Zomer in Holland!

Zondag 1 september 2024, Friesland

Het is eind  augustus en al meer dan een week liggen we verwaaid in Boulogne. We hebben ons niet verveeld, maar zijn er klaar voor om te vertrekken. Dinsdag gaat de wind eindelijk wat afnemen en we besluiten om ‘s morgens om 5 uur de lijnen los te maken en zee te kiezen. Het is nog lang niet licht, maar de verlichting in de haven is uitbundig, dus we zien goed wat we doen. Het is bijna een half uur varen tot we bij de havenuitgang zijn. Daar is de zee nog flink onrustig. We volgen de boot die voor ons vertrokken is.

Tot aan Cap Griz Nez blijft de zee onrustig en klotsen we nogal heen en weer, ondanks het grootzeil dat we gezet hebben. De stroom loopt flink mee waardoor we binnen twee uur de nieuwe koers richting België kunnen inzetten. De golven komen nu van achteren, de wind is ruim geworden en we kunnen de andere zeilen bijzetten. Motor uit, windvaan erop en daar gaan we. Heerlijk die rust. We spreken een wachtsysteem af en besluiten om in één keer door te varen naar Nederland, een afstand van 160 mijl.

De hele dag schijnt de zon en we schieten lekker op. Als het donker wordt zijn al we bijna bij Walcheren. Onderweg passeren we een flink aantal ankerplekken waar grote vrachtschepen liggen te wachten tot ze gelost of geladen kunnen worden. Het lijkt wel of er iedere keer meer schepen liggen.

Tegen 5 uur ‘s morgens zijn we bij de Maasmond, die we netjes moeten oversteken, om geen hinder te geven aan de vrachtschepen die van en naar Rotterdam gaan. Het tij is gekeerden we gaan nog maar 3 knopen. De motor staat bij, maar dat helpt niet veel. Als Jakob de verkeerspost oproept via de marifoon, komt er geen reactie. Dat was de vorige keer ook al zo. Zouden ze nog slapen in de verkeerstoren?

We steken netjes over en vervolgen onze koers naar IJmuiden. Rond 12 uur gaan we door de sluis en maken kennis met de eerste ongeduldige Hollander. Hij staat op het voordek van een motorboot en maant ons om op te schieten en harder de sluis uit te varen. En hij doet nog echt boos ook.

Het Noordzeekanaal is druk en intussen is de zomer begonnen. De zon brand op mijn schouders en mijn kuiten als ik sta te sturen. Poeh, wat een hitte. Dat hebben we in geen maanden meegemaakt.

Leuk om weer bekende beelden te zien langs de kant. Het centraal station van Amsterdam was altijd een markant punt, maar is nu opgeslokt door hoge gebouwen. Het aantal ponten lijkt ook te zijn toegenomen. Ze flitsen om ons heen en het is echt uitkijken geblazen.

Bij de Oranje-sluizen kunnen we direct naar binnen en de drukte lijkt voorbij. Nog één horde te nemen: de Schellingwouderbrug. We varen er naar toe en zien dubbel rood. Hmm, wat nu weer. Internet leert ons dat tussen 4 en 6 de brug gesloten is. Het is nog geen half 5 als we daar zijn. Jakob bedenkt dat we wel aan een meerpaal kunnen gaan hangen en dat doen we dan ook.

Om precies 6 uur opent de brug en dringen de schepen zich op een Hollandse manier door de opening. We zijn er weer. Even wennen…

Bij Durgerdam laten we het anker vallen in ondiep water. Tien meter ketting is meer dan genoeg. Dan daalt de rust bij ons in. De champagne wordt tevoorschijn gehaald en we klinken op een behouden thuiskomst.

Met dit mooie weer is dat goed te doen. Zodra de fles leeg is en de toastjes op zijn, slaan we het avondeten over en kruipen in de voorpunt. Na een tocht van heel veel uren hebben we wel wat slaap verdiend!

Midden in de nacht word ik wakker. Het lijkt wel of er iets op het dek loopt. Een kat. Nee dat kan niet. Een rat? Nee dat geloof ik niet, anders zouden er niet zoveel boten voor anker liggen. Ik stap uit bed en ga met een lampje op onderzoek uit. Ik zie niks. Dan maar weer naar bed. Ik lig nog niet, of ik hoor het weer. Nog maar een keer uit bed. Weer zie ik niks. Ik pak mn dekbed op en ga in de achterkajuit liggen. Na een kwartier hoor ik het weer. Ik ga naar het dek en kijk over de reling. En dan zie ik de boosdoener. Het is een eend, die met zijn harde snavel de aangroei van de boot eet en daar bij dat tikkend geluid maakt. Hehe, nu kan ik eindelijk slapen!

De volgende morgen is het prachtig buiten. Het is windstil en de zon komt langzaam op. Alleen het geluid van vogels is te horen en heel in de verte wat auto’s op de A10. In stilte drinken we onze koffie/thee in de kuip en genieten van dit mooie welkom.

Een uurtje later gaan we ankerop. Er liggen nog 50 mijl en een sluis voor ons. We zetten koers richting Enkhuizen via het paard van Marken. Gelukkig hebben we geen last van waterplanten en kunnen zelfs nog een paar uur zeilen.

    
De sluis bij Enkhuizen gaat snel en na een mooie tocht over het IJsselmeer komen we rond 6 uur aan in Hindeloopen. Ik maak nasi van de etenswaren die we nog hebben. Dat smaakt goed.

En dan, na vier dagen, eindelijk weer douchen. Heerlijk! Het sanitair in Hindeloopen is top. We hebben de AIS uitgezet en gaan lekker acclimatiseren op dit mooie plekje.

Vrijdag krijgen we bezoek van Ellen en Martin van de Acapella. De laatste keer dat ze bij ons aan boord waren was in 2019 in Sydney. Bizar! Het voelt als gister en we gaan gewoon verder waar we gebleven waren. Er komen prachtige herinneringen boven.  Als we zaterdag gaan wandelen, blijkt er feest te zijn in het dorp. Er wordt gevolksdanst en er is markt. We lopen een mooi rondje over de dijk en binnendoor weer terug.

   
Op het water is de 24-uurs race aan de gang en vlak voor de dijk hebben de bottertjes nog een wedstrijdje. Wat een geweldige manier om weer te wennen aan Holland. En het blijft maar mooi weer. We zijn er blij mee.

 

 

Verwaaid in Boulogne!

Zaterdag 24 augustus 2024, Boulogne

In de tijd dat ik in Boulogne kwam tijdens zomervakanties, heb ik menigmaal hier verwaaid gelegen. Wie niet? Eigenlijk is er sindsdien niet veel veranderd. De haven ligt ook nu vol met  Nederlanders en Belgen op weg naar  huis.   Als we hier aankomen lijkt het of er maar één dag te veel wind is en we betalen voor twee nachten. Maar dan worden het er ineens drie of vier. Wij hebben de tijd, dus voor ons maakt het niet uit, maar als je maandag weer moet gaan werken wordt het toch een beetje paniek.

Het is zondag, 18 augustus, als we vertrekken vanaf Bembridge. Na een onrustige nacht achter ons anker zijn we vroeg wakker. Bij het eerste ochtendlicht gaat het anker omhoog. Het zit vol modder. Daar hadden we niet op gerekend en we laten het maar zo. Dat bikken we er wel weer af in de haven van Eastbourne, want dat is ons doel. Zo’n 60 mijl varen, waar we een uur of negen over denken te doen. We hebben bijna een heel tij stroom mee en de wind achter. Het schiet lekker op. Dan komt Beachy Head in zicht, het 400 voet hoge kalk klif. Altijd leuk om hier langs te varen. Ik las op internet dat er in 1999 duizend kilo kalk naar beneden was   gevallen. Dat moet een kabaal geweest zijn. Ook is het nog steeds een geliefde zelfmoordplek. Je moet er toch niet aan denken! Er staat intussen een flinke wind en de stroom is tegen, dus het wordt een onrustig laatste stuk van de tocht.

Ineens ziet Jakob rook langs de kustlijn. Zou er brand zijn? Maar dan horen we ook veel geronk en blijkt er een vliegshow bezig te zijn  waarbij de meest bizarre capriolen worden uitgehaald. Ik vind het doodeng om naar te kijken, maar Jakob geniet en krijgt er geen genoeg van.

De haveningang van Eastbourne komt in zicht. Het is precies laag water. Dat is niet zo handig want het bebakende geultje dat naar de sluis loopt wordt dan wel erg smal. Jakob stuurt nauwkeurig richting sluis en het gaat goed.

De reddingsboot komt achter ons liggen en naast ons nog twee rubberboten vol mensen. Het blijkt dat ze naar de vliegshow zijn geweest. Vanaf het water heb je inderdaad het mooiste zicht. Als we de sluis uitkomen maken we vast bij de tanksteiger. We vullen de tank en gaan naar een mooie plek aan een steiger vlak bij de ingang. Ik ben erg moe en doe even helemaal niks. Jakob maakt het anker schoon en spuit het schuim, waar de sluis mee vol lag, van de boot. We eten een soepje en gaan vroeg naar bed.

Zodra het licht is staan we op en varen de sluis in. Om zes uur worden we geschut en gaan op weg naar Boulogne. Het is prachtig weer met een mooie wind.

De zeilen gaan op en het is lekker varen. Bij de ‘shipping lane’ gaat de motor bij en passen we de koers aan zodat we loodrecht oversteken. Het is niet heel druk en alles gaat naar wens. Er is zelfs een groot vrachtschip dat een beetje uitwijkt voor ons.

Als we bij de havenhoofden van Boulogne zijn, gaan de zeilen omlaag en komen de lijnen aan dek. We zijn in Frankrijk! Als we ons goed en wel geïnstalleerd hebben wordt er op de boot geklopt. Het is Johan de Roo, zwager van neef Dennis. Wat leuk. Hij komt aan boord en we wisselen nieuwtjes uit. Zijn zijn ook op weg naar huis en vertrekken op woensdag. Wij blijven nog even en maken er maar weer een vakantietje van.

  We kennen Boulogne al best goed, maar gaan toch een rondje maken naar de oude stad. We drinken koffie op een terrasje en genieten van de Franse gezelligheid. We eten mosselen bij een familierestaurantje. Ze zijn verrukkelijk! Echt vakantie!

    Omdat we Boulogne al redelijk kennen nemen we donderdag de trein naar Amiens om daar eens wat rond te kijken. De trein kost meer dan we verwachtten (€98 voor 2 retourtjes), maar je moet toch iets…..

Als we in Amiens uitstappen, valt het ons op dat er een relaxte sfeer hangt. Het is niet echt druk met vakantiegangers.

We lopen richting centrum en de grote kathedraal trekt onze aandacht. Wat een indrukwekkend gebouw. We mogen er gratis in en vergapen ons aan al het moois. Het blijkt de grootste kathedraal van heel Frankrijk te zijn. 

Ruim een uur later staan we weer buiten en gaan op zoek naar een lunchplek.

 

 

 

 

 

 

 

Op een zonnig plein met strandstoelen vinden we een tafeltje. We bestellen een ‘croque monsieur’ (XL). Dat is toch net even iets anders dan een Hollandse tosti.

 

Dan gaan we op zoek naar het huis van Jules Verne, een van de bekendste musea in de stad. Jules Verne ging ook rond de wereld, net als wij, maar dan alleen op papier.

Het huis is leuk met mooie beziens-waardigheden. De globe die hij gebruikte voor zijn imaginaire reizen staat nog gewoon op zijn bureau.

Terug bij het station stappen we weer in de trein en zijn ruim een uur later in Boulogne. Daar is het warm geworden dus de korte broek kan weer aan.

Ons plan om te vertrekken richting Duinkerken schuift steeds een dag op. Net als we de planning hebben aangepast komt er weer een gebied aan met windkracht 5-8 en dat vinden we niet leuk. Gelukkig hebben we tijd en gaan weer een paar nachten betalen in het havenkantoor.

    We scharrelen nog wat rond in Boulogne. Het regent af en toe, maar echt super slecht weer is het niet. Vanaf de pier hebben we zicht op zee. Dat ziet er erg onrustig uit, terwijl aan het strand de badgasten zich goed vermaken.

Hoe lang we hier nog zijn is niet helemaal duidelijk. We worden nog eens extra geconfronteerd met het feit dat het weer, waar niemand invloed op uit kan oefenen, altijd bepalend is geweest voor onze reis.

Dus ook nu!

Genieten op Isle of Wight

Zaterdag 17 augustus, Bembridge

We zijn nu bijna een week in Yarmouth op isle of Wight geweest  Wat een heerlijke plek. Hier houden we voor de laatste keer op onze thuisreis een beetje vakantie.

Maar nog even terug naar Studland Bay, vanwaar we naar Wight vertrokken.

Het is zaterdagmiddag als we daar voor anker gaan. Het is er druk vanwege het weekend. Op Navily hebben we gezien dat de oostenwind recht in de baai zou gaan waaien. En dat doet hij ook. De eerste nacht valt het nog mee en liggen we lekker te deinen.

Zondagmorgen neemt de wind toe en worden alle motorboten uit Poole losgelaten. Het is duidelijk dat geankerde zeilboten een prachtig doel zijn om vlak langs te scheuren. De stuurmannen hebben er vast geen idee van wat voor ravage ze aanrichten. Het fruit uit de fruitschaal vliegt er uit. Een kopje dat per ongeluk nog op het aanrecht staat, vliegt de gootsteen in en wij moeten ons vasthouden alsof we op de oceaan varen.

Maar, de zon schijnt, de lucht is blauw en het water is helder. Het uitzicht op ‘Old Harry’, de prachtige witte klif formatie aan de ingang van de baai maakt het goed.

We hebben een ’rustige zondag’ aan boord en de nacht valt in. De oostenwind is lekker aangetrokken en de golven rollen de baai in als we naar bed gaan.

Het wordt een onrustige nacht. In de voorpunt worden we bij iedere flinke golf in de lucht getild en ploffen dan weer neer. Niks voor mij. Ik verbouw de kajuit zodat ik op de langsbank kan liggen. Dat is beter. Na nog een tussenstop voorin, verdwijn ik naar de achterkajuit. De volgende morgen is de wind gedraaid, maar de golven zijn er nog. We zijn gesloopt als we anker op gaan.

Toch wordt het een heerlijke dag. We zeilen voluit tot aan de Needles en passen dan de zeil voering aan naar kluiver en bezaan, vanwege de wind die vanachter inkomt. We verwachten dat de stroming in het Needles channel ons flink gaat versnellen, maar we gaan niet harder dan een knoop of vier. Zou dat komen vanwege die ene dag dat de wind uit het oosten kwam?

Tegen drie uur zijn we bij de haven van Yarmouth. We worden door een ‘berthing master’ (een havenmeester in een bootje) naar onze plek gebracht. Fijn, want het stroomt stevig in de haven en hij duwt ons de goede kant op. Het is hoogseizoen hier en vakkundig wordt de haven volgestapeld met boten.

Leuk om na heel veel jaren weer in Yarmouth te zijn. We lopen een rondje door het dorpje en scoren een ijsje. Als we wat later ergens willen gaan eten kan dat niet. Alleen na reserveren. Nou ja, dan kook ik gewoon weer zelf.

Het is relaxed om hier een poosje te zijn. Lekker wandelen op het eiland! We beginnen met de rondwandeling langs de rivier de Yar. De heenweg gaat via een pad waar de treinrails vroeger lag. Na drie kwartier komen we in een dorpje en drinken daar koffie. Het pad gaat verder tussen de weilanden door terug naar Yarmouth. Het is een heerlijke wandeling. Er zijn veel vogels en vlinders. Jakob probeert een vlinder vast te leggen. Dat lukt hem!   

 

 

 

 

Het is druk geworden in de haven. We liggen drie dik. De berthing masters hebben hun handen vol om iedereen op een goeie plek te krijgen. Het is goed verdienen voor ze, want voor 1 plek vangen ze nu 3x £ 70,-. Het is een fijne haven, dus dan is zo’n prijs niet zo erg. Het sanitair is gloednieuw en er zijn veel douches. Wachten hoeft eigenlijk nooit.

De tweede wandeling gaat over de Tennison Downs, die boven de Needles beginnen. We hebben hem al vaker gedaan. Het is echt een van de mooiste wandelingen die ik ken en verveelt nooit! Bij FreshwaterBay nemen we de bus terug. We rijden via Newtown, een beetje om, maar het is zo leuk om in de dubbeldekkers te zitten. Respect voor de chauffeurs. Die rijden zonder enige schroom keihard op de smalle kronkelweggetjes, waar je liever geen tegenligger krijgt. Natuurlijk komen die toch en dat gaat steeds goed!

   We betalen het havengeld voor nog 2 dagen, want we willen nog niet weg. De eerste dag waait het erg hard en regent het een beetje. Een prima dag om de was te doen en met de bus naar de Tesco te gaan voor veel boodschappen. De tweede dag gaan we met de pont naar Lymington, een stadje dat aan de overkant van de Solent ligt. We schrikken van de prijs, maar laten ons niet kennen. De overtocht is heerlijk.

  Als we aankomen aan de overkant, is het een half uur lopen naar het stadje, langs een saaie weg. En dan moet de verrassing komen. Jakob is hier nog nooit geweest en in mijn herinnering is het er echt geweldig. Nou, dat viel dus best tegen. De straat naar de haven is leuk, maar er is geen fatsoenlijk terras voor koffie. Dan is er nog een straat die omhoog naar het centrum loopt. ook niet echt de moeite waard. Eindelijk vinden we een klein terrasje in aan zijstraatje, waar de koffie heerlijk is. En meer is er niet te doen.We lopen terug naar de pont en varen weer lekker terug naar Yarmouth, waar het veel leuker is.

  We verwennen ons met een etentje, waarvoor we twee dagen eerder gereserveerd hadden. We krijgen een leuk tafeltje en het eten is oké, alleen de prijs is skyhigh. De juffrouw die kwam afreken vroeg ook nog om een fooi. Lopen wij nu zo achter of zijn de tijden echt veranderd?

We slapen nog een nachtje heerlijk in de haven van Yarmouth en vertrekken tegen elven naar Bembridge. De stroom in de Solent staat tegen en er is nauwelijks wind. We doen er daarom erg lang over, maar wat geeft het. En wie zou er niet een kijkje willen nemen in het huis op dit verdedigingswerk ?

 

Het is heerlijk weer. We liggen nu voor anker bij het dorpje Bembridge en het begint flink te waaien. De weerberichten zijn een beetje anders dan verwacht. Ik hoop dat we niet te veel door elkaar geschud worden vannacht. Nou ja, morgen gaan we toch weer verder.

Jonas weer ‘als nieuw’!

Zondag 11 augustus 2024, Studland Bay

We liggen voor anker bij Portmellon met uitzicht op Mevagissey. Ik ben er ooit al eens geweest, maar dat is  heel lang geleden. Met de dinghy varen we het haventje binnen, waar regelmatig vissersbootjes uitkomen met passagiers die een tochtje gaan maken. Ze vinden het leuk om langs onze boot te varen. Mooie bijverdienste lijkt ons dat. 

Het is laagwater als we in de haven aankomen. We zien een stenen trap waar we uit de dinghy kunnen stappen. Dat doen we dan ook en met een lange lijn maken we hem vast aan een reling boven op de kade. We hopen dat het goed gaat als de vissers/rondvaartbootjes straks hun passagiers weer komen af leveren.

Als we langs de binnenhaven lopen zien we dat die droog ligt, maar wel vol met bootjes. Wat een bijzonder gezicht. Het is druk in het dorp.

Behalve de weekend toeristen, zijn er ook hardlopers die een wedstrijd doen van 100 km. Niet te geloven. Ze vliegen de trappen af vanaf de klif naar het dorp en aan de andere kant weer omhoog. En dat terwijl té grote auto’s zich ook door de smalle straatjes persen. Maar alles gaat goed. Alleen wij staan met open mond te kijken.

We zien een kustpad richting Pentewan en lopen omhoog door de kleine straatjes. Wat een prachtig uitzicht van bovenaf. Dan vinden we een koffie tentje waar het niet te druk is. Lekkere koffie met een te zachte koek. Cornish cookie?

             Vanaf de ankerplek was een weg te zien die van Mevagissy naar Portmellon loopt via het klif. Dat lijkt ons leuk. De hardlopers komen ons tegemoet, dus we kunnen op tijd uitwijken. Beneden bij het strand van Portmellon zijn kano’s te huur en ijsjes te koop. We doen dat laatste. Het is echt Cornish ijs volgens de verpakking. En inderdaad het smaakt heel goed.

  We lopen de weg weer terug naar Mevagissey en willen in onze dinghy stappen. Helaas, er komt net een passagiers-vissersbootje aan en maakt vast bij de trap. Zijn collega gaat tegen hem aanliggen en wij zijn gevangen. Het vertrek voor het volgende toertje is pas over een halfuur.

De zon is gaan schijnen en we wachten geduldig tot de boten weg zijn en we in de dinghy kunnen stappen. Uiteindelijk hebben we alle tijd.

Aan boord van Jonas is het heerlijk en we zitten een poosje lekker in de zon, te filosoferen over de toekomst.

Zondagmorgen zetten we koers naar Plymouth. Er staat een mooie wind en we hebben stroom mee. Alle zeilen staan bij en het is genieten. Maar vanaf het moment dat het tij keert en we nare golven krijgen, maken we ons weer zorgen over de mast. We zetten de motor bij om beter de golven te kunnen pakken. Als het accualarm zich weer laat horen, worden we daar ook niet blij van.

  We zijn opgelucht als we de grote baai van Plymouth binnen varen en een uur later vast maken in Plymouth Yachthaven, de goedkoopste van de dure havens.

Maandagmorgen om 8.15 sta ik in de Kuip en er komt iemand aan. Dat blijkt de tuiger te zijn. Hij komt naar ons probleem kijken. Samen met Jakob wordt een oplossing besproken. Die klinkt goed. Begin van de middag gaan ze beginnen.

Met twee man vervangen ze de oude popnagels, boren nieuwe gaten links en rechts van de scheuren en zetten daar stevige bouten in. Tenslotte worden er twee banden over de scheuren gezet die ook weer stevig vast worden gemaakt. Het ziet er solide uit en zo durven we wel weer verder. Jakob krijgt het advies mee om niet met vol tuig te gaan varen. Graag hoort de tuiger of we straks veilig zijn thuisgekomen.

Intussen is de motorman gearriveerd. Hij doet wat testen en concludeert dat de dynamo geen ampères meer afgeeft. Dat moet dus een nieuwe worden. We gaan voor een echte Volvo, want de Chinese versie die erin zit is wel erg gauw versleten.

Tsjonge wat een activiteiten aan boord. Ik heb intussen de was gedaan en heb brood gekocht in een dorpje op een dik halfuur lopen hiervandaan.  We zijn ‘s avonds best een beetje gaar van alles wat er gedaan is die dag.

Dinsdag worden de klussen afgerond en kunnen we betalen. Het is allemaal niet voor niks, maar veilig verder varen is het belangrijkste. We belonen onszelf door in het haven restaurant te gaan eten. Dat moet dan ook nog maar kunnen.

Nu kunnen we in principe vertrekken, maar donderdag komt er een hele slechte dag aan met harde wind en veel regen. Om dan onderweg te zijn trekt ons niet erg. We boeken nog twee nachtjes bij in deze toch wel dure haven. Als ik de afschriften voor het havengeld nakijk, zie ik dat het twee keer dubbel is afgeschreven. Ik start een app-sessie met de ING bank. Zij concluderen dat het iets in het systeem is dat zich vanzelf oplost! Als ik de dame vraag of ze mij de 400 euro kan voorschieten tot het opgelost is, krijg ik een negatief antwoord. En we hadden al zo’n dure week. Ook de aandelen doen het niet erg goed. Gelukkig zijn we gezond en tevreden en daar gaat het om.

We gaan Plymouth bekijken. Eerst met een pontje naar de stad en dan te voet verder. Het havengebied Barbican is leuk en gezellig.
We gaan op zoek naar een verborgen tuin en vinden die als we door een poortje naast een huis naar binnen gaan. Het is er prachtig en het bijbehorende verhaal ook.

Natuurlijk moeten we even naar die kerk met die hoge vierkante toren die overal bovenuit steekt.

We zijn precies op tijd voor een lunchconcert. Twee briljante fluitistes brengen op de dwarsfluit muziek van bekende operacomponisten ten gehore. Prachtig! En wat een geluk dat we daar op dat moment zijn.

We lopen naar het Hoe Park en genieten van de mooie uitzichten, de gebouwen en standbeelden. Het prachtige zwembad wordt gerenoveerd en dat is jammer.

Tevreden lopen we door naar het centrum, maar dat is niet ons ding en we keren om. We vinden een Italiaans restaurant en genieten van een lekkere late lunch. Dat scheelt weer koken vanavond.

     Donderdag is inderdaad een dag om binnen te blijven. De kuiptent staat er weer op en we vermaken ons met belangrijke en onbelangrijke dingen. We gaan op tijd naar bed want we willen de dag erop vroeg weg.

Om 07.10 maken we los en vertrekken naar de grote baai van Plymouth. Daar staan nog flinke golven als restant van de harde wind de dag ervoor. Niet erg prettig en spannend voor de gerepareerde mast. Het gaat goed en als we verder de zee op zijn wordt het rustiger. We hebben het tweede rif in het grootzeil en de andere zeilen voluit.

  De wind komt erg van achter in en we zetten de motor bij om koers te houden. Ook dat gaat goed. Er klinkt geen accualarm meer, dus de nieuwe dynamo doet het ook goed. Dan nu maar lekker ontspannen. De zon schijnt en de taart die ik gebakken heb smaakt heerlijk.

Rond drie uur komen we aan in de Lyme Bay en laten het anker vallen in een baai tussen Brixham en Torquay. De dag erna willen we in een ruk door naar Studland Bay, zo’n 70 mijl naar het oosten, waar we ongeveer 14 uur over gaan doen. We gaan vroeg naar bed en slapen prima in de rustige baai.

Om half 6 loopt de wekker af en om 6 uur gaan we ankerop. Er staat net genoeg wind om de zeilen te hijsen en we zetten de motor bij. Na een uurtje kan de motor uit. De wind is half en we hebben de golven mee. Als na een poosje de stroming begint te lopen, suizen we over het water met ruim 7 knopen. Dit is heerlijk. Wat gaaf dat we dat nu toch nog een keer meemaken. Het blijft genieten, de hele dag en we schieten flink op.

  Het is wel koud, maar daar hebben we ons op gekleed. We passeren `Portland Bill op eerbiedige afstand. We zijn niet alleen en er ontstaat een spannende situatie, waarbij zowel wij als een andere zeilboot door de golven naar elkaar toe worden geduwd. We besluiten achterlangs te passeren zodat we aan zijn stuurboord kant uitkomen en weer meer ruimte hebben. Dan buigen we af richting Studland Bay bij Poole.

De wind is al een poosje matig, maar als we bij Durlston Head zijn, komt daar een harde stroming om de hoek met veel tegenwind. Jonas wordt ontembaar. De stuurautomaat kan het niet meer aan en ik stuur met de hand Jonas door de golven. Door de tegenstroom van we nog maar 2 knopen en ik zet de motor een flinke slag harder. Jakob neemt het over. We kruipen om de bocht en zijn zo onder de indruk van dit, toch wel, onverwachte geweld. Wij zijn hier allebei vaker geweest en hebben dat nog nooit meegemaakt. Nou ja, voor alles is een eerste keer.

Bij ‘Old Harry’, de mooie witte klifmuur, buigen we af naar Studland Bay, waar het water ineens heel vlak is vanwege de beschutting. Hèhè, we zijn er. Het was een lange dag, maar echt een topper, ondanks het verrassende laatste stuk.

Nu liggen we achter ons anker een beetje te hobbelen. De wind is oost geworden en daar kunnen we niks mee. Morgen komt hij weer uit het noordwesten en kunnen we verder naar Wight, waar we een paar dagen willen blijven om te wandelen.

Nederland komt steeds dichter bij…….

Cornwall is ook heel mooi!

Zaterdag, 3 Augustus 2024, Mevagissey

De zon schijnt in Kinsale als we vertrekken. Er staat al flink wat stroming in de rivier als we losmaken van de steiger, maar alles gaat prima. Terwijl Jakob de boot de rivier af vaart richting zee, ruim ik het dek op en berg alle lijnen en stootwillen op. Dan kan het zeil omhoog. Tegen de tijd dat we de Keltische zee opdraaien staan alle zeilen bij en de windvaan stuurt Jonas de goede kant uit. We zeilen over redelijk vlak water met een snelheid van zes knopen naar het zuidoosten. Dit gaat lekker.

Maar dan, een uur of twee later begint de wind af te nemen en worden de golven onrustig. De motor gaat bij. Om voorbereid te zijn op accuproblemen heeft Jakob de Honda generator op het dek gebonden. Het voelt weer een beetje als tijdens de Pacific oversteek, toen we een serieus accuprobleem hadden en de generator onze redder was. Voorlopig hebben we hem niet nodig, want de zonnepanelen zorgen voor voldoende energie.

De wind neemt verder af en we strijken de bezaan en de kluiver. Af en toe komt er een groot schip op ruime afstand voorbij. De wind is nu echt verdwenen en de golven gaan hun gang. Dan klinkt het motoralarm dat een dynamo probleem aangeeft. Jakob zet het geluid uit en we motoren rustig verder. Het grootzeil staat in het derde rif, zodat het toch wat steun geeft en niet te hard klappert. Af en toe controleren we de metertjes op het motorpaneel. Die blijven keurig op de gewenste stand staan terwijl het geluid van het alarm uitstaat.

We gaan de nacht in. De zonnepanelen zijn in slaap, er komt geen energie meer binnen. De accuspanning van de 24-volt bank daalt. De generator gaat aan en pompt er wat ampère in. Het is een hoop herrie met de motor en de generator aan, maar toch slaap ik een paar uur prima in de achterkajuit. Als de benzine in de generator op is, stopt hij vanzelf. Dat scheelt in het geluid. Nog een paar uur en de zon gaat weer op. Dan kunnen de zonnepanelen weer aan de gang. Die doen dat geruisloos!

Tegen 9 uur de volgende dag komt er land in zicht. Heel langzaam zien we steeds meer contouren van de kust van Cornwall. Het wordt ook steeds warmer. Het dikke zeilpak dat we al heel lang aan hebben kan steeds verder uit. Het is zomer hier. Zelfs de korte broek gaat aan.

We ronden de kaap bij Lizard Point en varen de baai van Penzance binnen. Bij Newlyn laten we het anker vallen. Ondanks de spanning over het accuprobleem en het gebrek aan wind hebben toch een goeie oversteek gehad. We ruimen de boot op en zijn eigenlijk helemaal niet moe.

Heerlijk om in de zon op het dek te zitten en de nieuwe omgeving op ons te laten inwerken. In de verte zien we het zwembad van Penzance en de contouren van Mt Saint Michael. Na het eten hebben we toch wel slaap en gaan op tijd naar bed.

Het is prachtig weer als we de volgende morgen wakker worden. De korte broek gaat direct aan.

We varen met de dinghy de haven in en vragen op het havenkantoor of we nog iets moeten betalen. Dat hoeft niet en we wandelen Newlyn door, waar we koffie drinken op een schattig Engels terrasje.

  Via de boulevard lopen we naar Penzance. Als we naar het water kijken valt ons op dat Jonas helemaal alleen in de baai ligt. We realiseren ons hoe gek het eigenlijk is dat we ons huis zomaar achterlaten. In Penzance lopen we een rondje langs de haven en zien dat er een schot zit tussen de binnenhaven en de zee.

    Op de terugweg bezoeken we de Lidl. Altijd weer fijn om daar inkopen te doen. We doen de hele middag niks en komen een beetje bij van de oversteek. We kijken wat naar het weer en speuren Marine Traffic af naar de Bodyguard van neef Dennis en Arianne. Ze liggen op de Scillies, dus die gaan we vast nog tegenkomen.

Dinsdag gaan we ankerop met als doel de Helford River. Het is ruim 30 mijl varen. Het is prachtig weer en ik ga een poosje op het voordek zitten. Na een beetje zoeken vinden we een visitor’s mooring aan het begin van het mooringveld. Een mooring bootje komt het geld ophalen.  Wat een mooie plek. We liggen precies tussen de yachtclub en het strandje bij de Ferry Inn.

We zetten onze stoelen op het voordek in de zon en drinken wat. Dan ontdekt Jakob dat we een probleem hebben met de mastvoet. Is zit een scheur in de bevestiging. Met een spanband wordt de mastvoet geborgd, maar zou dat voldoende zijn?  De grote lijmtang wordt er ook bijgezet. Dit voelt niet goed. We hebben metalen spanbanden nodig om de zaak te borgen. Jakob zoekt in de bakskist naar zo’n ding, maar dat ding blijkt onvindbaar. Dan morgen maar naar Falmouth om er een te kopen.

Ik kijk op Marine Traffic of de Bodyguard al is vertrokken en zie dat ze onze kant uit komen. Via de app laat Dennis weten dat ze rond 8 uur aankomen. Ik vraag of ze komen eten. Daar hebben ze wel oren naar. Ik maak een ovenschotel en sla. Zodra het anker van de Bodyguard gevallen is haalt Jakob ze op met de dinghy.

Wat een blije ontmoeting is dat. We eten in de kuip en praten honderduit. Als de koffie op is, is het middernacht geworden. Het is pikdonker op de rivier. Jakob zet een driekleurenlicht op de motor van de dinghy, zodat hij goed zichtbaar is.

   Na even zoeken is de Bodyguard gevonden en zijn de gasten weer op hun huis afgeleverd. Ik wacht intussen in spanning af of Jakob onze boot in het donker kan terugvinden. Het is al weer een poos geleden dat we in het donker iets ondernamen. Gelukkig zie ik het lichtje langzaam dichterbij komen. Hij is er weer. Dennis roept ons op via de marifoon of Jakob weer terug is. Even checken voor het slapen gaan.

De volgende morgen gaan we naar de wal aan de kant van de yachtclub. Er is een lange steiger voor dinghy’s en we vinden makkelijk een plekje. Het pad naar de club gaat steil omhoog, goed voor de beenspieren. We zien dat we er kunnen douchen.

      We lopen verder naar het kleine dorpje Helford en we drinken koffie met uitzicht op de rivier. Wat is het mooi hier. Dennis en Arianne zijn naar het eind van de rivier vertrokken en liggen daar voor anker. Er was te weinig wind voor hun oversteek naar Guernsey.

  We eten met elkaar op het terras van de Yachtclub en nemen daarna afscheid. Het is erg leuk om elkaar zo als zeilers mee te maken.

Donderdag laten we ons ophalen door de ferry en gaan met de bus naar Falmouth. Het is een flinke klim omhoog naar de bushalte, maar dat levert wel weer een mooi plaatje op.

In Falmouth moet vast een metalen spanband te koop zijn. We gaan naar ‘Bosuns Locker’. Die blijkt verhuisd te zijn naar de overkant van de straat en verkoopt alleen nog maar kleding.

Dan zien we ineens een vlag van AllSpar, een bedrijf dat verstaging voor schepen verzorgt. We lopen naar binnen en leggen het probleem uit. Al snel komen de spanbanden op de werkbank te liggen. Hoeveel willen we er hebben? Het worden er drie. Als Jakob wil betalen kan dat niet, want ze verkopen eigenlijk geen materialen. Er wisselt een briefje van 10 pond van eigenaar. Goed voor een biertje! We lopen nog een rondje door Falmouth, lunchen op een terrasje met uitzicht op de haven en gaan weer terug naar de Helford River.

Met een beetje onrustig gevoel in ons buik vertrekken we vrijdag naar Mevagissey, een tochtje van 20 mijl. Nauwlettend houden we bij ieder windvlaag de mast in de gaten. Er piept en kraakt niks, dus het zal wel goed gaan. Toch ontsnapt bij Jakob een zucht van verlichting als het anker valt.

Ik heb onderweg contact gezocht met een rigger in Plymouth en het probleem uitgelegd. Als wij maandagmorgen daar zijn, komt hij om 9.30 bij ons aan boord het probleem bekijken.  Mooi dat het zo snel kan. We hebben eigenlijk geen idee hoe lang die scheur al in de mastvoet zit, maar nu we het weten vaart het niet echt lekker meer. Nog 20 mijl te gaan naar Porthmouth. Dat doen we morgen. Straks gaan we met de dinghy het haventje en stadje van Mevagissey bekijken.