Via Denemarken naar Zweden

Donderdag 26 juni 2025, Ystad – Zweden

Warnemünde is een echte badplaats, met een oude vuurtoren, een winderig strand en veel toeristen. Allebei waren we hier in 2011, het jaar voordat we elkaar leerden kennen. Hoe bijzonder is dat. Nu halen we samen herinneringen op aan toen. Jakob was met zijn vriend Renger, die hier afscheid van hem nam en ik was alleen.

Er zijn een aantal dingen veranderd, zoals het pontje van Hohe Dune, waar de jachthaven is, naar de stad. Dat is nu een echte pont geworden voor auto’s en voetgangers.

De supermarkt is er nog en we laden onze tassen vol met eten. Dat is best een hele sjouw terug naar de boot, waarbij het toetje bestaat uit het ophijsen van de tassen via het boegtrapje. Maar we kunnen nu weer een week vooruit.

Donderdag nemen we de trein naar Rostock, waarvan we alletwee een mooi plaatje in ons hoofd hebben. Maar we doen iets verkeerd. Nergens zien we oude straatjes met mooie gebouwen. We drinken koffie bij een vegatentje. Havermelk in de cappuccino meneer? Het smaakt naar eikeltjeskoffie met iets wits erdoor. Als de dame komt vragen hoe het smaakt, zijn we te beleefd om te zeggen dat het niet te drinken was. Weer wat geleerd!

We lopen de hele kade af op zoek naar de oude stad, maar zien alleen industrie en de aanleg van een nieuwe boulevard. Eindelijk vinden we het plein dat we kennen en de winkelstraat. Toch echt lang niet zo mooi als we ons herinnerden. Tja, misschien hebben we intussen te veel mooie steden gezien.

Vrijdag vertrekken we richting Dasser Ort. Er is weinig wind voorspeld. Tot onze grote vreugde kunnen we het hele traject naar Prerow zeilen, gestuurd door de windvaan. Echt een topdag.

De ankerplek bij Prerow is heel groot. Er liggen drie schepen als we aankomen en dat geeft een gezellig gevoel. Het is lekker warm weer, wit strand voor de boeg en een mooie zonsondergang. We wanen ons bijna in de tropen.

De volgende dag vertrekken we vroeg, want er komt tegen vijf uur flink wat wind aan. Er is nu helemaal geen wind, dus de motor mag zijn best weer doen en we koersen naar het noorden. We zijn op tijd in Klintholm in Denemarken en vinden een plekje aan de steiger. Weliswaar lagerwal, maar hoe het gaat verlopen met de harde wind die er aan komt zien we wel. We gaan nu eerst de wal verkennen en een ijsje eten. De haven is gecombineerd met een vakantiepakje met huisjes. Het lijkt een beetje op de nieuwe haven van Volendam.

Er liggen twee Marine zeilboten in de haven achter die van ons. Prachtige schepen, die vastgelegd zijn aan de wal met een speciale knoop. 

 

 

Marinemannen, gekleed in een wit uniform (hoe bedenk je dat?) zijn flink aan het koperpoetsen en dekzwabberen als we langslopen. Hun witte broeken zijn aardig vuil op hun zitvlak. We lopen verder naar de eerste strandopgang. Dat ziet er goed uit. Ik begrijp dat mensen hier hun vakantie doorbrengen.

De eerste nacht valt het nog mee met de wind. Ik ben vroeg wakker en bedenk dat ik voor het geweld echt losbarst nog een flinke wandeling kan maken.    Jakob blijft aan boord voor wat klusjes. Ik geniet van de wandeling langs het water en kom via een bosweg zelfs bij een soort klif. Deze is weliswaar van zand, maar ziet er fraai uit. Onderweg zie ik allerlei verschillende bloeiende bloemen en maak er een foto-boeket van.   

‘s Middags begint het inderdaad flink te waaien en dat doet het twee dagen later nog steeds. We vermaken ons aan boord en blijven de stootwillen verplaatsen omdat het water zakt. Intussen wel een halve meter. Het blijkt dat de haven leeg waait vanwege de harde wind. Een gekke ervaring in een gebied zonder getijden.

Het brood is op en de yoghurt ook, dus tijd om naar de stad Stege te gaan, waar een supermarkt is. Er gaat hiervandaan een bus naar toe. Jakob blijft op de boot passen en ik ga op stap. 

Stege is een klein, schoon stadje. Het is er rustig en ik loop in 10 minuten naar de andere kant, waar een oude toegangspoort staat. Er zit een museumpje aan vast. Dat bewaar ik maar voor een volgende keer. Als ik snel omkeer kan ik nog net boodschappen doen voor de bus weer vertrekt naar Klintholm. Het waait nog steeds hard en met moeite loop ik tegen de wind in terug.

De busrit is weer prachtig. Mooie groene glooiende velden, die me doen denken aan Ierland.

En nog gaat de wind niet weg. De volgende morgen is het een knoopje minder, maar nog steeds een dikke 6 Bft. Een aantal ongeduldige zeilers vertrekt toch en de aanblik van hun woest bewegende boten in de havenuitgang maken me bijna misselijk.

Nou ja, ze zijn vast iets jonger dan wij en moeten weer op tijd op hun werk zijn. Wij blijven nog een dagje. Het water begint weer te stijgen en de stootwillen worden steeds een stukje omhoog verplaatst.

De bus naar Møns Klint, waar de krijtrotsen loodrecht in zee dalen, rijdt pas vanaf 1 juli. Op de   fiets ernaartoe met die wind is niks en lopend is het drie uur heen en weer. Ook niet echt een optie. We gaan dus maar naar samen met de bus naar Stege en nemen de tijd om op ons gemak rond te kijken en het museum te bezoeken.

Dat is aardig, maar niet indrukwekkend. Het uitzicht vanaf de toren is het mooist. De kerk is het mooiste van het dorp. Een beetje plomp van buiten, maar beeldschoon van binnen.

Het is donderdag 26 juni geworden, de wind is gaan liggen en we kunnen weer verder varen.

Het is een kleine 60 mijl naar Ystad in Zweden. De tocht is rustig, want de wind is echt helemaal verdwenen. Het is rustig op het water. We varen langs Møns Klint en genieten van de bijzondere aanblik.

 

In de aanloop naar Ystad kunnen we nog een uurtje zeilen, heerlijk. Tegen zes uur komen we aan in de haven. We vinden een plekje in de haven langs de kade bij de reddingsboot. Daar liggen we goed, want er komt weer harde wind aan.

We gaan de stad niet meer in, het is mooi geweest voor vandaag. We hebben nog een prakje zuurkool en dat smaakt prima. Morgen gaan we passagieren.

   

 

Van Vlieland naar Warnemünde

Vrijdag 20 juni 2025, Warnemünde

Het eiland Vlieland blijft een feest. Na de wandeldag naar het dorp en het strand, volgt de fietsdag door de duinen. Jakob houdt niet van fietsen, maar met een elektrische fiets is hij wel te paaien. Vlak achter de haven is de fietsverhuur en rond een uur of tien stappen we op.

    Wat is het heerlijk om door de duinen te fietsen. Gelukkig is het nog rustig en worden we niet steeds ingehaald. In een mum van tijd zitten we aan de koffie met cranberry taart bij het Posthuis, aan de westkant van het eiland. Wat fijn voor Jakob dat het een klein eiland is.

Dan verschijnen ineens Donald en Annelies van de Navaho. Gister zaten we nog gezellig bij Han en Helma op hun motorboot te borrelen en nu zien we ze alweer. Wat leuk, zo’n klein eiland. We drinken samen een kopje koffie en fietsen daarna terug naar het dorp om nog wat boodschappen te doen voor de komende dagen die we op zee gaan doorbrengen. De Duitse Bocht staat voor de deur!

Zaterdagmorgen rond 8 uur vertrekken we. Er is eerst nog wat tegenstroom als we bovenlangs Vlieland naar de vaargeul gaan, maar daarna spuiten we met een flinke gang richting de Elbe. We hebben alle zeilen bij en de windvaan stuurt Jonas de goede kant uit.

Maar helaas, na een aantal uren zakt de wind in en gaat de motor bij. Die bromt genoeglijk en zorgt voor onze snelheid. Ons wacht-systeem van 3 uur op 3 uur af gaat in en het werkt weer vlekkeloos. Om beurten slapen Jakob en ik in de voorpunt, want de zee wordt steeds vlakker en dan is het daar goed te doen.

We genieten van de ruimte van de zee, de rust van het grote water en de bijzondere‘zeevonk’. Dat blijft toch een bijzonder fenomeen. Donald en Annelies hebben ons intussen ingehaald en in het donker zien we hun schip schuin achter ons. Zij maken deze bijzondere foto met Jonas in nachtgewaad.

Bij Borkum merken we dat we te snel gaan en moeten echt gaan afremmen, anders zijn we veel  te vroeg bij de ingang van de Elbe. Met de motor op nog geen 1000 toeren en een vlakke zee brengen we de snelheid terug tot een knoop of vier, zodat we ongeveer bij laagtij de Elbe op gaan varen. Intussen zijn we met een groepje van vijf boten die allemaal proberen af te remmen. Het lijkt alsof de tegenstroom een stuk minder was dan de stroom mee, waardoor we met z’n allen te vroeg aankomen.

Zodra we de Elbe op varen bij de ton Elbe 1 pakken we een stroming van ruim drie knopen op en we schieten de rivier in.Intussen is het gaan miezeren en we zijn blij met onze vaste buiskap, die ons lekker droog houdt. Zonder dat we het weten wordt er een foto van’ Jonas op de Elbe’ gemaakt en op de Faceboek-site ZeilNoord gezet. Neef Dennis, die in Noorwegen vaart, maakt ons erop attent. Leuk toch?

We komen bij de sluis van Brunsbuttel en moeten wel een uur lang rondjes draaien voordat we naar binnen kunnen. Best weer spannend, want het is voor ons allebei dertien jaar geleden dat we hier waren. Na wat gedoe liggen we tegen een ander schip aan en gaat de sluisdeur dicht. In Brunsbuttel gaan we het kleine haventje in om de nacht door te brengen. We hebben er  ruim dertig uur  opzitten en verlangen naar een warme douche. Tot onze verbazing is die er. Prachtig schoon met heerlijk warm water. We gaan op tijd naar bed, het is mooi geweest. De Duitse Bocht zit erop.

De volgende morgen ben ik vroeg wakker en ga een stukje wandelen, het dorp in. Even de benen strekken. Onderweg zie ik de eerste Duitse strandstoel staan op het dorpsplein.

Ik kan het niet laten om er een foto van te maken. Daarna zie ik een bakker, waar de warme broodjes al klaar liggen voor de verkoop, terwijl het nog voor zeven uur is. Gelukkig heb ik geld bij me en koop wat van die broodjes en iets lekkers bij de koffie, voor straks als we het Kielerkanaal door gaan motoren.

Terug aan boord wordt Jakob net wakker. Hij had me gelukkig niet gemist. Om negen uur vertrekken we voor de lange motortocht tot aan Rendsburg. Het is goed weer, er is weinig scheepvaart en de omgeving is mooi groen. Geen straf dus. We ankeren iets voorbij Rendsburg in een soort binnenmeertje en genieten van de rust.

Het tweede deel van het kanaal is iets drukker met grote schepen, maar de sluis bij Holtenau daarentegen is erg stil. Met nog één andere zeilboot worden we geschut en ligt de Kielerbocht op ons te wachten.

Heerlijk, de zeilen kunnen weer omhoog en we gaan op weg naar een ankerplek bij het dorpje Orth op het Duitse schiereiland Fehrman. Het is een mooie avond en als de zon ondergaat liggen we daar met vijf boten.

Het zou een rustige nacht worden, maar dat gaat anders. Om een uur of twee wordt ik wakker van de harde wind. Ik ga mijn bed uit om buiten te kijken. We liggen nog goed en de ander boten ook. maar de wind giert door het want. Op de “Boating app” zie ik dat we nog precies op de plek liggen waar we het anker hebben laten vallen. Geen probleem dus. Ik ga terug naar bed, doe mijn oordoppen in en slaap tot de volgende morgen.

Het waait nog steeds hard als we om negen uur ankerop gaan. Jakob spoelt het anker, waar dikke vette klei aan zit, schoon met de dekwash en met de kluiver op, speren we de Fehrmansund door. De vaargeul daar is smal en we zijn er niet alleen. Alles gaat goed en de windvaan doet zijn werk. Het water is knobbelig, maar daar kunnen we wel tegen. In de middag zakt de wind eruit en gaat de motor weer aan. Die heeft het nog steeds naar zijn zin.

Na een uur of tien varen hebben we 54 mijl afgelegd en komen aan in de buitenhaven van Warnemuende. We vinden een mooi plekje aan een kopsteiger.

Als we naar het havenkantoor gaan om ons te melden krijgen we bericht dat we daar niet mogen liggen en moeten verkassen naar een hele grote ligplaats tussen palen. Dat wordt een heel geknoei met lijnen. Bovendien staan de bolders op de steiger op onmogelijke plekken. We mopperen op elkaar, dat komt zeilers vast bekend voor.

Jakob hangt ons nieuwe steigertrapje op, zodat ik kan afstappen om de lijnen vast te maken.  En dan liggen we eindelijk goed vast. Er gaat veel wind komen.

Nu eerst maar een biertje. Het wordt half negen als ik ga koken. Zo laat eten we nooit. Maar morgen kunnen we uitslapen en gaan daarna Warnemuende verkennen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We drijven weer.

 Vlieland, vrijdag 13 juni 2025

Wat een heerlijk gevoel om met Jonas weer in het water te liggen. Het voelt als langer geleden dan de vier weken die we op de kant hebben gestaan in Hindeloopen.

Als we terugkomen van een weekend Soesterberg, is er bericht dat we de gereviseerde keerkoppeling kunnen ophalen in IJlst. We wachten even af of we horen van onze contactpersoon bij Skipsmaritiem wanneer dat precies kan. Als ik op woensdagmiddag om half vier met hem bel, weet hij nog niks, maar twee minuten later deelt hij mee, dat we het ding kunnen ophalen. Ze zijn tot vijf uur open.

We springen in de auto, rijden naar IJlst en inderdaad, we kunnen het gereviseerde onderdeel mee naar de boot nemen. Jakob maakt een foto van alle onderdelen die uit de keerkoppeling zijn gehaald en vervangen zijn door nieuwe.

Ongelofelijk, hoe kapot dat ding was! Als we terugkomen bij de haven, is de slagboom dicht en moet de auto buiten het hek blijven staan.

De volgende dag staat Sieb, de monteur, al vroeg bij de boot. Ik rij de auto snel het hek binnen en met vereende krachten hijsen we het gevaarte weer in het motorruim. Hij heeft ons verder niet meer nodig en wij kunnen iets leuks gaan doen. Tenslotte ben ik jarig.

We rijden naar Grouw, waar Trees en Jan met hun nieuwe motorjacht aan de kade liggen. Die hebben Friese koek bij de koffie, wat feestelijk! Alsof ze het wisten dat ik jarig ben. En dan gaan we varen, dwars door het mooie Friese land. Wat heerlijk.

Binnen is het behaaglijk en buiten is het wat frisser. Lekker zo’n motorboot. Het is gezellig, we praten bij over van alles en bekijken hun schip van voor naar achter. Zoiets lijkt ons ook wel wat. Terug aan boord beginnen we plannen te maken. Ons vertrek naar de Oostzee komt nu wel snel dichterbij.

De monteur staat de volgende dag al vroeg naast de boot. Hij is zo kundig en straalt zoveel vertrouwen uit, dit moet wel goed komen. Een dag later is alles voor elkaar. Maar wat een pech, het Pinksterweekend is er vreselijk weer voorspeld. We moeten nog maar even geduld hebben. Voor de laatste keer gaan we een weekend naar Soesterberg.

Het huis wordt opgeruimd en schoon gemaakt, zodat het drie maanden op ons kan wachten. We gaan nog een keer naar de kerk, kijken in regenachtig St. Annaland naar een motorboot en rijden via mijn zus in Schiedam en dochter Inge terug naar huis. Nog een laatste nachtje in een groot bed en dan kunnen we eindelijk op reis.

Op tweede Pinksterdag beginnen we met een bijna vier uur durende reis met het openbaar vervoer naar Hindeloopen. Dat gaat prima en is gelukkig net op tijd voor de aangekondigde treinstaking. Martin en Ellen van de Acapella komen  op de borrel. Hoog en droog op de parkeerplaats in Hindeloopen. Zij zijn intussen helemaal gesetteld in Friesland. Dat moet ons volgend jaar toch ook gaan lukken. Maar nu willen we echt nog één keer wat langer weg.

De volgende dag wordt Jonas te water gelaten. Het is vreselijk weer. Harde wind en regen. Maar alles gaat goed. De mannen in Hindeloopen zijn echt heel goed en behulpzaam. We drijven weer! Wat een heerlijk gevoel na een maand op de kant te hebben gestaan.

Vanaf dat moment zit het allemaal mee. De motor doet het prima, het weer is mooi en de vooruitzichten zijn goed. We gaan niet meer terug naar onze thuishaven in Enkhuizen, maar varen direct naar Vlieland. Bij de sluis is het druk. Iedereen heeft het getij goed bestudeerd en wil om 11 uur door de sluis. Nou ja, onze vakantie is echt begonnen. Wij wachten gewoon en na drie sluisopeningen kunnen we mee.

Met een beetje tegenstroom richting Harlingen, gaat het daarna met een vaartje van dik zeven knopen naar Vlieland. Het is prachtig weer. We zoeken een beetje naar de juiste aanvaarroute, want de meeste boten voor ons snijden een stuk af.

Wij volgen ze braaf en rond vijf uur liggen we aan een kopsteiger vast.

Wat zijn we blij. We hebben de hele weg gemotord en we weten nu, dat hij het goed doet. Ineens staan Donald en Annelies uit Monnickendam bij de boot. Zij zijn ook op weg naar de Oostzee, dus we gaan elkaar vast nog vaker tegenkomen. We drinken wat en kletsen bij.

Vlieland bij mooi weer is een feest. We wandelen eerst naar het dorp en daarna over het strand. Dan komt het bericht dat de twee oudste kleinzonen geslaagd zijn voor hun examen. Wat een blijheid klinkt er in hun stemmen. Ze zijn zo opgelucht en je hoort het gevoel dat ze een nieuwe vrijheid voor zich zien. Fantastisch!

         

Vandaag gaan we fietsen en morgen varen we verder. Hèhè, we zijn weer onderweg!

 

Nog even volhouden.

Woensdag 4 juni 2025

Er zijn al weer bijna drie weken voorbij sinds ons laatste verhaal. Er gebeurde niet zo heel veel, vandaar de stilte.

Nadat we twee weken geleden de keerkoppeling naar de reparateur hebben gebracht rijden we op ons gemakje door het Friese land terug naar Hindeloopen. Wat is het mooi hier. Tijdens de koffie maken we plannen voor de rest van de week. Ik heb niet zoveel op mijn lijstje staan. Het verwijderen van vogelpoep is mijn voornaamste bezigheid deze dagen. De vogels vinden onze boot vast heel mooi. En verder wandel ik wat in de omgeving.

Jakob heeft hele goeie klussen op zijn lijstje staan. Nu de motor een stukje naar voren is opgeschoven, kan hij heel goed bij de bilgepomp en het bilgegat. Een smerig klusje, maar het is nu of nooit. De pomp wordt verwijdert en schoongemaakt en het gat wordt leeg geschept. Wat een smurrie komt daaruit. Maar het resultaat is geweldig. De pomp wordt nog even getest voordat hij wordt teruggeplaatst en hij doet het prima. Dat geeft voldoening. Dan zijn de lieren aan de beurt. Ook zo’n klus die je makkelijk uitstelt. Maar Jakob is lekker bezig. Het zonnetje schijnt, al waait er een koude wind. Ik ga lekker zitten lezen op een beschut plekje. Dat is ook nuttig, want ik word daar heel relaxed van.

’s Middags ga ik eens informeren bij SkipMaritiem hoe het met de revisie van onze keerkoppeling staat. Ze verwachten dat het nog wel even gaat duren. Daar was ik al bang voor. De monteur is vertrokken om een boot op te halen uit Portugal. We hopen maar dat het weereen beetje goed blijft, zodat hij op tijd terug is om onze motor te fixen. En dat hij niet te veel orka’s tegenkomt.

Vrijdag is het prachtig weer en we trakteren ons op een dagje Franeker. Nu we toch in Friesland zijn is dat een leuk uitje.

Onderweg komen we door het gehuchtje Waaksens, waar ons oog valt op de bijzondere kerk. We stappen uit en lopen een rondje, om er wat verder te kijken. We wanen ons in de vorige eeuw.

Een halfuurtje later zijn we in Franeker. Daar staat het oudste werkende planetarium van de wereld. Dat willen we zien. Maar eerst koffie in een leuke brasserie.   

Als we daarna een stads-wandeling hebben gemaakt en ook de prachtige grote kerk hebben bekeken is het tijd om het werk van Eise Eisinga te gaan bekijken. We zijn onder de indruk!

Voor wie daar nog nooit geweest is, raad ik echt aan er eens een kijkje te gaan nemen. Behalve indrukwekkend is het ook erg leerzaam.

Het weer gaat slechter worden met nogal wat regen op Hemelvaartsdag en we besluiten om maar weer een poosje naar Soesterberg te gaan. Ik zie daar een beetje tegenop. Misschien is een paar dagen fietsen in de Achterhoek een goed idee. Jakob heeft andere plannen, Rotterdam roept, zijn orgel moet nodig bespeeld worden en even naar Utrecht gaan vindt hij ook erg leuk.

Vanwege de verwachte regen in Nederland, wijk ik uit naar Wenen, om daar een kijkje te gaan nemen. Het is al meer dan 25 jaar geleden dat ik daar was. Het weer is daar goed en ik maak een fietstocht door de stad, bezoek Schönbrunn, bekijk kunst in museum Leopold, maak een kerkdienst mee in de St Johans Dom en geniet van de mooie binnenstad. Helemaal nieuw kom ik terug.   

Samen met Jakob bereid ik de boek-presentatie voor, die voor zaterdag-morgen in De Basis, de bibliotheek op de begane grond,  gepland staat. Best spannend om weer voor een aantal mensen te gaan staan en iets te gaan vertellen. Jakob geeft goeie tips en de bijeenkomst wordt een succes.

 De vrienden gaan nog een poosje mee naar boven voor soep en een broodje.

Heel gezellig en het voelt echt als een feestje als we klinken met een glaasje bubbels.  Zo, dat is ook weer achter de rug. Het was echt heel erg leuk, maar gaf toch best wat spanning.

Zondag rijden we terug naar Hindeloopen. Jonas staat nog fier op de parkeerplaats en de vogels hebben een week lang hun gang kunnen gaan. Ik heb, nadat ik de poep weer braaf heb weggepoetst, niet zoveel meer te doen aan boord en ga vast foerageren. Uiteindelijk zijn er van de geplande vier maanden nog drie over en het is fijn om dan genoeg basisproducten aan boord te hebben, zoals bier :-), rijst, pasta en soep. De voorpunt en de kastjes zijn weer gevuld met ons noodrantsoen. Misschien is het iets meer dan de regering heeft geadviseerd, maar we kunnen nu weer weken overleven.

Jakob pakt weer wat klussen op. Het WC raampje lekte en is nu voorzien van nieuw rubber en de Spaanse gasfles is vervangen door een Nederlandse. Die past in de gasbun, dus de gasleidingen konden weer worden omgelegd. Een flinke klus, maar wat fijn als het allemaal weer gelukt is.

Dinsdag komt er eindelijk een positief bericht. De keerkoppeling zal woensdag klaar zijn. Dan kunnen wij hem ophalen in IJlst en wordt hij vrijdag ingebouwd. Ook de tewaterlating is gepland. Dat klinkt goed. Maar of dat allemaal gaat uitkomen, kan ik nu nog niet zeggen. Daarover schrijf ik volgende week meer.

 

Blij en een beetje teleurgesteld.

Vrijdag 16 mei 2025, Hindeloopen

Als we dinsdag op de boot klimmen, nadat we de auto in de schaduw hebben geparkeerd, en de deurtjes opendoen, zien we dat er iemand aan boord geweest is. Dat is een goed teken, want dan zijn de technische mensen ons niet vergeten.

We zien dat er naar de motor is gekeken, omdat in de achterkajuit een vloerplank op de bank ligt. Het is te laat om naar het kantoor van Skipmaritiem te gaan, dat doen we morgen. We pakken de tassen uit en ik maak eten, pasta pesto met van alles erdoorheen. Heerlijk!

Woensdagmorgen gaan we hoopvol naar Marinus, onze contactpersoon. Er gaat misschien wat gebeuren vandaag geeft hij aan, maar er komt niemand. Jakob is druk met de ankerketting, die hij omkeert en met een staalborstel ontdoet van het meeste roest. Een flinke klus, maar het is mooi weer. Ik begin met het te lijf gaan van de schaafplekken op de romp. Met Commandant wordt het wel beter, maar weg gaan ze niet.

Even later komt er een mailtje, dat het poets-bedrijf het ook had geprobeerd, maar zonder succes. Ze bieden aan om een offerte te maken voor een ‘spot repair’, waarbij de slechte plekken worden bijgespoten. Een offerte is altijd goed en in het najaar zou dat best kunnen. Toch ga ik door met het bewerken van beide zijden van de romp. In de zon glanst Jonas prachtig en dan vallen de plekjes niet zo op.

Donderdag komt er nog steeds geen monteur. Ik voel me aan het lijntje gehouden. Zouden ze de klus niet aandurven? Jakob heeft veel meer geduld dan ik en zegt: ‘Joh, dat komt wel goed!’ Ik kan het niet laten om toch langs het kantoor te lopen om mijn zorg te uiten. Jakob haalt de ankerlier uit elkaar en maakt alles eens flink schoon.    

En dan, tegen sluitingstijd wordt ik gebeld dat de monteur vrijdagmorgen komt en dat we daarna de keerkoppeling naar IJlst kunnen brengen. Dat is goed nieuws. Dat vieren we met een wandelingetje langs de prachtige zwarte paarden die hier staan, door de kleine straatjes van Hindeloopen en met een bezoek aan het terras van restaurant Sudersee, waar net een paar plekjes uit de wind in de zon zijn.    We praten nog wat over de boot tot de buurman zich omdraait en vraagt of we hier met de boot liggen. Ik leg in het kort uit wat er aan de hand is. Dan blijkt dat zij al bijna 9 jaar rondvaren  in de Carieb. Natuurlijk blijken we gezamenlijke kennissen te hebben. We wisselen kaartjes uit. Zij zijn Karin en Jeroen van de White Pearl. Zo leuk dit spontane contact.

Vrijdagmorgen zijn we net klaar met het ontbijt als Sieb, de monteur zich meldt. Geweldig. Hij is er echt. Het blijkt een echte vakman te zijn die in een paar uur de motor verplaatst met zijneigen meegebrachte takel en de keerkoppeling losmaakt uit het systeem.Wat een ding is dat. Ik had echt geen idee. Met behulp van de giek wordt het ding uit het motorruim getakeld en voorzichtig overboord gezet. Ik heb intussen de auto vlakbij de boot gereden en Jakob en Sieb tillen samen dat gevaarte in de achterbak. Met een paar lijnen wordt hij vastgezet aan de ogen van de banken en we kunnen vertrekken.

Het is een halfuurtje rijden naar IJlst. We komen aan bij een reuzegroot bedrijf aan een slootje, waar bootjes af en aan varen. Twee sterke mannen tillen de keerkoppeling uit de achterbak op een steekwagentje en rijden hem de werkplaats binnen. Jakob vergaapt zich aan al het moois daarbinnen. Bij het kantoor wordt de reparatie ingeschreven en krijgen we te horen dat revisie wel een week of twee gaat duren. Daar gaat onze planning! We zijn blij dat er gerepareerd kan worden, maar teleurgesteld (ik veel meer dan Jakob) dat het zo lang gaat duren. Het is niet anders. Geduld is niet mijn sterkste kant…..

Er komt nu wel meer tijd voor andere uitgestelde klussen, zoals de bilgepomp, die nodig een beurt moet hebben, maar op een onmogelijke plek zit. Voor mij is er niet veel meer te doen, maar wie weet verzin ik nog wat.

We hopen dat over een poosje Jonas weer waardig en met een krachtige motor zonder bijgeluiden te water gelaten kan worden.