Maandag 7 oktober 2019
Er was ons verteld dat Ouvea vele malen mooier was dan Lifou en wij dachten, nou eerst zien en dan geloven. We vertrokken vrijdagmorgen om half 6 om dat met eigen ogen te gaan zien. Het werd een heerlijke tocht met wel veel wind, maar uit de goeie hoek.
Jonas had er weer zin in en rond half 2 voeren we de wijde pas van het atol Ouvea binnen.

Oeps, dat zag er al heel bijzonder uit. Prachtig blauw water en eindeloze stranden. Er waren intussen al een stuk of 10 boten van de rally binnen, die allemaal keurig op een rijtje voor anker lagen, het leek wel Bonaire, waar je allemaal op een rijtje voor de kust aan moorings ligt.

Er was plek genoeg en we ankerden voor het Hotel du Paradis, een prachtig resort in deze stille wereld. We vroegen ons af, hoe mensen dit plekje ontdekt hadden, maar als er een paradijselijke plek voor een honeymoon gezocht wordt, is dit echt het einde.
Er stond nog veel wind, dus we lieten de dinghy op dek liggen en genoten vanaf de boot van het prachtige zicht dat we hadden op het water en het strand.

Intussen had Cliff van de Toccata een rondje over het eiland geregeld met de manager van het toeristen bureau, Pierre, die goed Engels sprak en we werden de volgende morgen om 8 uur aan de wal verwacht.
De dinghy’s werden op het strand gesjord en aan elkaar gebonden zodat ze er nog zouden zijn als we terugkwamen.
En wat werd het een mooie tocht. Dit eiland heeft inderdaad zoveel meer te bieden dan Lifou. We stopten bij mooie baaien, gedenktekens, een heilig eiland met prachtige kliffen en nog veel meer.
We konden onderweg ook nog wat boodschappen doen en geld pinnen.



Het meest indrukwekkende was een gedenkteken aan de strijd tussen de Kanakken en de Franse militairen in 1988. De Fransen wilden het Chief-dom afschaffen en de Kanakken verzetten zich. Er stierven 4 Fransen en 19 Kanakken. Voor iedere strijder werd een herdenkingspaal gegraveerd. Op internet is er meer te vinden over deze bijzondere strijd, nog niet zo lang geleden.

In een volgende baai was een rots waar je wenssteentjes in kon doen, nou dat sloegen we niet over natuurlijk. Ook zagen we daar Giant Clams en een versiering van lijndrijvers.

We reden verder naar de brug, waarachter in de lagoon het “Secret Island” lag. Niet toegankelijk voor bezoekers, hooguit als je bevriend was met een bewoner, die in het hotel werkte. De klifwanden waren indrukwekkend.

We lunchten in het noorden van het eiland bij de moeder van Michel, de vriend van Pierre, die mee was met onze toer. Het was een overdadige lunch met Coconut Crab, Land Crab, gegrilde Snapper, papayamoes, rijst en stokbrood. Daarbij dronken we verse citroenlimonade.


We bedankten de moeder voor het heerlijke eten. Zij zat intussen uit te rusten naast haar kooktoestel. Heel tevreden keerden we terug naar onze boten, nadat we hadden afgesproken om zondag bij het resort te gaan lunchen met een aantal mensen.
De zondag werd een echte ontspannen dag. Na het ontbijt met een eitje, maakten we de boot schoon en repareerde Jakob het dek luikje van de WC, wat heel erg lekte.
We hebben intussen een nieuw luik besteld en hopen dat Gebo het kan opsturen naar New Caledonia.
We lunchten bij het resort en dat duurde heel erg lang, want het was er druk. We zaten daar van 1-4 uur. Is dat niet relaxed?
Een aantal boten zou diezelfde avond vetrekken richting vasteland. En vanmorgen vetrok de rest. Wij bleven als enige boot hier achter. Het zou namelijk heel rustig weer blijven en we wilden nog graag een strandwandeling maken en snorkelen en genieten van dit prachtige plekje.

Vanmorgen om half 6 zwaaiden we de laatste boten uit. We waren dus lekker vroeg klaar om te gaan wandelen.
Om 8 uur liepen we al op het strand. Wat heerlijk. Het zand was wit en hard, de zon scheen, er was een beetje wind en het water was ongelofelijk blauw en turkoois.

Heerlijk om weer eens lekker te bewegen. We liepen een klein stukje over de weg terug, maar dat was saai, dus al snel liepen we weer op het strand

Zo konden we ook beter de dinghy in de gaten houden, want het werd vloed.
Op tijd voor de koffie streken we neer op het terras van het resort en genoten van cappuccino met een croissant en pain aux chocolat.
Na de lunch (bij het resort) voeren we naar de brug, waar het “Secret Island” achter ligt, want daar zou het mooi snorkelen zijn. We legden de boot op het strand en gingen het water in. We zagen wel een grote school vissen, maar de turtles en manta-rays waren er even niet. Nou ja, het water was heerlijk.

We voeren nog even langs het resort om te vragen of ze stokbrood voor ons hadden en dat was zo. Gewapend met de broden voeren we terug naar Jonas.
Daar begonnen we de boot voor te bereiden op onze tocht van morgen. Ook wij gaan naar het vasteland en willen om half 6 vertrekken. Er is dan wat meer wind dan vandaag, dus dat zou wel eens een hele mooie tocht kunnen worden.


Donderdag 3 oktober 2019
Daar heb je een handleiding voor nodig en die is natuurlijk in het Frans. Maar het lukte. Wat ons wel verbaasde, is dat in een eenvoudig land als Vanuatu, dat zo veel makkelijker gaat.



Het was zo leuk dat de vrouwen trots waren op hun eten. En ze poseerden graag voor een foto. In plaats van de traditionele dansen, waren er 2 jongens met een gitaar, die het feest muzikaal omlijsten (jaren 70 muziek, haha).








We kochten nog 2 van die heerlijke broden voor de komende dagen bij de bakker en wensten hem alle goeds!.
Langzamerhand druppelden de jachten binnen in de baai van Dueldulu, een grote baai aan de westkant van het eiland Lifou. Het werden er achttien. Wij hadden de hele dag ons best gedaan om alles wat niet mocht worden ingevoerd, op te eten en we zaten zondagavond mudjevol. Ik had voor zondagavond nog soep gekookt van alle groente restjes en tomaatjes en dat was een lekkere dikke soep geworden.
De BioSecurity officer werd aan boord gebracht bij iedere boot en controleerde de voorraden. Hij was heel “sweet” en liet me de uien en knoflook pellen, zodat ik ze aan boord mocht houden. Ingemaakt vlees was geen probleem en zelfs de halve pompelmoes mocht ik houden. Er werd niet gevraagd hoeveel drank we aan boord hadden, dus dat ging goed.
De quarantaine vlag kon naar beneden en de rally vlag kon gehesen worden.
Het eerste wat we zagen waren ronde hutten, heel anders dan in de vorige landen. Het landschap ziet er ook heel anders uit. Het is droog, een beetje rommelig en heeft heel andere vegetatie.







De tocht van Vanuatu hier naar toe was heftig. We wisten dat we veel wind zouden krijgen en dat was prima. We vertrokken rond 5 uur ‘s middags zodat we voor het donker werd de zeilen konden zetten( 3de rif grootzeil, 2de rif kluiver en 1ste rif bezaan) en de goeie koers konden inzetten. Zodra we buiten de beschutting van het eiland kwamen begon het te blazen. Met daarbij een vreselijk nare golfslag, korte steile golven van een onduidelijke richting. We werden alle kanten opgesmeten en goed vasthouden als je je verplaatste was super belangrijk.



Ze laten graag zien hoe of ze leven en in hun bestaan voorzien. Er is nauwelijks nog invloed van de internet ontwikkeling, alhoewel het wel heel grappig was om te zien dat tijdens een kerkdienst een koortje en een moeder met dochter, een lied zongen, met behulp van een Smartphone die op een versterker werd aangesloten.


4. Het leuke is, dat de vrouwen allemaal een zelfde soort jurk dragen. Volgens het zelfde patroon, maar van verschillende stofjes. Soms nog met wat kantjes afgezet, maar dat is de hele variaties.



7. Zondags in de kerk zaten er heel veel kleine kinderen voorin. Daarbij zat een juf met een stokje. Dat gebruikte ze om kinderen aan te tikken die vervelend zaten te doen. Toen ik dat ter sprake bracht bij Bennie, waar we gingen lunchen, zei ze dat dat overal gebruikt wordt in de kerk en op school en dat het werkt. Is het niet prachtig.
. 


