas ligt doodstil. Heerlijk.

De volgende morgen koersen we naar Laboe. We komen bij de Schietgebieden die verboden zijn op weekdagen in augustus. Dat wordt een stuk omvaren, maar de zon schijnt, geen probleem dus.

Er komt een onderzeeër langs met zijn schoorsteen boven water. Hij wordt geëscorteerd door drie bewakingsboten. Zijn het de Russen??

In Laboe aangekomen, krijgen we een grote plek naast een catamaran. Wat een joekel is dat. Maar wij liggen daardoor lekker beschut. We blijven hier een paar dagen vanwege de wind en ondernemen weer van alles.

We beginnen met het ontdekken van het dorp. Echt een vakantieplaats met heel veel strandliefhebbers en bijbehorende souvenirwinkeltjes. Niet echt ons ding, maar het ziet er gezellig uit.

We wandelen verder naar de duinen en de zee. Er is een strand waar je na een halve kilometer nog maar tot je knieën in het water staat. De strandstoelen zijn eigenlijk het leukste.

We zoeken een plekje in het zand en genieten van het uitzicht op het water. We drinken wat bij een tentje in de duinen (nou ja, het zijn eigenijk hele kleine bergjes zand met wat helmgras erop) en wandelen weer op ons gemak naar huis. Het is warm vandaag. We hebben al zolang mooi weer, dat kan vast niet nog veel langer duren.

Tijdens het eten vertelt Jakob dat hij veertien jaar geleden met zijn Jonas solo op vakantie was hier. Zijn vrienden Rob en Peter hadden hem door de Duitse bocht en het Kielerkanaal vergezeld en hij had ze ’s morgens vroeg in Kiel op de trein naar huis gezet. Ze hadden hem nog niet alleen gelaten of hij belandde in het ziekenhuis, na een val met zijn vouwfiets, waarbij hij op zijn hoofd terecht gekomen was. Na twee dagen ziekenhuis en vijf dagen rustig aan doen op zijn boot in de haven, ging hij gewoon weer solo verder. Wat stoer he? Nu willen we nog een keer in Kiel gaan kijken om te zien wat hij zich herinnert.

We nemen de ferry, die in een uur vanaf Laboe in het centrum van Kiel aankomt. Het is een heerlijke tocht en we genieten ervan.  

 

 

 

 

 

In Kiel aangekomen, doen we ons best om het een leuke stad te vinden, maar meer dan de herinneringen van Jakob vinden we er niet. De boottocht terug is weer heerlijk en we sluiten de dag af met heel lekker eten in het havenrestaurant.

Nu moeten we gaan plannen hoe we verder gaan. We puzzelen en puzzelen, spelen met de weerkaart en de stroomkaartjes en het lukt niet echt om een mooi weergat te vinden. Of het waait hard bij Cuxhaven, of het waait hard bij Vlieland. De stroming op de Elbe komt ook op het verkeerde moment langs. Nou ja, we zijn lekker bezig.

We besluiten om vrijdag Laboe te verlaten en het Kielerkanaal op te gaan tot aan een mooie overnachtingsplek aan een steiger bij de Gieselausluis,die toegang geeft tot de rivier de
Eider.

Om half zes gaat de wekker af. Het is eigenlijk nog niet echt licht, maar we gaan er wel uit, want later op de dag is er weer te veel wind om naar de sluis te varen. Om zes uur maken we los en om zeven uur liggen we in de sluis. Die stond al open en we konden zo naar binnen varen. Hier nemen we echt afscheid van de Oostzee. We hebben er echt van genoten, mede door het mooie weer.

In tegenstelling tot de afgelopen tijd is het vandaag koud, een graad of twaalf. Dat zijn we niet meer gewend. Gelukkig hebben we warme kleren aangetrokken. Zelfs de zeiljas komt eraan te pas.

Bij de overnachtingsplek bij de Gieselausluis liggen we op een idyllisch beschut plekje in het groen. Ik loop een stukje in de omgeving en voel me in Friesland. De vakantie loopt nu toch echt op z’n eind.

We blijven nog een extra dagje aan de steiger bij de sluis en Jakob is zo stoer om nog even de mast in te gaan.

We varen morgen door naar Brunsbüttel, waar we in de haven blijven liggen tot we in één keer door kunnen zeilen naar Terschelling. Wie weet gaat dat dinsdag of woensdag lukken.

PS. Ik realiseer me dat het weer een uitgebreid verhaal is geworden, met weinig spectaculairs, maar soms is het gewoon lekker om zomaar een beetje te vertellen. Als we straks echt oud zijn, lezen we dit vast met plezier terug!

Bornholm

Zondag, 17 augustus 2025, op zee

We installeren ons in Nexo aan de zuidkust van Bornholm om de harde wind uit te zitten (nou ja, zitten..). Al is de haven dan niet zo luxe en is het een gedoe om stroom te krijgen, het is een prima uitgangspunt voor het verkennen van het eiland Bornholm. We bekijken het sanitair en de wasmachine. Ik had hier een was willen doen, maar de machines zien er niet zo geweldig uit, dus ik wacht nog maar even.

Tot onze vreugde is er een Lidl om de hoek. Onze voorraden zijn aardig opgegaan in Hanö. We kunnen dus weer flink inslaan. Maar daar vullen we dag niet mee. We gaan natuurlijk weer wandelen. Wikiloc, de wandelapp, geeft ons een goeie suggestie. De haven uit en dan linksaf. We worden verrast door een natuurgebied met een heuse uitkijkpost. Het barst er van de (water-)vogels. Het pad gaat verder door een bos en komt uit bij een strandje, waar gesurft wordt. Het water is er erg ondiep, dus ideaal daarvoor.

Er staat een koffietruck in de buurt, die een prachtige koffiemachine herbergt. Jakob geniet van de cappuccino en ik neem een ijsje. Heerlijk. Gelaafd door het lekkers wandelen we terug en komen langs een heideveld. Hoe kan je dat allemaal in een wandeling van 7 km verstoppen. We genieten ervan. Van de harde wind hebben we al wandelend geen last.

Ik had gelezen dat er in Rønne een oude keramiek fabriek is, die nu als museum dienst doet. Dat lijkt ons leuk. We stappen in de bus waar nog zone-kaarten worden gebruikt die je zelf in een machine moet afstempelen. Het werkt en een uur later zijn we in Rønne. Inderdaad geen gezellig stadje, maar de Hjorts Fabrik is geweldig. Alle verschillende werkruimtes zijn nog intact, waardoor het hele proces van af de ruwe klei tot het geglazuurde eindproduct te zien is.

We treffen een pottenbakker, die achter z’n draaischijf zit. Hij werkt hier al 44 jaar en vertelt dat dit niet alleen werk is, maar ook een verbinding met het hele leven en de oudheid, waarin gebakken potten al heel gewoon waren. Een bijzondere man! Wat zijn we blij dat we hier naar toe zijn gegaan. De rest van de stad is niet veel en tegen drieën gaan we weer met de bus terug naar de boot.

In Gudhjem staat het Kunstmuseum en dat willen we ook graag bezoeken. Al vroeg stappen we de volgende dag weer in de bus. Gudhjem is het enige dorp dat op een berg gebouwd is, dus we kunnen onze beenspieren weer gebruiken. Het dorp ziet er leuk uit, maar heeft wel een hoog toeristisch gehalte. Daar zijn wij niet zo van. We gaan op zoek naar het Kunstmuseum, maar dat ligt een heel stuk verderop, anderhalf uur lopen. Dat is ons te veel, want je moet ook weer terug.

Als het Bornholm museum in het dorp gesloten blijkt te zijn, stappen we weer in de bus en gaan naar Swaneke, dat niet op de weg terug naar Nexo ligt. Dat blijkt inderdaad een heel leuk dorp te zijn. Ook toeristisch maar op een gematigde manier. We lunchen op een terras en krijgen een mooi bordje voor ons neus, met roggebrood, gebakken scholfilet en garnalen.

Het ziet er prachtig uit en smaakt ook goed. We kijken nog wat rond bij de haven. Op het moment dat de bus eraan komt, bedenk ik ineens dat we de rugzak met onze truien erin bij het restaurant hebben laten staan. Dag bus! Die tas is toch belangrijker. Een uur later gaat er weer een en tevreden over deze dag drinken we een biertje aan boord. Morgen vertrekken we vanhier. We hebben genoeg gezien van dit eiland. We gaan oversteken naar Duitsland.

   De tocht naar Sassnitz is geweldig. De wind komt uit de goeie hoek en we hebben een mooie zeildag. Daar genieten we extra van, want die zijn er niet zoveel. Als we in de buurt van de haven komen zien we een heleboel oranje boeien. We zoeken onze weg er tussendoor tot er een motorboten met volle snelheid op ons afkomt. “Weg, weg,” schreeuwt een vrouw. Hoe of wat moeten we zelf maar raden.

Het blijkt een wedstrijdveld te zijn waar de Monstercatamarans getraind hebben. We varen om en er komt weer zo’n bootje naar ons toe. De man begint een gezellig praatje en geeft aan dat we gewoon naar de haven kunnen varen, want de training is klaar. Mooi zo! Wat een verschil in benadering.

Als we in de haven komen, blijken alle boxen een rood bordje te hebben, dat betekent dat je er niet mag liggen. De hele haven is leeg! We hebben er 70 mijl opzitten en zijn niet van plan om weg te gaan. Jakob manoeuvreert de boot tussen de palen door en we worden opgevangen door iemand van de organisatie. Die zegt niks, dus wij maken lekker vast. Op het havenkantoor horen we dat de hele haven is leeggemaakt voor het evenement dat vrijdag begint. Deze nacht kunnen we gewoon blijven. Of het komt omdat de haven leeg is weten we niet, maar er staat een flinke deining en we hebben een onrustige nacht.

De volgende morgen zijn we vroeg uit bed en vertrekken maar meteen. Koffie en ontbijt komen onderweg wel. We gaan op weg naar de ankerplek bij Dasser Ort, dat is 50 mijl varen.

We hebben de hele dag, dus we kunnen lekker spelevaren. De wind is matig, de zee is vlak en we genieten van de relaxte zeiltocht. Op de ankerplek is het water onrustig, maar dat gaat vast afnemen gedurende de nacht. Jakob steekt de bbq aan en we genieten van ons eten.

We doen nog één hopje (zeemijlen naar een volgende plekje) voordat we een dag rust nemen. Nu de wind oostelijk is, moeten we die benutten. We besluiten naar Warnemünde te gaan. Dat is niet zo ver en daar kunnen we tanken. Het wordt een rare tocht. De wind klopt niet echt met de voorspelling en de golven staan verkeerd. Maar goed, we komen er wel.

Helemaal achter in de haven is een klein tankstationnetje waar twee mannen op ons zitten te wachten. De pomp is langzaam, dus het duurt even voor we de 250 liter erin hebben. Hier komen we wel mee thuis. We meren daarna af aan de binnenkant van de oostpier. Een mooi plekje. Het is wel ver lopen naar de douche en de wasmachine, maar dan lopen we tenminste weer wat kilometertjes.

En alweer is het zaterdag geworden. De tijd vliegt en we doen de was en wat schoonmaakwerk aan boord. Alsof we thuis zijn ……

’s Middags gaan we nog even met de pont naar de stad om boodschappen te doen. Als we langs een worstenkraampje lopen kan Jakob het niet laten om een Bratwurst te kopen. Daar had hij bij ons vorige bezoek al zin in. En het smaakt hem nu heerlijk!

We gaan weer met de pont terug naar de haven en lopen via het kleine strandje  naar Jonas.

Morgen varen we weer verder. Héél langzaam richting Terschelling.

 

Verwaaid op Hanö

Zaterdag 9 augustus 2025

Wat een geluk dat we op dit mooie eilandje terecht gekomen zijn. Het is er heel bijzonder. Dat begint al met de haven. De havenmeester is Lotte, en ze dirigeert iedereen op een plek, zodat er heel veel boten kunnen afmeren. Dan het sanitair. Dat zijn allemaal aparte hokjes voor douche of toilet en zijn brandschoon. Bij de dames staan er geurstokjes  en bloemetjes.

Op de kade staan picknick banken of ronde tafeltjes met rieten stoelen. Zo verzorgd. De beschutting van de haven is ook veel beter dan we verwacht hadden. De muur van de golfbreker houdt veel wind en zeker water tegen.

Op zondag beginnen we met een wandeling naar de vuurtoren en de Engelse begraafplaats. Leuke paadjes wisselen elkaar of met grote stenen. En overal staan bankjes. De zon schijnt uitbundig en op het eiland zelf merk je weinig van de wind.

Nog even lijkt het erop dat we maandag naar Simrishamn op het vasteland gaan, maar we besluiten dat niet te doen. Dan lig je daar nog vier dagen verwaaid en we kennen die omgeving al. Hier op Hanö zijn we nog lang niet uitgekeken.

Maandag kiezen we voor de wandeling om het eiland heen. Oei, dat is niet zo’n mooi plat paadje als naar de vuurtoren. Dit is een keienpad en dat vindt mijn heup niet zo lekker. Er staan ook geen bankjes om dat been even rust te gunnen. Maar het is zo bijzonder hier met de stenen en de doorkijkjes op zee, dat de kiezen op elkaar gaan en we stappen lekker door. Wat een afwisselend landschap. Na het keienpad komen de grote steenpartijen. Wat een bijzonder natuur. We genieten met volle teugen en zijn blij dat we hier nog een paar dagen blijven.

In de avond begint het te waaien. Steeds harder tot windkracht zeven. Alle stootwillen hangen tussen de buurboot en de onze, om schade te voorkomen. Ik heb lijnen om de zeilhuiken van beide zeilen gebonden tegen het klapperen en verder alle losse dingen van het dek verwijderd.

Om 2 uur ‘s nachts gaat de wind echt los. Er begint een lijn te klapperen. Ik lig een poosje te luisteren. Het regent intussen ook verschrikkelijk. Voorzichtig steek ik mijn hoofd om het deurtje van de kajuit, maar doe het gauw weer dicht.
Een uur later is de regen gestopt, maar de wind laat de lijn extra hard klapperen. In m’n onderbroek ga ik nu toch naar buiten. Niemand die me ziet. Ik trek de lijn stevig aan, zet ‘m vast en ga weer snel naar binnen. Mijn bed in en oordoppen in m’n oren. Nu kan ik nog lekker een poos slapen.

De volgende ochtend is de wind iets minder en het is droog. De zon schijnt uitbundig. Na een verlaat ontbijt gaan we toch maar weer lekker wandelen. Jakob helpt eerst de buurman, die tegen de autobanden aan de kade ligt, om onze planken als wrijfhout aan te brengen. Nu verdwijnen zijn stootwillen niet meer in de gaten van de autobanden. Onze Jonas ligt lekker tegen de grote buurboot aan. Wij hebben het makkelijk.

De haven is gister leeggelopen. De meeste boten hadden vast haast of ze moesten weer aan het werk en vertrokken daarom toch maar. Er is nu geen enkele paniek. Iedereen heeft een lekker plekje en we voelen ons veilig.

Er worden nog twee dagen en nachten met harde wind verwacht. Wij vinden het prima. Het eiland is prettig en de zon schijnt veel. Vanavond gaan we eten in het enige restaurantje hier. We zijn benieuwd, want het heeft een goeie naam.

We nemen een verrassend voorgerecht. Echt Zweeds denk ik. Heel erg lekker. Daarna fish en chips. Heel verse vis op de juiste manier gebakken. En we delen een toetje, crème brûlee met een heerlijk hard suikerlaagje. Inderdaad een prima kok in de keuken.

Na een redelijk rustige nacht draait de wind iets naar het noorden. Nu komt er deining in de haven en dat maakt het erg vervelend. We hotsen en klotsen en hopen dat we geen schade veroorzaken aan de buurboot.

Als afleiding bak ik een cake in de Airfryer. Dat is best lang geleden, dus ik zoek een beetje naar de baktijd. Drie keer verleng ik de tijd, totdat de satéprikker er droog uitkomt. Tot mijn verbazing smaakt ie fantastisch.

Na de lunch nog maar weer een wandeling naar de vuurtoren. Het is heerlijk hier en op het land merk je veel minder van de wind. Om een uur of acht moet het ergste voorbij zijn. Ik lees op fb dat veel zeilers het moeilijk hebben met deze drie dagen harde wind. Gelukkig schijnt bij ons meestal de zon.

We hebben besloten om tot vrijdag te wachten om te vertrekken. Dan is de windrichting nog niet echt goed, maar de sterkte wel. We gaan ervoor. De buren vertrekken ook, dus dat komt goed uit. Soms babbel ik even met de buurvrouw en dat is gezellig. Ze is een beetje nieuwsgierig naar ons, dus ik licht een klein tipje van de sluier op. En dan vertelt zij wat meer over hen.

We maken donderdag nog één keer een wandeling over rotsige paden, ongelofelijk dat we dat gewoon doen! Als beloning gaan we nog maar een keer naar dat leuke restaurantje. Ze hebben vast weer heel lekker eten voor ons.

Als we vrijdag losmaken om naar Bornholm te varen, zijn we echt blij dat we hier terecht zijn gekomen. En zo lekker lang, zodat we alle wandelpaden konden ontdekken. Verwaaid liggen op zo’n plek is zo slecht nog niet.

De dag begint met motoren, dat wisten we en varen een beetje richting Simrisham, zodat we op kunnen steken naar Bornholm als de wind komt. Dat was goed gepland. Na vier rustige uren, kunnen we aan de bak. Alle zeilen bij en varen maar. De wind neemt flink toe, dus er moet gereefd worden. Ik doe het grootzeil, nadat ik zwemvest en lijflijn had aangedaan. Samen maken we de kluiver een stukje kleiner. Het water spoelt over het dek.

Het is lang geleden dat we zo aan het werk waren. Genieten, maar ook best (in-)spannend. De traffic lane richting Zweden ligt voor ons en die moeten we loodrecht oversteken. Tot twee keer toe kunnen we net voorlangs een groot vrachtschip. Beiden verlegden hun koers een paar graden. Zo gaaf; ja “varen doe je samen”.

Tevreden komen we bij de noordoost punt van Bornholm aan, waarachter een mooie ankerplek ligt. De golven worden minder, maar de wind blaast nog lekker. Na het aftuigen varen we rustig naar het strandje. Op onverklaarbare reden stond de dieptemeter op feet in plaats van meters. Ik snapte er niks van. Het bleef maar 25 meter diep. Toch maar geankerd en toen ontdekten we het. Zo stom! Eind goed al goed. We lagen een poosje later heerlijk te deinen in de zon met uitzicht op een strandje met zwemmers en een mooi dorpje op de achtergrond.

Vandaag, zaterdag,  zakken we af naar Nexø aan de zuidkust van Bornholm. De wind is west 3-4 en het is een ouderwetse zomerse zeildag op vlak water, met een gematigd windje. Dat was lang geleden en we genieten er enorm van.

Nu liggen we in Nexø, een Industriehaven die

omgeturnd is voor jachten. Niks geen luxe, zwarte autobanden langs de kademuur en verder veel beton. Er hangt een balkansfeer, stoer, simpel, geen luxe. Jakob vindt het geweldig. Ik moet even wennen. Maar we liggen hier goed. Morgen weer windkracht 7….